Als columnist maak je regelmatig mee dat er wat gras voor je voeten wordt weggemaaid door een collega die er net iets eerder bij is. Zo ook bij deze column, die de stormachtige opkomst van de compressiestandaard Mpeg tot onderwerp had. Internet-journalist en oud-Computable-medewerker Francisco van Jole wijdde op 14 maart een prima artikel in de Volkskrant aan dit onderwerp.
Gelukkig bleven er nog genoeg vragen over. Zoals: wat betekent Mpeg eigenlijk? De naam blijkt te staan voor de Moving Pictures Expert Group, een groep deskundigen die zich eind jaren tachtig onder leiding van de Italiaan Leonardo Chariglione en de Japanner Hiroshi Yasuda verzamelde. Mpeg is een koosnaampje; de echte naam van de groep is ISO/EIC JTC1 SC29 WG11. Doel van de groep is het bedenken van standaarden voor het comprimeren en opslaan van audiovisuele signalen. Directe aanleiding was de aankoop in 1988 door Intel van een elders ontwikkelde methode. Mpeg werd opgericht uit angst voor de leveranciersspecifieke ‘standaarden’ die, zoals u weet, altijd te vuur en te zwaard bestreden moeten worden. Angst bleek weer een prima drijfveer.
De groep heeft inmiddels vier standaarden het licht doen zien, de ene nog beter dan de andere. Ze heten de Mpeg-standaarden en beschrijven hoe audiovisuele signalen zó kunnen worden weergegeven dat ze minder ruimte in beslag nemen, maar onverminderd vet blijven ogen en klinken. Mpeg1 is bedoeld voor het comprimeren van simpele videobeelden. Mpeg2 is bedoeld voor televisiebeelden met ‘interlaced’ beeld. Mpeg3 is bedoeld voor Hdtv, waar Mpeg2 ook goed voor gebruikt bleek te kunnen worden. Mpeg4 is een echte multimedia-standaard die allerlei beelden en geluiden aankan, mono en stereo, tweedimensionaal en driedimensionaal. Is het knap of niet? Mpeg8 is de volgende standaard, die nog niet bestaat, maar die volgens deskundigen met gemak vier dimensies aan schijnt te kunnen.
De Mpegjes waren oorspronkelijk bedoeld voor videobeelden, maar veroverden het afgelopen jaar de Internet-wereld als compressievehikel voor muziekfragmenten. Het MP3-formaat is daarbij wel het populairst. Met een juist gekozen sample-snelheid en de Mpeg-compressiefactor van pakweg 30:1 kan een single in een handvol megabytes worden gepropt. De gevolgen hiervan zijn niet mis. Het Internet wemelt inmiddels van de samples, die gratis en voor niets op te halen en te kopiëren zijn. De gemiddelde intranet-server is een gewilde bron van opgeslagen MP3-bestanden geworden. Bewaren voor later kan ook: op een gewone CD passen 160 nummers.
Van Jole schreef over een ontwikkeling waar we al jaren naar uitkijken: de MP Man. Een audiospeler op ‘near’-creditcard-formaat. Het apparaat bestaat uit louter geheugen en bevat megabytes vol muziek. In de huidige versie kun je een flashcard stoppen; een volgende versie kun je misschien opladen via het Pcmcia-slot of de printerpoort van je PC. Hoe kom je aan de muziek? Die haal je van het net of krijg je per e-mail van vrienden. Het lijkt nog maar een kwestie van tijd voordat de MP Man wordt geïntegreerd met andere mobiele apparatuur. Telefoon, Internet en personal audio in één handzaam apparaatje. Nog een paar jaar wachten en we kunnen de bijbehorende videobeelden op het ingebouwde lcd-schermpje afspelen. Zo kunnen we naar videoclips kijken, maar ook draadloos met elkaar videofoneren. Een oude wens gaat in vervulling.
De muziek- en filmindustrie zal de komende jaren wel wat gaan meemaken. Neem de klassieke muziekstudio. Waar de sporenrecorders al lang en breed zijn vervangen door harddisk-recording, zullen nu ook deze laatste het veld moeten ruimen. De toekomst is aan de Mpeg-studio, die we naar goed gebruik voor minder dan duizend gulden in de thuisuitvoering zullen kunnen kopen of voor niets van het Internet kunnen downloaden. De platen- en filmmaatschappijen zullen weinig tot niets tegen deze ontwikkeling kunnen inbrengen. Toch zullen ze er niet wakker van liggen. Net als de uitgevers zullen ze gewoon doorgaan met het selecteren en op de markt brengen van fragmenten uit het enorme aanbod aan beeld en geluid. Uiteindelijk bepalen ze zo toch welke beelden en geluiden waar terecht komen – tegen betaling, dat spreekt voor zich. Echt veel zal er dus niet veranderen. Toch zal de wereld door Mpeg weer een stukje aardiger gaan klinken.