1972 Is het jaar waarin Richard Nixon glorieert en bruggen slaat naar verre landen. Hij weet dan nog niet wat hem boven het hoofd hangt. Dat weten ook de Israëlische atleten niet.
In februari gaat de Amerikaanse president Richard Nixon naar China, waar hij met De Grote Roerganger zelve en met Zhou Ennlai praat. Pepsi Cola houdt uiteindelijk aan het bezoek een fijne concessie over. In Parijs gaan inmiddels de vredesonderhandelingen met Noord-Vietnam onverminderd voort – evenals de bombardementen op dat land. Desondanks lijkt een definitief akkoord in zicht te komen.
Ook met Brezjnev gaat Nixon praten. De ondertekening van het Salt-akkoord in mei betekent een flinke beperking van de wapenwedloop. Of hij het erom gedaan heeft of niet, feit blijft dat Nixon bij de presidentsverkiezingen in november tegenstander McGovern finaal van het bord veegt. Dat er eerder dat jaar, in juni, vijf mannen op heterdaad zijn betrapt bij een inbraak in een kantorenflat in Washington – een Amerikaans soort ‘Waterstaete’ – heeft dan nog niet zo heel veel indruk gemaakt. Het feit dat in de agenda van een van de inbrekers de naam van een adviseur van Nixon vermeld stond, vermag aanvankelijk evenmin veel stof doen opwaaien. ‘Watergate’ is nog gewoon de naam van een gebouw.
Terreur
Aan terreur is dit jaar geen gebrek. Eerst maken drie Japanners, die opereren in dienst van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina, 26 doden bij een aanslag op het vliegveld Lod in Israël; op 5 september zijn het wederom Israeliërs die het moeten ontgelden, nu op de Olympische Spelen in München. Acht Arabische terroristen dringen het verblijf van de Israëlische sporters binnen. Ze doden meteen twee mensen en gijzelen er negen. Na een hele dag onderhandelen vindt de gijzeling zijn bloedige apotheose op het vliegveld Fürstenfeldbruck. Er vallen zeventien doden, onder wie alle gegijzelden en vijf van de terroristen. Er was toch iets te kordaat opgetreden. Na een dag van rouw gaan de Spelen natuurlijk gewoon door. Zo makkelijk laat het Olympisch Ideaal zich niet aan de kant zetten. Vier Nederlandse atleten, onder wie Jos Hermens, bedanken voor de twijfelachtige eer verder te mogen spelen en keren huiswaarts.
Ander slecht nieuws dit jaar is dat de Fransen het weer eens niet kunnen laten en op Mururoa een kernbom tot ontploffing brengen. De hele wereld staat zoals gewoonlijk op zijn achterste benen – de regering van de Fiji Eilanden vraagt zich hardop af waarom het ding niet op Corsica wordt uitgeprobeerd – maar de Fransen waren ook toen al onvermurwbaar. Erg goed kan die bom overigens niet geweest zijn, want bijna vijfentwintig jaar later is Mururoa nog steeds niet met de grond gelijk gemaakt en – het ligt nog vers in het geheugen – doen de Fransen het hele spektakel nog een paar keer dunnetjes over.
In Oeganda is Idi Amin inmiddels lekker op dreef gekomen. Hij beslist dat binnen drie maanden alle Aziaten het land moeten hebben verlaten. De Aziaten roepen ach en wee, want beseffen niet wat een mazzelkonten ze zijn: zij zullen een paar jaar later tenminste allemaal nog leven – al is het voor een aantal van hen in Engeland.
Boze hoofdredacteur
In het juni-nummer van Computable van dit jaar, treffen wij een hevig ontstemde hoofdredacteur die ernstig moet knorren op zijn lezers. “Maken wij zo’n mooi blad,” houdt hij zijn lezersvolkje voor, “En wat doen jullie? Lezen? Leren? Nee, jullie verdommen het gewoon!” Nou ja, hij zegt het iets beleefder, maar de boodschap is niettemin duidelijk: ‘Helaas moet men constateren dat in verreweg de meeste gevallen lezers niet of nauwelijks hun voordeel doen met de zo royaal geboden informatie. Dit blad – zoals de meeste vakbladen op allerlei terrein – bevat een schat aan feiten, meningen een aankondigingen, waarmee men zijn voordeel kan doen. Het zou dan ook voor de hand liggen als het merendeel van de lezers daar gebruik van maakte. ‘Helaas moet men nogmaals vaststellen dat het tegendeel het geval is. Elke maand weer kondigen wij nieuwe technische gegevens aan, melden wij de samenstelling van nieuwe programma’s of verbeterde apparatuur. En de praktijk bewijst dat toch telkens weer de computer wordt gebruikt voor een oninteressante administratie, een omvangrijk rekenprogramma of een klein wetenschappelijk onderzoek.’ EN DAT WILLEN WIJ NIET MEER HEBBEN!!! BEGREPEN??? Of het ermee te maken heeft, weten we niet, maar drie maanden later draagt hoofdredacteur Kolb de scepter over aan eindredacteur Ate van Eek.
Dure grap
In een lang artikel over timesharing komt uitgebreid de gegevensopslag aan de orde. De auteur, de Engelse hoogleraar computerwetenschappen John Buxton, heeft daarover een uitgesproken mening: ‘Het is al een stuk duurder om gegevens op een magnetische band te zetten, en het is moorddadig duur om ze op een magnetische trommel of op een grote ronddraaiende schijf te zetten. De laatste twee zijn zo ongeveer de meest krankzinnige apparaten voor het opslaan van gegevens die men zich kan voorstellen, maar die onveranderlijk gebruikt worden in grote timesharing-systemen. On line opslag op een magnetische schijf kost al een kwartje per dag voor slechts duizend woorden van zestig bits.’ Dan is een gewone bibliotheek toch een stuk goedkoper.
Langzame groei
Echt hard gaat het met de uitbreiding van het vaderlandse computerpark nog niet, zo lezen we in november. In de eerste helft van 1972 zijn er 196 computers bijgekomen. Maar dat zijn voor een groot deel vervangingen. Dat zorgt er onder meer voor dat er in augustus slechts één Univac meer staat opgesteld dan in januari. En zo slecht ging het toch niet.