De markt van Business Objects, leverancier van analysesoftware, verschuift van Oracle gebruikers naar SQL Server van Microsoft.
Het softwarebedrijf maakte onlangs dan ook bekend Microsofts Olap-server (Online Analytical Processing) Plato te ondersteunen. Vorig jaar verkocht het bedrijf nog 75 procent van zijn software op Oracle-databases. "Het aandeel SQL Server bedroeg vorig jaar zo’n 7 procent, groeiend van 2 procent het jaar daarvoor", aldus Hans Geelhoed, algemeen directeur van Business Objects Nederland. Het belang van het Microsoft platform neemt toe voor Business Objects. Geelhoed: "Veel potentiële klanten vragen naar SQL Server."
Onder de codenaam Plato werkt Microsoft aan zijn Olap-server die gegevens haalt uit transactiedatabases, deze opschoont en consistent maakt, analyseert en distribueert naar desktop-machines. "Het Access Pack geeft vanuit de interface van Business Objects toegang tot gegevens op de Plato-server", aldus Geelhoed.
De interface van Business Objects, waar ook de Internet-variant Web Intelligence van bestaat, heeft naast rapportagefunctionaliteit ook mogelijkheden om beperkte analysefuncties uit te voeren. Hierdoor kunnen analyses in twee fases plaatsvinden: op de Olap-server en op de desktop. Geelhoed verwacht dat het Access Pack in de tweede helft van dit jaar op de markt verschijnt, tegelijk met Plato. Beide producten zijn nu in een bèta-fase. Naast Business Objects ondersteunen meerdere leveranciers van analysesoftware de Olap-server van Microsoft, waaronder Cognos. RV