Baan Company is een eigenzinnig bedrijf. Terwijl de meeste buitenlandse bedrijven in India joint-ventures opzetten, gaat Baan van start met een volle dochteronderneming. Terwijl Bangalore wordt gebombardeerd tot het Silicon Valley van India, verkast Baan naar Hyderabad. Waarom? ‘Work is worship’ (werken is aanbidden) staat op de muur van de witmarmeren Venkateswara hindoe-tempel in het centrum van Hyderabad. Het zou een variant kunnen zijn op de lijfspreuk van de Baans.
Vijfendertigduizend chauffeurs van driewielige autoriksja’s – in de rest van Azië bekend als tuk-tuks – zijn in staking wanneer ik in Hyderabad aankom. Dat betekent dat de lucht een aantal dagen verschoond blijft van de blauw-zwarte, misselijkmakende rook en roetwalmen die deze ‘poor man’s taxi’s’ normaliter uitbraken. Het betekent ook dat tienduizenden werknemers en scholieren in Hyderabad dagelijks lopend naar werk of school gaan. Het gemeentebestuur van de stad is in onderhandeling met de negen verschillende vakbonden die de riksja-chauffeurs vertegenwoordigen om de problemen op te lossen. Negen vakbonden! Alles lijkt complex in India. Niet de arbeidsrelaties in de software-sector. Wie elders meer kan verdienen, vertrekt. En er is geen enkele beroepsvereniging – laat staan vakbond – van programmeurs.
Hyderabad, een uur vliegen ten noorden van Bangalore, ligt bijna pal in het centrum van India. Klimatologisch is er een aanzienlijk verschil tussen de beide steden. Veel Indiase bedrijven, onderzoeksinstituten en onderwijsinstellingen hebben hun tenten opgeslagen in Bangalore om het aangename, koele klimaat. Ze vormden de voedingsbodem voor het ontstaan van het Indiase Silicon Valley. Hyderabad ligt in een zeer droge en hete streek waar de temperatuur ’s zomers kan oplopen tot 44 graden Celsius.
Hyderabad is een wat minder verwesterde stad dan Bangalore. Een buitenlander wordt hier op straat nog nagestaard en er is geen cybercafé. Er zijn hier zelfs nog fiets-riksha’s in gebruik, een fenomeen dat in Bangalore al uit het verkeer is verdreven. Hyderabad staat aan het begin van de ‘boomtown’-fase waarin Bangalore al lang is ondergedompeld. Maar de softwaremanie is in Hyderabad minstens zo groot. In de belangrijkste straten van de stad hangt om de vijftig meter een bord of een affiche waarop een cursus IBM-mainframe, Java, Oracle DBM, Visual Basic 4.0, Y2K of C++ wordt aangeprezen als een snelle weg naar verlossing.
ERP-concurrenten in India
De regering van de deelstaat Andhra Pradesh, waarvan Hyderabad de hoofdstad is, is vast van plan Bangalore voorbij te streven als de software-hoofdstad van India. Maar er zijn meer mededingers, ook Chennai (het vroegere Madras) en Calcutta proberen op alle mogelijke manieren softwarebedrijven binnen hun poorten te krijgen. Chandrababu Naidu, de zeer ambitieuze eerste minister van Andhra Pradesh, wil in zijn deelstaat een economische revolutie teweeg brengen die te vergelijken is met die van de Aziatische tijgers. Informatietechnologie moet daarbij een belangrijke rol spelen.
"Je hoeft alleen maar naar Bill Gates te kijken om te begrijpen dat de grootste groei in de komende jaren zal plaatsvinden in de IT-sector", zegt minister Naidu in de Indiase krant The Economic Times. ‘De groei van Microsoft kan een les zijn voor alle politici, ondernemers en studenten’. Bill Gates is in India een icoon. Minister Naidu wil meer IT gebruiken bij het besturen van zijn deelstaat en meer softwarebedrijven binnenhalen in Hyderabad. Smart-government noemt hij dat. Hyderabad moet worden omgeturnd in Cyberabad. Eén van de bedrijven waarop Naidu zijn hoop heeft gevestigd is Baan Company India.
"Jan Baan kwam voor het eerst met een Nederlandse zakendelegatie naar India in 1987," zegt Subramanian Ramanathan, de general manager van Baan Company India, die zijn Indiase kalmte al lang geleden lijkt te hebben ingeruild voor het westerse haastgevoel. "Hij zag hier mogelijkheden en Baan Company begon nog in datzelfde jaar met het uitbesteden van werk aan Indiase softwarebedrijven." In maart 1989 was Baan – samen met Texas Instruments – één van de eerste buitenlandse softwarebedrijven die een volledige eigen dochteronderneming opzette in India. Het bedrijf – waar uiteraard op zondag niet wordt gewerkt – werd gevestigd in Bombay.
Ramanathan: "We begonnen in Bombay met ‘customization’, het aanpassen van Baans product aan de wensen van verschillende klanten. Vanaf 1991 werd Baan India een expertisecentrum dat Indiase business consultants uitzond die de verschillende vestigingen van Baan hielpen met verkoop en ondersteuning. In 1992 werden we betrokken bij het ontwikkelen van de producten van Baan. In 1993 werd in Bombay een ‘global helpdesk’ opgezet. Sinds 1994 zijn er overeenkomsten met een aantal Indiase distributeurs om de producten in India te verkopen", aldus Ramanathan. Op die Indiase markt ondervindt Baan uiteraard concurrentie van Sap, Oracle en in mindere mate van het Indiase bedrijf Ramco, dat in maart 1997 een eigen erp-pakket – Marshall 4.0 – op de markt bracht. "Ramco is één van de weinige Indiase bedrijven die helemaal gefocused is op productontwikkeling", zegt Ramanathan, maar hij betwijfelt of het product kan opboksen tegen de concurrentie van de buitenlandse reuzen.
Software uit Banjara Hills
In maart 1996 besloot Baan Company India om naar Hyderabad te verhuizen. Baan groeide wereldwijd enorm snel en Ramanathan zag dat de mogelijkheden voor het bedrijf om in het overvolle en dure Bombay uit te breiden zeer beperkt waren. De keuze viel op Hyderabad vanwege het grote aanbod van software-engineers, de goede levensomstandigheden en de lage grondprijs. Ramanathan: "In Hyderabad is het niet zo moeilijk een betaalbare woning te vinden en de reistijd van huis naar werk is kort." Baan betrok een hoog gebouw van vier etages in de luxe wijk Banjara Hills.
Hyderabad werd ook uitverkoren om de grote medewerking die Baan – onder de paraplu van het programma Software Technology Park (STP) – kreeg van de regering van Andhra Pradesh. "Onderhandelingen met de bureaucratie in India kunnen ontzettend veel tijd opslokken," zegt Ramanathan, "maar omdat we al onze zaken met de overheid afhandelen via STP is de verhuizing snel verlopen, we namen een besluit in maart en in augustus gingen we van start in Hyderabad."
Wat is de functie van Baans vestiging in Hyderabad? Ramanathan: "Hyderabad moet een belangrijk onderzoeks- en ontwikkelingscentrum worden, waar een nieuwe generatie producten ontwikkeld kan worden. We werken hier nu aan de volgende Baan-versie die in de loop van 1998 klaar moet zijn." Hoeveel van deze nieuwe versie zal in India worden ontwikkeld? "Dat is moeilijk exact te zeggen," meent de general manager, "de product-‘conceptualization’, de architectuur, wordt nog in Nederland gedaan, maar de ontwikkeling van het product zal zeker voor zo’n 40 tot 45 procent plaatsvinden in Hyderabad. De mensen van Baan in Nederland hebben meer dan tien jaar ervaring met het ontwikkelen van nieuwe producten, dus is het logisch dat zij het voortouw nemen. Maar het kan best zijn dat wij hier in Hyderabad in de komende jaren op bepaalde terreinen voorop gaan lopen." Het is dus mogelijk dat een volgende versie van de Baan-software voor een belangrijk deel in Hyderabad wordt gemaakt? Ramanathan: "Inderdaad."
Volgens hem verloopt de samenwerking tussen Indiërs en Nederlanders binnen de Baan bedrijven goed: "Uiteraard zijn er culturele verschillen tussen India en Europa. Het individu is bij jullie belangrijker dan in India. Een Europeaan neemt vaak zelfstandig zijn eigen besluiten. Een Indiër zal bij besluiten altijd zijn familie raadplegen en meer rekening houden met anderen. Europeanen zijn daarom assertiever en meer gewend nieuwe ideeën naar voren te brengen. Dat is iets wat soms de creativiteit van Indiërs wat afremt. We vinden onze ideeën vaak niet belangrijk genoeg om naar voren te brengen. We moeten dus leren om assertiever te zijn, om onze ideeën naar voren te brengen en oplossingen aan te dragen", aldus te zeer voorzichtig formulerende Ramanathan.
Plannen te over
Om wereldwijd gelijke tred te houden met de groei van Baan Company, heeft het bedrijf in India grote uitbreidingsplannen. Naast het software-ontwikkelingscentrum krijgt Hyderabad ook een internationale helpdesk en de eerste vertakking van het opleidings- en researchcentrum Baan Institute buiten Nederland. Deze drie onderdelen zullen over twee jaar gevestigd zijn op de nieuwe campus die Baan laat bouwen op een terrein van 8 hectare in Hitec City, een softwarepark even buiten Hyderabad.
In het gehuurde kantoorgebouw in de Banjara Hills werken nu driehonderd mensen. Als de nieuwe vestiging in Hitec City – inclusief de helpdesk en het opleidings-, annex research-centrum – geopend wordt, moeten er 1250 mensen in dienst zijn. Zeer waarschijnlijk zal dit aantal nog groeien. Hitec City is het stokpaardje van Chandrababu Naidu, de eerste minister van Andhra Pradesh die van Hyderabad een IT centrum wil maken, dat te vergelijken is met Singapore.
Baan zal Hitec City in ieder geval delen met een aantal zeer gerenommeerde Indiase softwarebedrijven als Tata Consultancy Services, Wipro en Infosys. Maar er zijn ook nog andere buitenlandse bedrijven die plannen hebben met Hyderabad. Sun Microsystems gaat er een Java-informatiecentrum bouwen. IBM, Microsoft en Oracle zijn betrokken bij de plannen voor het Indian Institute of Information Technology, een opleidingsinstituut. En Baans grote concurrent Sap heeft eerste minister Naidu software aangeboden die hem in staat moet stellen zijn Smart-overheidsproject te realiseren. Naidu wil dat in 2020 alle scholen in Andhra Pradesh aangesloten zullen zijn op het Internet. Een mooi plan voor een staat waar nu nog 30 procent van de mensen analfabeet is.
‘Focused’ als motto
‘Focused’, lijkt het motto te zijn van alle medewerkers van Baan in Hyderabad. Je moet ‘focused’ zijn om te slagen. Ook J.S. Lamba, een Sikh uit de Punjaab, die de verantwoordelijkheid heeft gekregen voor het organiseren van het Baan Institute India gebruikt het veelvuldig. "Om goede opleidingen te verzorgen moet een deel van je bedrijf en je mensen helemaal gefocused zijn op opleiding", zegt Lamba.
De heldere manier waarop Lamba de plannen doceert verraadt zijn achtergrond als leraar en professor aan de universiteit van Bombay. Baan Institute in Nederland heeft voorlopig 3 miljoen dollar uitgetrokken om de dochteronderneming in India gestalte te geven. Het instituut in Hyderabad is begin januari gestart met 30 medewerkers en 170 cursisten en moet een getrouwe kopie worden van de instelling in het moederland. Alleen het aantal cursisten zal hier op den duur veel groter zijn dan in Nederland. Als het straks op volle toeren draait, moet het jaarlijks duizend Baan-specialisten afleveren.
"Het opleidingscentrum zal Indiase ‘boundry spanners’ moeten afleveren, mensen die de kloof tussen IT en ondernemer kunnen overbruggen", vervolgt Lamba. Ook komen er opleidingen voor software-ontwikkelaars en project-managers. Naast de school zal het instituut in Hyderabad dezelfde drie afdelingen hebben die het instituut in Nederland ook kent: research, productie en professionele ontwikkeling. "En dat is nog maar het begin," zegt Lamba, "op korte termijn zullen dergelijke instituten worden geopend in de VS, Israël, Duitsland, Japan en nog een aantal andere landen." In de toekomst moeten die instituten mensen afleveren met een MBIT-titel, Master of Business and Information Technology.
Ondersteuning overal ter wereld
De derde poot van Baan in Hyderabad wordt een centrum voor wereldwijde ondersteuning dat de 205.000 gebruikers van Baans producten wereldwijd gaat bijstaan. Het Puttense bedrijf heeft nu drie grote helpdesks in Ede, Grand Rapids, Bombay en Japan. Daarnaast zijn er enkele kleinere helpdesks. Het ‘support center’ in Japan biedt zijn diensten aan in de landen waar multibyte-versies van Baans software in gebruik zijn: Japan, China, Korea en Taiwan. Hyderabad moet bijspringen wanneer de andere helpdesks de hoeveelheid vragen van klanten niet langer aankunnen. Als alle lijnen in Ede bezet zijn, wordt de beller – zonder daar erg in te hebben – automatisch doorgeschakeld naar Hyderabad.
De helpdesk zal daar zes dagen per week 24-uur per dag bemand zijn, zodat klanten ook een gewillig oor treffen wanneer het kantoor in de eigen regio gesloten is. Baan zal dus altijd – behalve op zondag – bereikbaar zijn voor klanten met vragen. Maar wanneer men in Ede zondagmiddag de kerk verlaat is het al maandagochtend in India. Het informatiecentrum in Hyderabad telt 35 medewerkers. Dit aantal moet in het jaar 2000 uitgegroeid zijn tot 200. Deze groep zal groot genoeg zijn om, wanneer de omstandigheden daarom vragen, ook mensen tijdelijk uit te lenen aan de helpdesks in andere regio. Hyderabad wordt de ‘expertise pool’ voor Baans ‘global customer support’.
Woord en daad
"Wie van jullie wil later software-engineer worden", roept Thomas Nathaniël in het computerlokaal waarin een klas van veertig kinderen zich heeft verzameld. Een stuk of dertig handen van wat bedeesde twaalfjarigen – jongens en meisjes – gaan aarzelend de lucht in. Als ze hun hand niet opsteken vallen ze wat uit de toon, dus de laatste tien handen gaan ook de lucht in. Veertig Indiase software-specialisten-in-de-dop. "En reken maar dat ze goed zullen worden," zegt Nathaniël trots, "Indiase kinderen hebben een geweldig talent voor software."
Ik ben in het computerlokaal van de ‘Word and Deed School’ een christelijke school met 1600 leerlingen uit zeer arme gezinnen. De kinderen – waarvan sommige afkomstig zijn uit de aanpalende leprozenkolonie van Word and Deed – wonen permanent op het schoolcomplex. Tegen de rechterwand staan tien oude PC’s die op MS-Dos draaien. Tegen de linkerwand staan tien vrijwel nieuwe Compaqs met Windows ’95. De Compaqs zijn een gift van Jan Baan die de school al een aantal keren heeft bezocht.
De Word and Deed School wordt voor 100 procent gefinancierd door de Nederlandse christelijke hulporganisatie Woord en Daad. Het schoolgebouw hangt vol met foto’s van molens, grachtenhuizen en blozende Hollanders op fietsen. De kinderen krijgen hier onderwijs, onderdak en een toekomst. "Wij vinden het belangrijk dat deze kinderen uit de armste laag van de samenleving ook in aanraking komen met computers", zegt Nathaniël, die voorzitter is van de Indiase organisatie Word and Deed. "Door de gift van Baan hebben we hier nu meer computers dan op de beste middelbare school in Hyderabad."
Op een signaal van Nathaniël reppen de kinderen zich naar de PC’s en loggen in. Tien keer klinkt het bekende Compaq-riedeltje en de kinderen beginnen in groepjes van vier en vijf per computer zeer gedisciplineerd te werken in Word. Muizen en toetsenborden gaan van hand tot hand. De computerdocent – zelf een product van de ‘Word and Deed School’- vertelt dat hij bezig is deze leerlingen de eerste principes van de computertaal Basic te leren.
Het is natuurlijk noodgedwongen dat deze kinderen zich groepsgewijs over een computer buigen. Maar in de werkruimtes van Oracle, Baan en Mastech in India zie ik dat ook de professionele Indiase programmeurs veel samen doen. De Indiase programmeur is minder een individualist dan zijn westerse beroepsgenoot. En wie zei ook alweer dat de informatie-revolutie pas kan slagen als de mens bereid is informatie te delen?
Het is voor een westerling verbazend te zien hoe twintig Indiase arbeiders betrokken zijn bij het laden van tien zakken zand op een vrachtwagen. Of hoe vijf monteurs één scooter repareren. Of hoe vijf software-engineers van Baan in Hyderabad zich een weg banen door een module van de nieuwe versie van dit erp-pakket. Iedereen heeft zijn eigen rol en zijn eigen taak. De manier waarop gewerkt wordt, is een weerspiegeling van de Indiase maatschappij die wordt gedomineerd door complexiteit en duizenden regeltjes die de onderlinge relaties regelen. Om hier te overleven zijn een talent voor organisatie en veel aandacht voor details onmisbaar. Talenten die je ook nodig hebt om goede software te maken. Of, om met J.S Lamba te spreken, "Je moet gefocused zijn."
Teake Zuidema, freelance medewerker Computable
Deel 5
Software wordt steeds vaker in het buitenland geschreven; ook de programmatuur van Nederlandse ondernemingen. In een serie artikelen schenkt Computable aandacht aan het schrijven van software ‘over de grens’. Deze week een schets van het reilen en zeilen van Baan Company in Hyderabad, dat naarstig probeert Bangalore naar de software-kroon te steken.
De serie wordt afgesloten met de mening van de Nederlandse vakbonden en de Fenit. Tot dusver verschenen vier artikelen.
Deel 1 gaat over het uitbesteden van programmeerwerk door Nederlandse ondernemingen:
‘Softwarecode op wereldreis’ (week 4, 23 januari 1998).
Deel 2 beschrijft software-moguls die zich op standaardpakketten storten:
‘Bangalore droomt van Silicon Valley’ (week 6, 6 februari).
Deel 3 belicht het grote potentieel aan programmeurs in het voormalige Oostblok:
‘Wijsheid uit het oosten’ (week 9, 27 februari).
Deel 4 doet uit de doeken hoe Indiase programmeurs het liefst in Amerika emplooi zoeken:
‘Hindoeïsme basis voor programmeren’ (week 11, 13 maart).
In Amerika zijn ze al een stuk verder, getuige ‘De wereld als jachtterrein – De VS zoekt IT-specialisten elders’ (21 november 1997).