Druk, druk, druk. Geen avond thuis, de zaak loopt als een dolle. Jonge IT’ers staan maar al te vaak midden in een maalstroom: nieuwe projecten, nieuwe klanten. Alles moet snel klaar. Wie een jaar meent te moeten uittrekken voor een project is al snel verdacht. Ongeduld heerst alom.
Met de carrièreverwachtingen is het niet veel anders gesteld. Je komt binnen als programmeur, na drie maanden heet je senior programmeur en voor je het weet staat er ‘consultant’ op je visitekaartje.
Stress is dan ook geen onbekende in de IT-sector. Onderzoek van ondermeer de vakbonden laat zien dat bij talloze automatiseringsbedrijven werkweken van 70 uur de norm zijn. Op deze manier branden bedrijven binnen de kortste keren hun personeel af. Om dit risico in de hand te houden heeft Shell een hulpmiddel ontwikkeld waarmee werkgevers overmatige werkdruk en de negatieve gevolgen hiervan kunnen monitoren.
Auteur Anthony Gaillard stelt in zijn lijvige boek Stress, Productiviteit en Gezondheid (1996) de prangende vraag of mensen hard kunnen werken zonder daar ziek van te worden. Na 312 pagina’s concludeert hij gelukkig dat dit goed mogelijk is.
Op dit moment is er voor weloverwogen loopbaanplanning in het nerveuze automatiseringswereldje weinig ruimte. Vandaar dat ook binnen IT-organisaties het ‘Peter principal’ op de loer ligt. Dit axioma stelt dat mensen in organisaties net zolang stappen omhoog maken tot ze de baan te pakken hebben die eigenlijk iets te hoog is gegrepen. Dilbert, de held der kantoorslaven, verbindt hieraan de onvermijdelijke conclusie dat alle managers derhalve incompetent zijn.
Alles moet groter en meeslepender; meer mensen onder je en verantwoordelijkheid voor dikkere budgetten: dit zijn de wenselijke ambities, ook in de automatisering. Een onverwachte stap zijwaarts geldt als een nodeloze vertraging op weg naar de top. De mededeling van sommige bedrijven dat jij zelf je toekomst mag bepalen, gaat veelal niet gepaard met de dwingende eis dat dit wel moet passen binnen hetgeen de afdeling ‘human resources’ onder persoonlijke groei verstaat.
Desondanks zijn de omstandigheden in de automatisering ideaal om eens te zeggen: ‘Ik kap er mee en ga eens nadenken over wat ikzelf werkelijk wil en leuk vind in mijn werk’.
Gegeven het tekort aan goede automatiseerders zal het geen enkele moeite kosten om na dit moedige besluit een nieuwe werkgever te vinden. Je kunt met een schone lei beginnen en ingesleten paden verlaten. En met een beetje geluk is de bedrijfskantine van de nieuwe werkgever beter dan de oude.
In dit licht denk ik dat veel dertigers in de automatisering er goed aan zouden doen om nog voordat ze hun tienjarig jubileum als IT’er vieren, het bijltje er voor een poosje bij neer te leggen. Een frisse start doet wonderen.
Mark Plekker, hoofdredacteur Computable