"Als iemand mij drie jaar geleden gevraagd had, of ik bedrijfskritische applicaties op het Windows NT-platform zou laten draaien, dan zou ik daarop ontkennend hebben geantwoord," vertelt IT-manager Peter Johan van Ballast Nedam Dredging. Inmiddels draaien de Oracle-databases van niet alleen Saros en Interoffice onder Windows NT, maar ook die van de overige applicaties. De manager heeft er geen spijt van, maar ziet als minpuntje een geringere ondersteuning.
Peter Johan is manager Information Systems bij Ballast Nedam Dredging dat tot de grotere baggerbedrijven van de wereld behoort. Hij zit op een plek die velen als de vervulling van een jongensdroom zien. De automatisering heeft immers alles te maken met snelheid en high-tech, terwijl het baggerwerk wordt geassocieerd met avontuur, groots en meeslepend leven en Hollands glorieuze tegenwoordigheid in verre wateren. Johan vaart zelf twee tot drie weken per jaar mee op een van de schepen van Ballast Nedam Dredging.
"Het heeft wel wat om op zo’n cutter of hopper te werken", beaamt Johan. "Ballast Nedam Dredging heeft materieel in alle soorten en maten. De grootste schepen kosten zo’n 150 miljoen gulden en zijn volgestouwd met de modernste technische snufjes. Alles is groot en groots. Het schip, het project en de omgeving. Ik noem alleen maar de aanleg van een nieuw vliegveld in zee bij Hongkong. Het is een uitdaging om daar baggerwerkzaamheden te verrichten: een gevecht tegen slijtage, tegen de elementen. Zand is net schuurpapier. Het verpulvert alles."
De prijs bepaalt voor het overgrote deel welke baggeraar een project krijgt. De concurrentie is fel, niet alleen met Nederlandse baggeraars maar ook met bedrijven uit België en het Verre Oosten. Vanwege die concurrentie moet er scherp worden gecalculeerd, waardoor de marges vaak smal zijn. "De kosten worden bepaald door de mensen en de schepen, waarvan sommige zo’n twee tot drie ton per dag kosten. Winst en verlies zitten ondermeer in de tijd waarin een project kan worden uitgevoerd. Is een werk op tijd klaar, dan pakken we de normale winstmarge. Zijn we er acht weken mee bezig in plaats van de geplande tien, dan maken we meer winst. Maar valt alles tegen en zijn we twaalf weken aan het baggeren, dan hebben we een aanzienlijke schadepost", aldus Johan, die aangeeft dat Ballast Nedam Dredging meestal wordt afgerekend op het aantal kubieke meter materiaal dat wordt verwijderd.
De kundigheid van de baggeraar bepaalt het succes op het werk. Vandaar dat in de baggerwereld veel aandacht wordt geschonken aan opleidingsfaciliteiten. Er zijn verschillende scholen en zelfs een speciale leerstoel aan de TU Delft om de mensen vakkennis bij te brengen. Johan: "Je moet weten wanneer en waar je welk materieel moet inzetten; met hoeveel druk je materiaal van de zeebodem kunt zuigen; hoe hard je moet varen om de beste productie te halen; hoeveel water je behoort bij te mengen om bagger weg te pompen, en hoe je ervoor zorgt dat het materieel zo min mogelijk aan slijtage onderhevig is. Het zijn allemaal facetten van een activiteit die in de loop der jaren een echt specialisme is geworden. Mensen die weten hoe ze een baggerschip aan de gang kunnen houden en dus over gedegen vakkennis beschikken, zijn uiterst belangrijk voor het welslagen van een baggerproject", aldus Johan.
IT-infrastructuur
Naast vakkennis bepalen ook effectief calculeren en kostenbewust opereren of een baggerproject aan de debet- of creditzijde van de balans eindigt. Hierbij speelt de automatisering een belangrijke rol. Voorbeelden zijn de scheepsbesturing en de PLC’s die de baggerapparatuur aansturen. De technische automatisering valt niet onder de competentie van Peter Johan. Daar gaat de materieeldienst en de afdeling Survey over. Er blijven echter nog genoeg terreinen over waar andere soorten informatietechnologie ingezet worden en waarvoor Johan verantwoordelijkheid draagt. "Denk maar aan het calculeren van de projecten waarop we inschrijven. De omvang van die projecten is van dien aard, dat het uitrekenen van de inzet van mensen en materieel echt niet op de achterkant van een sigarendoosje kan gebeuren. Om een project binnen te halen wordt voor de aanbesteding een nauwkeurige calculatie gemaakt. Hoeveel mensen heb je nodig, welke schepen kunnen het best worden ingezet, wat is het beste patroon waarlangs gebaggerd kan worden. Op basis van die calculatie geven we een prijs af waarvoor we het werk willen uitvoeren. Belangrijk element in die calculatie is natuurlijk de doorlooptijd van het project. Overigens worden op alle schepen de werkzaamheden nauwkeurig geregistreerd in een computer. De gegevens die te maken hebben met het productieproces van het schip, worden uitgebreid geanalyseerd en gebruikt om volgende projecten wellicht anders en beter te calculeren. Ze zijn ook van belang voor het verbeteren van toekomstige scheepsconcepten en -ontwerpen. De gegevens worden onder andere gebruikt voor proefnemingen aan de TU Delft."
De automatisering heeft Ballast Nedam Dredging aan het begin van de jaren negentig structureel aangepakt met de oprichting van een IT-afdeling. "Indertijd hebben we een strategische keuze gemaakt voor Oracle als onderliggende database voor al onze applicaties. Als database- en applicatieserver kozen we vijf jaar geleden voor de Aviion DG/UX van Data General. Daarop draaiden ondermeer de databases voor het logistieke pakket Rapier en EBS Finance. Voor de schepen selecteerden we HP-apparatuur en SCO-Unix. Op het hoofdkantoor wordt SCO Unix nu gebruikt als applicatieserver voor EBS-Finance en Rapier. Dit omdat de desbetreffende applicaties Oracle Forms 3 niet onder Windows draaien. Vorig jaar zijn we van Windows 95 overgestapt naar Windows NT Workstation. In datzelfde jaar hebben we een start gemaakt met de aanleg van PC-netwerken in de regiokantoren, ondermeer in Singapore en Maleisië. Deze worden dit jaar via frame relay op elkaar aangesloten. Voor de projectadministratie kozen we Exact, en de Office Suite van Microsoft gebruiken we nu voor de overige kantoorfuncties. Tenslotte hebben we in C++ en Visual Basic een aantal eigen applicaties ontwikkeld, ondermeer voor productiesimulatie en voorcalculatie", zo beschrijft Johan de opbouw van de IT-infrastructuur.
Voorkeursplatform
Een ander groot project waar Johan zich over boog, was de verbetering van de communicatie tussen medewerkers die zich overal ter wereld ophouden, en het toegankelijk maken van interne informatie via het netwerk. "Uitgangspunt voor het document-managementsysteem was de mogelijkheid om documenten op een uniforme wijze en overal ter wereld te raadplegen zonder dat deze fysiek op één locatie hoeven te zijn opgeslagen. Om die reden hechtten we veel waarde aan replicatiefaciliteiten. Aan het berichtensysteem (messaging-systeem) stelden we als voorwaarde dat het ‘event-driven’ moest zijn. Daarmee wordt bedoeld dat het systeem bij bepaalde gebeurtenissen zelf berichten uitstuurt naar aangewezen personen. Gelet op de bestaande infrastructuur zochten we de applicaties in een Unix/Oracle-omgeving", aldus Johan die uiteindelijk uitkwam op Saros als documentmanagementsysteem en Interoffice als berichtensysteem. Voor beide applicaties bleek DG/UX, de Unix-variant van Data General, geen voorkeursplatform (‘preferred platform’) te zijn.
De Unix-wereld is zo verdeeld geraakt dat er sprake is van leveranciersgebonden omgevingen. Een applicatie die is gebouwd in een Unix-omgeving van Hewlett Packard (HP/UX), draait niet zonder meer op een Solaris- of DG/UX-systeem. Daar moeten bepaalde vertaalslagen voor worden gemaakt. Applicatiebouwers ontwikkelen hun producten vanzelfsprekend op een platform dat een fors marktaandeel heeft (voorkeursplatform). Versies voor andere Unix-derivaten worden dan later – of nooit – uitgebracht. Data General is een kleine speler op de Unix-markt en DG/UX valt niet vaak de eer te beurt om als voorkeursplatform te fungeren.
Migratiehuiver
Ballast Nedam Dredging hechtte er sterk aan de programmatuur op een platform te laten draaien die de voorkeur van de applicatie-leverancier verdiende. Volgens Johan geeft die combinatie de gebruiker de zekerheid dat nieuwe versies van de programmatuur snel beschikbaar zijn. Vandaar dat ook Hewlett Packard als voorkeurs Unix-leverancier voor Interoffice en Saros in beeld kwam. Het bleek dat de leveranciers van beide pakketten, respectievelijk Oracle en Filenet, ook Windows NT-versies hadden uitgebracht. Aangezien er in de Windows-wereld (vooralsnog) één softwareleverancier en één processorfabrikant de dienst uitmaken, is er in deze omgeving geen sprake van voorkeursplatformen. Data General wilde graag meedingen naar de opdracht met een Windows NT-oplossing. "In beginsel neigden wij ernaar om toch voor de Unix-versie te kiezen, die alles bij elkaar misschien maar een kleine tien procent duurder was. Maar HP heeft in het verkooptraject steken laten vallen. En ik vind dat een nieuwe partij toch aantrekkelijker moet zijn, wil je je relatie met je bestaande leverancier opgeven. Aangezien dat niet het geval leek, besloten we door te gaan met Data General en dus met Windows NT. Ondanks onze huiver voor de migratie van Unix naar Windows NT", aldus Johan. Hij hield zichzelf voor dat steeds meer grote spelers op de IT-markt ertoe overgaan om bedrijfskritische applicaties op het Windows NT-platform aan te bieden. En wie is Peter Johan van Ballast Nedam Dredging dan om zich te blijven verzetten?
Wild-westverhalen
In de praktijk vallen volgens Johan al die wild-westverhalen over de onbetrouwbaarheid en de geringe schaalbaarheid van een Windows NT-omgeving dan ook best mee. "Dat geldt tenminste voor onze organisatie. Voor andere bedrijven kan schaalbaarheid een probleem zijn. Natuurlijk moet NT zich nog bewijzen en kunnen we pas over een paar jaar een goed oordeel geven. Dan zal blijken of de beloften met betrekking tot onder andere terminalaansluiting, ‘multi-user’-functionaliteit, schaalbaarheid, clustering, fouttolerantie en betrouwbaarheid ook daadwerkelijk worden nagekomen. De enige zekerheid die je als IT-manager hebt, is de zekerheid die je vandaag de dag wordt geboden. Alleen op die basis kun je beslissingen nemen. Niet op beloftes die hard- en softwareleveranciers afgeven. Je moet maar afwachten of die gestand worden gedaan", aldus Johan.
"Twee jaar geleden", zo vervolgt hij, "moesten we beslissen over de aanschaf van een berichten- en een documentmanagementsysteem. Indertijd was er al sprake van dat er Saros-functionaliteit in Interoffice zou komen. Het is inderdaad uitgekomen, maar we moesten toén beslissen. Toen was het nog niet zover, en niemand kon de zekerheid verschaffen of het ooit zover zou komen. We wisten alleen dat de twee pakketten voldeden aan de eisen die we stelden. Die zekerheid hebben we ook met de huidige Windows NT-configuratie. Die is zwaar genoeg voor onze huidige applicaties en voor die in de nabije toekomst. Dat was natuurlijk wel iets waarnaar we bij onze eindafweging gekeken hebben."
Ballast Nedam Dredging heeft twee NT-machines staan, elk voorzien van twee Pentium-processoren en 512 Mb RAM. Dat is volgens Johan ruim voldoende, evenals de schaalbaarheid die momenteel in de Windows NT-omgeving mogelijk is. "De machines zijn symmetrisch geclusterd. Valt er één uit, dan is de ander in staat om, afhankelijk van het aantal applicaties, in één à twee minuten de taken over te nemen. Daarmee is een voldoende beschikbaarheid gewaarborgd. Het is twee keer voorgekomen dat de configuratie in ‘dual services’ draaide, waarbij één machine de functie van de andere volledig had overgenomen. De gebruikers hebben er nauwelijks wat van gemerkt", aldus Johan, die inmiddels de Oracle-databases van niet alleen Saros en Interoffice onder Windows NT heeft draaien, maar ook die van de overige applicaties. Het ligt in de lijn der verwachting dat ook de applicaties weldra zullen overgaan.
"Dit jaar implementeren we een nieuwe Windows-versie van Rapier, terwijl we EBS Finance vanwege de ‘jaar 2000’-problematiek moeten gaan vervangen. Dat nieuwe pakket gaat dan ook onder Windows draaien. Vanwege de toegenomen belasting en de verwachte groei in het aantal applicaties en gebruikers dat van de cluster gebruik gaat maken, zijn we van plan om de capaciteit van de servers uit te breiden met een verdubbeling van het aantal processoren en van het interne geheugen", zegt Johan, die toch wel enkele minpunten ziet aan Windows NT.
Minder ondersteuning
"Het gaat dan niet om de verdere uitbouw van de functionaliteit. Dat zal wel in orde komen. Ook ben ik niet bang dat het besturingssysteem een vroege dood zal sterven. Er is een brede steun voor Windows NT. Er zit toekomst in het product. Een minpunt is wellicht dat het een product van Microsoft is. Microsoft staat nu niet bekend als een leverancier die met betrouwbare releases van zijn producten uitkomt. Het is link om een nieuwe versie van een Microsoft-product onmiddellijk te implementeren. Er zitten nog teveel fouten in. Maar ook dit probleem is overkomelijk: je wacht gewoon even af. Een belangrijker minpunt van Windows NT ten opzichte van Unix is evenwel het risico dat de ondersteuning van de kant van de leveranciers minder wordt. In de Unix-omgeving is de leverancier van het besturingssysteem en de hardware vaak dezelfde. Als ik met DG-UX een probleem had, kon ik Data General opbellen. De mensen daar konden analysen of het een hardware- of een softwareprobleem was, en tegelijkertijd een oplossing aanreiken. Wanneer ik in een Windows NT-omgeving problemen met het besturingssysteem heb, kan ik niet Microsoft bellen met de vraag of ze een oplossing hebben. Ze noteren mijn telefoontje en mijn probleem wordt, als het tenminste een probleem is dat door meerdere gebruikers is gemeld, in een volgende release wellicht opgelost", aldus Johan.
Cok de Zwart, freelance medewerker Computable
Open omgeving
In eerste instantie was Ballast Nedam Dredging op zoek naar Unix-pakketten. Maar volgens IT-manager Peter Johan was de ‘bottleneck’ uiteindelijk het incompatibiliteitsprobleem. Elke softwareleverancier ontwikkelt zijn programmatuur op een voorkeursplatform. Daarop draait de applicatie optimaal; die versie wordt ook het eerst en het best onderhouden. Ballast Nedam Dredging koos uiteindelijk voor Windows NT, mede vanwege de onenigheid in de Unix-wereld waardoor in de loop der jaren verschillende hardwareplatforms zijn ontstaan.
Een Unix-applicatie kan volgens Johan niet zonder meer van het ene op het andere platform worden overgezet. Het feit dat Unix-leveranciers niet in staat zijn geweest om een standaard besturingssysteem neer te zetten, noemt Johan dan ook een gemiste kans. De definitie van een gemeenschappelijke standaard-api, Spec1170 genoemd en door X/Open bewaakt, moet op termijn de meeste verschillen tussen de Unix-versies oplossen. Maar zelfs voor Spec1170-compatibele implementaties weten de leveranciers verschillen in de ‘device drivers’ aan te brengen.
Een verklaring voor de houding is wel te geven: de meeste Unix-leveranciers zijn van huis uit computerbouwers, die traditioneel hun winsten uit de hardware haalden. Kijk maar naar de Sparc, Power PC, PA-Risc en de Alpha-chips. Standaardisatie à la MS-DOS/Intel in de PC-wereld was hun een gruwel. Vandaar dat het Unix-landschap net zo ingewikkeld en uitgebreid is geworden als de stamboom van kerkelijk Nederland.
En toen kwam daar ineens Microsoft met Windows NT. Degenen die de geschiedenis bijhouden, weten hoe denigrerend en minachtend er in eerste instantie door de Unix-leveranciers over dit besturingssysteem werd gesproken. Het was een ‘onvolwassen’ systeem, waarvoor bovendien weinig softwaretools beschikbaar waren, zoals database-software en beheertools.
Inmiddels zijn al die ‘grote jongens’ ofwel van het strijdtoneel verdwenen (Digital en Tandem), ofwel tot Windows NT bekeerd. Daardoor neemt het aantal Unix-versies sowieso af. Dat is te wijten aan de druk van Microsoft. Deze trend zet zich ongetwijfeld door met de komst van de Risc-processor van Intel, die bij de ontwikkeling nauw samenwerkt met Hewlett-Packard. De verwachting is dan ook dat Hewlett Packard zijn PA-Risc processor uiteindelijk zal inruilen voor die van Intel.
De strijd tussen Microsoft en de Unix-wereld levert dus een lachende derde op: Intel, met in zijn kielzog IBM die naar verwachting zijn PowerPC-technologie verder zal ontwikkelen. De overige leveranciers worden teruggeworpen op niche-markten of gaan ten onder.
Onzeker blijft of er naast Windows NT een plaats voor Unix zal blijven bestaan. Daarover zijn de meningen verdeeld. De ene voorspeller meent dat er nieuwe markten ontstaan voor het hoge Unix-segment. "Wij zien Windows NT niet gebruikt worden voor strategische, bedrijfskritische Internettoepassingen", aldus Susan Frankle van IDC.
Anderen twijfelen daaraan. Zij zijn van oordeel dat het bedrijfsleven helemaal geen toptechnologie nodig heeft. "Bedrijven kopen geen systemen met de beste functionaliteit, maar met voldoende functionaliteit", zegt Andrew Butler van de Gartner Group.
Uit concurrentie-overwegingen is het naast elkaar bestaan van Unix en Windows NT wel gewenst. Temeer daar Microsoft met Windows NT volgens sommigen een hoger doel nastreeft: de hegemonie op de markt van beheertools met SMS en van databases met SQL Server en Olap Server. En dan krijgen we uiteindelijk te maken met een ‘open omgeving’ die verdraaid veel op die van de AS/400 lijkt.