IBM’s San Francisco (SF), het open Java-project voor zware toepassingen, zal dit kwartaal de eerste concrete producten opleveren. De afgelopen twee jaar heeft het bedrijf deze basistechnologie in alle stilte ontwikkeld. SF-directeur Joe Damassa meldde op de Cebit dat de ruim tweehonderd meewerkende softwarebedrijven dit jaar hun producten op basis van deze architectuur lanceren.
"De kracht van San Francisco is het bereik; dat gaat van mainframes tot aan PC’s en nog slankere systemen", predikt Damassa. Het idee van San Francisco is het leveren van een uniforme ondergrond voor Java-applicaties die zich als objecten gedragen. Volgens IBM is het grote verschil met soortgelijke projecten van andere softwareleveranciers de zelfstandigheid van de componenten in San Francisco. "Bij andere objecttechnologieën zit de gebruiker toch nog vast aan het algehele ontwerp van het totale systeem", verklaart Jan Oord, directeur van software-ontwikkelaar Consist.
Autonomiteit
Dit Nederlandse bedrijf is één van de tweehonderd firma’s die wereldwijd onder regie van IBM applicaties ontwikkelt voor San Francisco. Consist heeft zijn software voor personeelsadministratie omgevormd tot een Java-component. "In de autonomiteit van de verschillende objecten schuilt tegelijkertijd de kracht en het gevaar van deze technologie", vertelt Oord. De software van een lokaal bedrijf als Consist is internationaal te gebruiken, doordat de applicatie-modules gemiddeld 40 procent van de functionaliteit bieden. De overige benodigde mogelijkheden zijn simpelweg toe te voegen.
"Aan de andere kant kan een gebruiker onze objecten heel eenvoudig vervangen door die van een ander software-bedrijf", erkent Consist-directeur Oord. Hij hoopt dit te voorkomen door vergaand te specialiseren in de functionaliteit voor personeelsadministratie. Zo levert elke San Francisco-ontwikkelaar een specifiek element voor bedrijfstoepassingen. IBM-topman Damassa legt uit dat de rol van zijn bedrijf sterk op de achtergrond ligt: "Wij leveren alleen de technologische bodemplaat. Bovendien nemen wij alle risico’s; ontwikkelaars krijgen gratis alle hulpmiddelen en ondersteuning."
Monopolie
Pas wanneer de gelieerde softwarefirma’s hun producten weten te verkopen, gaat IBM een percentage van de omzet eisen. De precieze hoogte van dat omzetpercentage hangt af van het volume van de verkoop, verklaart Damassa. Hiermee hoopt IBM natuurlijk ook elke schijn van een monopoliepositie te vermijden. Zowel Damassa als Oord benadrukken echter dat San Francisco de belofte van echt open systemen inlost. JB