Jarenlang stond daar, temidden van duizenden auto’s en honderden bussen tussen uitgang Ost 1 en Ost 2 van de Hannover Messe Gelände, een eenzame oude caravan. Het was het mobiele onderkomen van reisbureau Koudijs, waarmee lezers van Computable sinds jaar en dag jaarlijks naar de Cebit afreizen.
Automatiseerders die een dagje Cebit deden, schaarden hier nog even samen, voordat ze na een vermoeiende rondgang lang de vele standhouders in de bus naar Flughafen Hannover stapten. Een schnaps, een stukje warme worst, nog een schnaps, hé een hollandse nieuwe, lekker. Een laatste mop uit de Münchener Bierhalle. En weer naar huis.
Meneer Blok, de baas van Koudijs, rekende het bijna dertig jaar lang tot zijn exclusieve taak Nederlandse IT’ers op een fatsoenlijke manier uit en thuis van de Cebit te brengen. Zijn werk begint al vroeg in de ochtend. In veertig minuten tijd brengen de eerste Cebit-chartervluchten bezoekers van Schiphol naar Hannover. Even voor achten vangen de medewerkers van het reisbureau de Nederlanders in Duitsland op met aanwijsbordjes. Meneer Blok was daar altijd bij. "Cebit?" vraagt hij. "Daar staan onze bussen. Er is plaats genoeg."
Wanneer de touringcar koerst richting beursterrein, zet de reisleider het introductiebandje aan. Heer Blok rijdt in een knappe Daimler achter zijn eigen konvooi Cebit-gangers aan. "Welkom in Hannover," klinkt het uit de speakers. "Wij hopen dat u een aangename vlucht heeft gehad." Organisator Blok heeft hoogst persoonlijk de tekst ingesproken. Als rasechte Rotterdammer probeert hij ietwat overgearticuleerd zijn gasten in keurig Nederlands te woord te staan. Na een aantal volzinnen neemt een vrouwenstem het over. Ze vertelt over de terugreis en waar op te letten om weer tijdig in het vliegtuig te zitten. "Wij hopen dat u tijdens de Cebit een aangenaam verblijf heeft." Dat was vroeger. Meneer Blok heeft zijn bureau verkocht. De caravan zat niet in de inboedel, zo moeten we met spijt constateren.
Opzouten
Ruim 600.000 mensen bezochten afgelopen week de Cebit, de grootste automatiseringsbeurs ter wereld. Een aantal jaren geleden bepaalde dit type evenement nog het ritme van de branche. Daar moest je wezen, wilde je op de hoogte blijven van de nieuwste producten. Tegenwoordig laten leveranciers het uit hun hoofd hun vindingen op te zouten tot er weer een beurs is. Je gaat nu naar handelstentoonstellingen voor het onderhouden van je netwerk. De Cebit is een sociaal evenement, gelardeerd met veel heraankondigingen van oud nieuws.
IT-leveranciers proberen op de meest creatieve manieren hun klanten tot een paar dagen Hannover te verleiden. Siemens Nixdorf bijvoorbeeld heeft dit jaar voor zijn klanten een speciale trein afgehuurd. Alles is geregeld: hapjes, drankjes in overvloed. Jammer dat de verkeersleiding van de NS nog niet wakker is. Even vergeten de wissel in de richting Amsterdam te zetten. Onverbiddelijk neemt de trein vroeg in de morgen het ijzeren pad naar Rotterdam. In een poging om met zo min mogelijk tijdverlies in Amsterdam de directeur en de gasten aan boord te krijgen, wordt in Pijnacker de locomotief naar achteren gereden. Terug naar die vermaledijde wissel.
Restauratiewagen
Concurrent Fujitsu verkiest diezelfde dag de reguliere internationale trein richting Hannover. Kaartje Eerste Klasse, natuurlijk. Als een echte reisagent heeft de Nederlandse Spoorwegen meer kaartjes verkocht dan er stoelen waren. Een aantal gasten van het bedrijf houdt zich, eersteklas kaartje in de borstzak, noodgedwongen op in de restauratiewagen. Na de Duitse hereniging mag de van oorsprong Oost-Duitse firma Mitropa de Bundesbahn van spijs en drank voorzien. Service met een glimlach zit er niet in. Chagrijnig neemt de barman de veel te grote bestelling van de Nederlanders in ontvangst.
Vele tienduizenden Cebit-gangers denken nog steeds dat het slim is met de auto in vier uur tijd naar de beurs te rijden. Goed voor de kilometer vergoeding, dat wel, maar slecht voor het humeur. ’s Morgens vroeg rijd je inderdaad in vier uur naar Hannover. Wat de meesten vergeten, is dat het vervolgens nog twee uur kost om het tentoonstellingsterrein zelf te bereiken.
Om alle bezoekers aan te voeren, sluit de politie om acht uur ’s morgens – tot grote ergernis van de lokale bewoners – de snelweg af die van de beurs naar Hannover leidt. Al het beschikbare asfalt wordt ingezet om bussen en auto’s naar het Gelände te voeren. Bussen krijgen vrij baan. Auto’s moeten filerijden. Volgens hetzelfde principe wordt ’s avonds de snelweg in zuidelijke richting afgezet. Dan draait het erom alles wat wielen heeft zo snel mogelijk af te voeren: naar de stad.
Wie echt geld teveel heeft, laat zich op luidruchtige wijze per helikopter naar het terrein vervoeren. Zeven dagen lang worden ceo’s en andere hoogwaardigheidsbekleders vanuit de lucht aangevoerd.
Varkenspoten
Voor gewone stervelingen gaan Cebit en filerijden hand in hand. Ondanks de aanvoerproblemen weten ook dit jaar weer meer dan 600.000 mensen het beursterrein te bereiken. Wie via de oostelijke ingang binnenkomt, passeert eerst de Münchener Bierhalle. Beierse gemoedelijkheid permanent geëxporteerd naar deze Noord-Duitsland tentoonstellingsstad. ’s Morgens vroeg geurt het er al naar de gekookte varkenspoten, die later die dag in de automatiseerdersmagen verdwijnen.
Twee blaaskapelen maken – afgewisseld door een regelmatig ‘ein Prosit, ein Prohosit’ – volcontinu muziek.
De echte krachtpatsers van de Cebit moet je zoeken in de bierhal. Serveersters vermomd als Beierse Dirndels power liften met vijf literpullen in de hand alsof het niets is. Hoewel hier drieduizend mensen tegelijkertijd bediend moeten worden, staan eten en drinken binnen enkele minuten op tafel. Hier leggen automatiseerders graag 14 DM voor een liter bier neer. De baas betaalt.
Dezelfde mannen in 3D-pakken die ’s middags op de beurs de eerste literpullen achterover slaan, maken ’s avonds de Hannover binnenstad onveilig. Aan lange tafels gaan in de plaatselijke horeca de stoere verhalen van mond tot mond. Behalve in de bediening zijn er nauwelijks vrouwen te bekennen. De vrouwen die aan tafel zitten, staan in het middelpunt van de belangstelling. Cebit is er voor de mannen. En de vrouwen voor de mannen, lijkt het gebral uit te wijzen.
Paracetamol
Na het nachtelijk vertier is de tweede beursdag een zware beproeving. De huisapotheker van de Cebit, met een prachtig onderkomen op het beursterrein, kijkt handenwrijvend toe hoe de eerste bezoekers en standhouders ’s morgensvroeg zijn winkel betreden. Paracetamol gaat in verschillende gedaanten over de toonbank. Slikken en zo snel mogelijk weer een glimlach op het gepijnigde gezicht zien te krijgen. Aan chagrijnen op de stand heb je niets, zo weet elke verkoper.
Haring
De Hannoverianen zien het spektakel met gemengde gevoelens aan. Natuurlijk verdient de plaatselijke bevolking goed aan de Cebit-invasie. Het gewone leven is echter een week lang totaal ontwricht. Tot het laatste zolderkamertje is verhuurd. Het openbaar vervoer tjokvol en taxi’s zijn niet te krijgen. "Als de Cebit plaatsvindt, sluiten de bewoners van Hannover zichzelf op in hun huizen," zegt een kamerverhuurder. "Uit eten gaan is niet mogelijk. Je kunt het beste per fiets naar je werk gaan."
Na twee dagen Cebit is het mooi geweest. Terug naar huis. Bij de uittocht missen we op het overvolle parkeerterrein tussen de duizenden auto’s de caravan van meneer Blok. Geen haring, geen schnaps, niets. Met een leeg gevoel en een lege maag, stappen we in de bus. Het wordt nooit meer zoals vroeger.