Met het onderzoek Tool Vision 98 heeft ID Research wederom de markt van software-ontwikkeltools geijkt. Het onderzoeksproject had als doel inzicht te krijgen in ervaringen met ontwikkeltools op de Nederlandse automatiseringsmarkt. De enquête is zo opgezet dat vergelijkingen met het onderzoek van 1995 mogelijk zijn. Zo blijkt ondermeer de verwachting van mainframe- naar midrange-ontwikkeling te zijn uitgekomen.
Welke verwachtingen werden in 1995 geuit en in hoeverre zijn ze uitgekomen? Een zeer sterke stijging werd voorzien in de mate van hergebruik van ontwerpmodellen en van code. In werkelijkheid is er steeds vaker sprake geweest van hergebruik, hoewel minder dan verwacht. Ook werd erg veel verwacht van de inzet van specifieke methoden en tools voor bepaalde ontwikkelstraten, namelijk voor oo-technologie (object-oriëntatie) en voor client/server-technologie. Hier zijn zeker ook stijgingen waar te nemen, maar die zijn veel bescheidener dan was voorzien. Voor client/server-ontwikkeling werd een grote verschuiving verwacht van de server naar de client, met een splitsing van de applicatielogica over client en server (in Gartner-termen: het distributed function-scenario). Deze uitspraak is door de veranderingen in client/server-technologie redelijk achterhaald. Er is niet zozeer sprake meer van ‘de’ client en ‘de’ server. Opvallend veel applicaties worden al ontwikkeld volgens een multitier-architectuur.
Van mainframe naar midrange
De verwachte verschuiving van mainframe- naar midrange-ontwikkeling is uitgekomen. In de midrange-sector is de verschuiving van Unix ten gunste van Microsoft NT veel groter uitgevallen dan voorzien was. Microsoft Windows 95 is, overeenkomstig de verwachting van 1995, steeds dominanter geworden in de PC-sector, ten koste van Dos.
Oracle en Microsoft Access werden in 1995 getipt als de grote stijgers in de markt voor database-managementsystemen (dbms). De werkelijke stijgers zijn Microsoft Access en Microsoft SQL Server gebleken. Ook werd gehoopt dat Odbc (open database connectivity) vaker gebruikt zou worden als technische standaard voor database-benadering; deze verwachting is uitgekomen. Voor applicatie-interoperability en infrastructuur werd gerekend op Ole (object linking and embedding) als technische standaard. Het gebruik blijkt echter gedaald te zijn, al is Dcom (distributed common object model) van Microsoft opmerkelijk veel populairder dan Corba (common object request broker architecture). IBM werd in 1995 gezien als grote runner-up in de repository-markt met het product Team Connection. De enige tool-onafhankelijke speler in deze markt blijkt nu Microsoft te zijn met zijn Microsoft Repository.
Wat het gebruik van ontwikkeltools betreft waren er in 1995 vier producten in opkomst. Oracle scoorde hoog in de polls met (toen nog) Oracle Case en Oracle Forms, en met Oracle Power Objects. Daarnaast werd veel verwacht van Power Builder. In werkelijkheid is het gebruik van de producten van Oracle gelijk gebleven of zelfs afgenomen. Ook het gebruik van Power Builder is juist teruggevallen. De werkelijke stijgers zijn Borland Delphi en Power Designer gebleken.
Client/server gemeengoed
Client/server-technologie is niet langer als een trend te beschouwen, eerder als gemeengoed. Veel applicaties worden volgens een client/server-architectuur opgezet, opmerkelijk veel nu al multitier. Het Gartner-model met de bekende vijf scenario’s voor applicatiepartitionering is daarmee inmiddels achterhaald. Meer dan de helft van de organisaties heeft een strategische keuze gemaakt voor client/server-technologie. Objectgeoriënteerde ontwikkeling, Internet-ontwikkeling en component based development zien de ontwikkelaars als een belangrijke trend. Voor ieder van deze ontwikkelingen geeft ongeveer eenderde van de respondenten aan dat er op strategisch niveau een keus is gemaakt voor die technologie.
Uitgesplitst ontwikkelt 44 procent primair in een PC-omgeving, 40 procent op een midrange-platform en 16 procent op mainframe. Windows 95 is in PC-ontwikkelomgevingen nu verreweg het meest gebruikt. Het Dos-aandeel begint duidelijk terug te lopen. De midrange-markt wordt bepaald door Windows NT en Unix. IBM is marktleider in mainframe-ontwikkelomgevingen.
Waardering huidige generatie
Op het gebied van de infrastructuur is verder te constateren dat Oracle en Microsoft Access de meestgebruikte database-managementsystemen zijn. Onder de technische standaarden valt de populariteit van Dcom (waaronder Activex) op ten opzichte van Corba. De enige tool-onafhankelijke repository die op een significant marktaandeel kan bogen is Microsoft Repository. Tools voor configuratie- en versie-beheer worden nog niet veel gebruikt; Microsoft Sourcesafe en Intersolv Pvcs Suite springen er enigszins uit. Het gebruik van testtools is nog een onontgonnen gebied.
De huidige generatie ontwikkeltools wordt als ruim voldoende beoordeeld. Verscheidene factoren beïnvloeden de waardering voor software-ontwikkeltools. De waardering neemt af naarmate men meer bij grootschalige systeemontwikkeling betrokken is (grote projecten, mainframe-omgeving). Ontwikkelaars vinden de kwaliteit en de onderhoudbaarheid van de op te leveren systemen belangrijke doelstellingen. Tegelijkertijd vinden ze de ondersteuning die ontwikkeltools bieden bij deze doelstellingen nog voor verbetering vatbaar. Nog geen enkele doelstelling is naar volle tevredenheid bereikt. Verder vinden ontwikkelaars technische randvoorwaarden (bedrijfszekerheid, responstijd, multi-user-ondersteuning) belangrijke productkenmerken.
Pluriforme markt
De markt van ontwikkeltools is pluriform. Veel verschillende hulpmiddelen zijn in gebruik. Figuur 1 (zie onder) toont de 25 producten die nu in Nederland het meest gebruikt worden. Deze cijfers worden afgezet tegen de cijfers van 1995, waarbij producten die in 1995 niet bij de top-25 voorkwamen met een streepje zijn aangegeven. Veel toegepaste derde-generatie talen (3GL) zijn Microsoft Access, Microsoft Visual Basic en Cobol. Onder de 4GLs wordt Oracle Developer/2000 het meest gebruikt, onder de case-tools SDW. De upper-case-markt lijkt zijn langste tijd gehad te hebben, getuige onder meer de sterke terugval van het gebruik van SDW. Ook Clipper en Borland Dbase hebben veel terrein prijsgegeven.
De respondenten hebben hun primaire ontwikkeltool aan een gedetailleerde analyse onderworpen. Dertien ontwikkeltools zijn door relatief veel respondenten als primair product genoemd. Dat zijn: Borland Delphi, Cobol, Microsoft Visual Basic, Microsoft Visual C++, Microsoft Access, Uniface, Power Builder, Progress, Oracle Developer/2000, Magic, Oracle Designer/2000, SDW en Cool:Gen.
Figuur 2 (zie onder) toont de waardering voor deze producten in de vorm van een rapportcijfer en vergelijkt dit met 1995. Een streepje betekent dat het product in 1995 niet voldoende vaak als primair product werd beschouwd om een significant gemiddeld rapportcijfer te publiceren. Overigens zijn Cool:Gen, Oracle Designer/2000 en Oracle Developer/2000 hierbij vergeleken met hun voorgangers, respectievelijk Composer, Oracle Case en Oracle Forms.
Saillante observaties
Voor deze producten is onderzocht of ze zich een c/s-tool en een gui-tool (graphic user interface) mogen noemen, of ze in grote projecten worden ingezet, in nieuwbouw- of onderhoudstrajecten en in gefaseerde of iteratieve trajecten. Verder zijn karakteristieken gegeven van de technische infrastructuur en de ontwikkelinfrastructuur waarbinnen deze tools goed gebruikt kunnen worden.
We vatten de meest in het oog springende observaties samen. Borland Delphi is een gui-tool, dat de gebruikers hoog waarderen (rapportcijfer 8,2). Cobol is geschikt voor host/terminal-applicaties, in onderhoudsprojecten en onderhoudsintensieve omgevingen. Het wordt niet door gui-ontwikkelaars ingezet. Microsoft Visual Basic is een gui-tool. Men zet Microsoft Visual C++ in voor het ontwikkelen van stand-alone applicaties. Uniface en Power Builder zijn gui-tools die gebruikt worden voor het ontwikkelen van client/server-applicaties. Progress vindt toepassing in minder onderhoudsintensieve omgevingen. Magic, gebruikt in kleine projecten, wordt hoog gewaardeerd (rapportcijfer 8.0). Gui-ontwikkelaars zetten het niet voor hun projecten in. SDW vindt zijn weg naar onderhoudsprojecten en gefaseerde projecten. Het krijgt een lage waardering (rapportcijfer 6,1). Ook hieraan geven gui-ontwikkelaars niet de voorkeur. Cool:Gen wordt vooral in grote projecten gebruikt en in gefaseerde projecten.
Ontwikkelsituaties
Ook de situatie waarin de ontwikkelaar werkt is onder de loep genomen: Speelt op het Web gebaseerde gebruikersinterface-ontwikkeling een rol? Waar letten mainframe-ontwikkelaars op? Welke rol speelt upper-case? In welke situaties wordt voor een 4GL gekozen? Welke methoden en technieken zijn in gebruik? Wat betekent de omvang van een project voor de mate van hergebruik? Het voert in het bestek van dit artikel te ver om alle situatiefactoren apart te bespreken. Het ontwikkelde model is wel relevant omdat dit kan helpen in de selectie van ontwikkeltools. Figuur 4 (zie onder) biedt een overzicht van de belangrijkste variabelen die in de analyse van ontwikkelsituaties gebruikt zijn, en van een aantal belangrijke verbanden tussen die variabelen. Iedere rechthoek in deze figuur correspondeert met één variabele. Zo geeft de rechthoek ‘projecttype’ aan dat het onderzoek erop gericht is of het projecttype van invloed is op het gebruik of de waardering van ontwikkeltools. De groep respondenten is dan bij allerlei analyses in een aantal deelpopulaties gesplitst, op basis van het projecttype waarin de respondent werkzaam is.
Relaties tussen de variabelen zijn aangegeven met lijnen tussen de rechthoeken. Zo geeft de lijn tussen ‘projecttype’ en ‘werkwijze’ aan dat onderzocht is of de keuze voor een werkwijze samenhangt met het projecttype. De twee variabelen die in deze figuur centraal staan, zijn applicatie-architectuur en ontwikkelplatform. In de variabele ontwikkelplatforms is onderscheid gemaakt naar PC, midrange en mainframe.
Er zijn zes applicatie-architecturen mogelijk: stand-alone (1); host/terminal (2); client/server, 2-’tier’ (3) -met dus één type server, bijvoorbeeld een database-server of een applicatie-server, naast één client; client/server, n-tier (4) – waarbij meerdere rollen zijn onderscheiden, bijvoorbeeld een database-server èn een applicatie-server naast een aantal clients voor louter user-interface-doeleinden; gedistribueerde objecten, of zogenoemde peer objects (5) – waarbij verscheidene computers zowel de server- als de client-rol kunnen aannemen bij het draaien van een applicatie; web-gebaseerd (6).
Over één jaar
Het komende jaar is een aantal grote verschuivingen te verwachten. Veel meer applicaties zullen volgens een multitier-architectuur ontwikkeld worden. De ontwikkeling van gui’s zal steeds meer op het Web gebaseerd worden. Onder de methoden en technieken wint UML (unified modeling language) snel aan populariteit. Zeer veel organisaties zullen naar het zich laat aanzien in het komende jaar een strategische keuze maken voor Internet-ontwikkeltechnologie.
Voorziene verschuivingen voor wat betreft ontwikkelplatformen zijn ten faveure van midrange-omgevingen, waar Microsoft NT steeds duidelijk de markt bepaalt. In PC-omgevingen zijn de verwachte verschuivingen uitsluitend ten gunste van Microsoft. IBM zal zijn marktleiderspositie in mainframe-omgevingen behouden. Gericht op dbms’en zijn verschuivingen te voorzien ten gunste van Oracle en Microsoft SQL Server. Veel respondenten verwachten veranderingen in het gebruik van technische standaarden, ten gunste van Dcom, Corba en RMI.
Op het gebied van ontwikkeltools worden grote verschuivingen verwacht. Java gaat naar het zich laat aanzien veel terrein onder de 3GLs veroveren. De markt lijkt zich verder uit te kristalliseren: Borland en Microsoft zullen de markt van de ‘lichtere’ ontwikkeltools meer en meer domineren, en Oracle zal zich duidelijk op de markt van de ‘zwaardere’ ontwikkeltools (4GL en case) manifesteren.
Corba wekt verwachtingen
Het onderzoek verschaft een gedetailleerd inzicht in het gebruik en de waardering van ontwikkeltools. Een afsluitende kanttekening is dat het onderzoek werd uitgevoerd in oktober 1997. Inmiddels zijn we enkele maanden verder. Door marktinitiatieven van IBM en Oracle is inmiddels meer van Corba te verwachten. Ook de rol van de Microsoft Repository is waarschijnlijk sterk toegenomen.
Ten slotte is het voor toekomstige marktonderzoeken van belang om ook de ervaringen en de waardering van ontwikkelaars met ontwikkeltools voor de erp-markt in kaart te brengen. Deze markt is volop in beweging.
Denis Verhoef,
programma-manager Architectuur,
advies- en innovatiebureau ID Research bv,
Gouda.
Figuur 1. Gegevens over gebruik van de 25 meest gebruikte ontwikkeltools in Nederland. | ||
3GL | Gebruik nu in % | Gebruik in 1995 in % |
Microsoft Access | 41 | 33 |
Microsoft Visual Basic | 24 | 31 |
Cobol | 21 | 24 |
Microsoft Visual C++ | 19 | 19 |
Borland Delphi | 18 | 7 |
Clipper | 15 | 26 |
C | 14 | – |
Borland C++ | 9 | 15 |
Borland Dbase | 9 | 17 |
Microsoft Fox Pro | 8 | – |
Micro Focus Cobol | 7 | 12 |
Pascal | 7 | 10 |
RPG | 7 | 9 |
C++ | 5 | 5 |
Microsoft J++ | 5 | – |
4GL | Gebruik nu in % | Gebruik in 1995 in % |
Oracle Developer/2000 | 21 | 20 |
Power Builder | 9 | 13 |
Uniface | 7 | 9 |
Progress Ade | 4 | – |
CASE | Gebruik nu in % | Gebruik in 1995 in % |
SDW | 26 | 46 |
Oracle Designer/2000 | 17 | 16 |
Power Designer | 11 | – |
Erwin | 6 | – |
Rational Rose | 5 | – |
System Architect | 5 | – |
Figuur 2. De gemiddelde rapportcijfers voor de in detail besproken producten. | ||
ONTWIKKELTOOL | ALGEMENE WAARDERING (NU) | ALGEMENE WAARDERING (1995) |
3GL | ||
Borland Delphi | 8,2 | – |
Cobol | 7,3 | – |
MS Visual Basic | 7,0 | 7,4 |
MS Visual C++ | 7,7 | – |
MS Access | 7,0 | 7,4 |
4GL | ||
Uniface | 7,3 | 7,3 |
Power Builder | 7,3 | 7,1 |
Progress | 7,3 | – |
Oracle Developer/2000 | 7,1 | 7,6 |
Magic | 8,0 | – |
CASE | ||
Oracle Designer/2000 | 7,3 | 7,1 |
SDW | 6,1 | 6,7 |
Cool:Gen | 7,2 | 6,9 |
Figuur 3. De meest in het oog springende observaties omtrent onder meer toepassing in welke projecten, kosten, gebruiksgemak en waardering. | |
ONTWIKKELTOOL | OBSERVATIES |
3GLs | |
Borland Delphi | Veel gebruikt door gui-ontwikkelaars Hoge waardering (rapportcijfer 8,2) Hoog gewaardeerd voor de productkenmerken: * kosten van run-time-licenties * kwaliteit en gebruiksgemak van de user-interface van het ontwikkeltool * variëteit aan standaard-ui-objecten * variëteit aan Windows-stijlen * variëteit aan af te testen events Volgens gebruikers cruciaal voor de doelstellingen: * het bereiken van database-onafhankelijkheid. |
Cobol | Geschikt voor host/terminal-applicaties Gebruikt in onderhoudsintensieve omgevingen Weinig gebruikt in nieuwbouwprojecten Weinig gebruikt door gui-ontwikkelaars |
Microsoft Visual Basic | Veel gebruikt door gui-ontwikkelaars Hoog gewaardeerd voor de productkenmerken: * kosten van run-time-licenties * verwachte continuïteit van de leverancier * innovatievermogen van de leverancier * kwaliteit en gebruiksgemak van de user-interface van het ontwikkeltool * variëteit aan Windows-stijlen * run-time-objectmanipulatiemogelijkheden Volgens gebruikers cruciaal voor de doelstellingen: * het kunnen ontwikkelen van gui-based applicaties. |
Microsoft Visual C++ | Veel gebruikt voor stand-alone-applicaties |
Microsoft Access | Geen opvallende observaties |
4GLs | |
Uniface | Veel gebruikt door gui-ontwikkelaars Veel gebruikt voor client/server-applicaties Hoog gewaardeerd voor de productkenmerken: * portabiliteit van applicaties * vrije keuze van het platform voor de applicatieserver Volgens gebruikers cruciaal voor de doelstellingen: * het bereiken van database-onafhankelijkheid; * het bereiken van platform-onafhankelijkheid; * het ontwikkelen van client/server-applicaties. |
Power Builder | Veel gebruikt door gui-ontwikkelaars Veel gebruikt voor client/server-applicaties Volgens gebruikers cruciaal voor de doelstellingen: * het ontwikkelen van gui-based applicaties. |
Progress | Weinig gebruikt in onderhoudsintensieve omgevingen Hoog gewaardeerd voor de productkenmerken: * multi-user-ondersteuning * variëteit aan standaard-ui-objecten * variëteit aan Windows-stijlen * run-time-objectmanipulatiemogelijkheden * import-/exportfaciliteiten Volgens gebruikers cruciaal voor de doelstellingen: * het bereiken van platform-onafhankelijkheid; * het ontwikkelen van client/server-applicaties; * het ontwikkelen van ‘jaar 2000’- of Euro-compliant applicaties. |
Oracle Developer/2000 | Hoog gewaardeerd voor de productkenmerken: * verwachte continuïteit van de leverancier |
Magic | Veel gebruikt in kleine projecten Hoge waardering (rapportcijfer 8,0) Weinig gebruikt door gui-ontwikkelaars Hoog gewaardeerd voor de productkenmerken: * multi-user-ondersteuning Volgens gebruikers cruciaal voor de doelstellingen: * het bevorderen van het gebruik van prototyping; * het bereiken van platform-onafhankelijkheid; * het ontwikkelen van gui-based applicaties; * het ontwikkelen van client/server-applicaties. |
CASE | |
Oracle Designer/2000 | Hoog gewaardeerd voor de productkenmerken: * verwachte continuïteit van de leverancier |
SDW | Veel gebruikt in sterk gefaseerde projecten Weinig gebruikt in nieuwbouwprojecten Weinig gebruikt door gui-ontwikkelaars Lage waardering (rapportcijfer 6,1) |
Cool:Gen | Veel gebruikt in grote projecten Veel gebruikt in sterk gefaseerde projecten Hoog gewaardeerd voor de productkenmerken: * generatie van code vanuit datamodel |
Figuur 4. De belangrijkste variabelen bij het beschrijven van de organisatie en de uitvoering van de systeemontwikkeling. |
Het onderzoek
Tool Vision 98 is uitgevoerd door ID Research. Om inzicht te krijgen in de markt voor software-ontwikkeltools werd een uitgebreide enquête (oplage 12.000) opgesteld. Op basis van de respons (effectief 8,2 procent) zijn significante uitspraken te doen.
Het onderzoeksproject is mogelijk gemaakt door, en uitgevoerd in nauwe samenwerking met zes leveranciers: Borland Benelux, Cap Gemini, Compuware, Magic Software Enterprises, Oracle Nederland en Sterling Software. Ook Array Publications, als uitgever, en Computable hebben een belangrijke rol gespeeld in het project. Business Publications Amsterdam, de uitgever van Computable, heeft veel zakelijke adressen van abonnees beschikbaar gesteld en daarmee het project in belangrijke mate ondersteund.
Op de Database Systems’98-conferentie (26 maart, te Maarssen) zal het project in detail worden gepresenteerd. Ook het boek (verkrijgbaar bij Array Publications) wordt dan gepresenteerd.