De hoge eigendomskosten van zakelijke desktop-PC’s kunnen niet langer worden verdoezeld. Er bestaan talloze rapporten, die tot 30.000 gulden per PC per jaar kunnen verschillen, maar waaruit onomstotelijk blijkt dat de eigendomskosten van PC’S minimaal drie tot vier keer zo hoog zijn als voor domme terminals.
Nu willen we niet terug naar karaktergeoriënteerde terminals, maar ik denk dat een stapje terug naar terminals met een gui-interface noodzakelijk is. Het concept van één computer per desktop is fundamenteel verkeerd, omdat hierbij voor gebruikers n+1 besturingssystemen nodig zijn. Een enkel besturingssysteem op één server voor alle applicaties ligt veel meer voor de hand.
Het is een veel voorkomende misvatting om te denken dat elke gebruiker omwille van de vrijheid moet kunnen beschikken over een PC. Vrijheid wordt altijd geassocieerd met een PC, maar met een X-terminal bereik je hetzelfde, en dat concept bestaat al veel langer dan de PC. De beschikbaarheid van PC-applicaties (en het gebrek aan goede Motif-applicaties voor X) en de opmars van de draagbare computer hebben de industrie echter in de richting van de PC gedwongen.
Motif en de X-terminal, helaas alleen geïmplementeerd op Unix-servers, zijn in specialistische sectoren zeer succesvol. Er zijn niet zoveel gegevens over de eigendomskosten, maar de gegevens die er zijn laten een kostenpost van ongeveer 6000 gulden per jaar zien. Dit is een aanzienlijke besparing ten opzichte van de PC. De schatting biedt een redelijk ijkpunt voor de eigendomskosten van de NC in de toekomst. Die zijn nog niet accuraat te meten, omdat er nog niet zoveel NC’s zijn. 5000 Gulden per NC per jaar lijkt haalbaar, maar de soms genoemde schatting van 1000 gulden per NC per jaar is niet realistisch.
De PC is ontworpen als een stand-alone systeem voor één gebruiker, en het besturingssysteem, PC Dos, benadrukte die filosofie. Werkstations die in dezelfde periode werden ontwikkeld waren veel duurder, maar beschikten wel over robuuste multitasking besturingssystemen, meestal Unix-afgeleiden. Het waren nooit persoonlijke singletasking systemen. Tegenwoordig domineren de multitasking systemen – Windows 95 en NT – zodat een Intel-PC met NT net zo’n goed netwerkstation is als de technische werkstations van Sun of HP. Het onderscheid zit hem voornamelijk in de prestaties en de applicaties; PC’s worden gebruikt voor kantoortoepassingen, Unix-werkstations voor technisch-wetenschappelijke applicaties. Het PC-probleem is niet zozeer het huidige systeem als wel de technisch rampzalige PC-software die er in de loop van de tijd aan is blijven kleven. Windows 3.1 heeft voor de PC een enorme markt gecreëerd, maar is ook verantwoordelijk voor de kans om helemaal opnieuw te beginnen (Java). Windows 3.1 is zowel de held als de schurk van de PC-wereld. De beruchte instabiliteit van Windows 95 – toch een besturingssysteem in ‘protected mode’ – is vooral te danken aan krampachtige pogingen om compatibel te blijven met de verouderde Windows 3.1-omgeving, een probleem dat NT naar de achtergrond heeft verdrongen.
De herintroductie van eenvoudige en goedkope desktop-terminals is een voor de hand liggend alternatief voor de PC op de desktop. Maar door de onvolwassenheid en de migratieproblemen is dit geen oplossing die van de ene op de andere dag kan worden gerealiseerd. Naast de voortschrijdende ontwikkeling van de NC moet er dus iets aan de eigendomskosten van de PC worden gedaan. Dit gebeurt door de introductie van beheertools en de prijzenswaardige inspanningen om de standaardisatie van nieuwe PC-hardware te verbeteren.
Om dit doel te bereiken is Microsoft gaan samenwerken met Intel en de hardware-leveranciers zoals Compaq en Dell; ze definiëren een strikte specificatie voor de toekomstige PC, die ook wel PC-98 wordt genoemd. Nieuwe software, zoals Windows 98 en NT 5.0, zal de nieuwe hardwarefuncties kunnen gebruiken om het beheer te vereenvoudigen en daardoor de eigendomskosten omlaag te brengen. Helaas zijn deze functies niet beschikbaar op bestaande hardware. Ik ben benieuwd of Microsoft en Intel hun klanten weer zover krijgen dat ze hun PC’s vervangen door PC-98 machines, om de voordelen van Windows 98 en de nieuwe Office-versie volledig te kunnen benutten. Met Windows 95 zijn ze erin geslaagd om wereldwijd een hardware-vervanging te forceren, maar of het ze nog een keer lukt? De Windows 95-update heeft bij veel mensen een nare smaak in de mond achtergelaten.
Er is nog een alternatief: de hardware-leveranciers hebben specificaties voor een kleine PC bedacht, met beheerfuncties in hardware: de NetPC. In tegenstelling tot een PC-98 heeft een NetPC weinig uitbreidingsruimte, en moet hij worden ondersteund door een beheerserver.
Deze ontwikkelingen komen eigenlijk te laat, en het migratiepad zal zo duur zijn dat veel gebruikers de vooruitstrevende NC zullen afwachten. Dit betekent dat we rekening moeten houden met een heel scala aan desktops, van NC’s tot complete PC-werkstations. Daarnaast zijn er gui-terminals, zowel op basis van de oude X-terminals als op basis van de nieuwe Windows-terminals van Microsoft en Citrix, die weer gebaseerd zijn op de ‘magere client’-specificaties van Intel.
Waar is de eenvoud toch gebleven?