Baan gaat zich steeds intensiever bezig houden met het werven en opleiden van personeel voor de partners. Dit zegt directeur Jip van den Berg van Baan Midmarket Systems (BMS) Europe, de organisatie die zich richt op het midden- en kleinbedrijf (mkb).
Volgens Van den Berg probeert Baan de organisatie zo in te richten dat de dienstverlenende en technische partners ongeveer 80 procent van de omzet voor hun rekening gaan nemen. Om dit doel te bereiken is het belangrijk dat de medewerkers van de zakenrelaties een goede opleiding kunnen volgen. Het bedrijf legt zich daarom steeds meer toe op het trainen van deze mensen en soms ook op het binnenhalen van nieuw personeel voor zijn relaties. Vooral in het mkb kunnen ondernemingen op problemen stuiten als ze medewerkers enige tijd kwijt raken aan een cursus. "Partners die bijvoorbeeld over honderd mensen beschikken, kunnen niet zonder consequenties tien werknemers naar een cursus sturen. Dat raakt ze in de inkomsten", zegt Wim Jansen, directeur Sales en Marketing van Baan Business Systems Europe, dat zich ook met het mkb bezighoudt.
Salariskosten
Om toch voldoende personeel van de zakenrelaties in de schoolbanken te krijgen, biedt BMS financiële steun aan. Met geld uit de investeringsmaatschappij Baan Investment neemt de organisatie de cursuskosten voor haar rekening en voorziet ze eventueel in de salariskosten. "Pas als de cursist weer geld gaat verdienen voor de partner, doen wij een stap terug", aldus Jansen. "Het omscholen van het personeel van de partners is voor ons zo belangrijk dat we het aantrekkelijk voor ze maken om bij ons een opleiding te volgen", verklaart Van den Berg. De cursus vindt plaats in het opleidingscentrum Baan Institute. De opleidingen duren afhankelijk van de kennis van de deelnemer vier tot zes weken.
Onvoldoende studenten
Ook studenten volgen de opleidingen aan het instituut. Deze cursisten zijn door Baan aangenomen en krijgen een baangarantie. Ze kunnen na afloop aan de slag bij Baan zelf of bij een partner. Er lopen weliswaar veel studenten rond op Baan Institute, maar nog niet genoeg. "Met het huidige aantal redden wij het niet", zegt Van den Berg. "Het mkb groeit enorm. We hebben meer mensen nodig." De instroom van studenten moet dus toenemen. Volgens Van den Berg is het Baan altijd gelukt om voldoende mensen te werven. Hij maakt zich dan ook geen zorgen over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. De onderneming heeft voor het mkb een ander type student nodig dan de doorsnee technicus. Vooral mensen die een opleiding Bedrijfs-Informatica of Bedrijfs-Economie hebben gevolgd, kunnen bij Baan op een warm welkom rekenen. "Onze medewerkers moeten een partner zijn voor onze klanten. Ze moeten de bedrijfsprocessen kennen en IT vertalen naar de zaken van de klanten. Op deze manier kan de implementatie efficiënter plaatsvinden", aldus Van den Berg.
Overstappen
Baan Institute krijgt navolging over de grens. Op dit moment is het gevestigd in Putten en in het Indiase Hyderabad. De onderneming is momenteel druk bezig met het opzetten van een vergelijkbaar opleidingscentrum in de Verenigde Staten. Ook voor uitbreiding naar Duitsland bestaan concrete plannen. De opleidingsmogelijkheden bij Baan breiden dus uit. De krapte op de arbeidsmarkt brengt gevaren met zich mee voor bedrijven die veel aandacht aan opleidingen besteden. Er zijn altijd kapers op de kust die de verrichtingen van de opgeleide automatiseerders met veel belangstelling volgen.
Van den Berg maakt zich niet druk over het gevaar dat werknemers met al hun kennis overstappen naar een concurrerend bedrijf. "Op dit moment ervaren we dit niet als een probleem. Het ligt ook niet voor de hand. En ach, als ze weg willen, dan kunnen we ze niet tegenhouden." Volgens Jansen zijn de mensen die naar concurrenten vertrekken op één hand te tellen. "Wij zorgen er wel voor dat ze hier blijven."