Amsterdamse taxichauffeurs schijnen niet zo’n beste reputatie te hebben. Ik zou niet weten waarom. Misschien doe ik iets verkeerd, maar tegen mij zijn ze altijd reuze vriendelijk en beleefd. Ook rijden ze me snel van de ene plaats naar de andere. Bovendien zijn ze altijd in voor een goed gesprek. Volgens journalisten is de taxichauffeur de belangrijkste bron van informatie voor correspondenten in den vreemde. Als je in een artikel leest: ‘Bronnen in Nairobi melden dat’, dan kun je er donder op zeggen dat er weer eens een taxichauffeur is geïnterviewd.
Taxichauffeurs in Amsterdam hebben geen makkelijke baan. Snorders, die het illegaal voor de helft van de prijs doen, pikken menig vrachtje in. De overheid zet het vergunningenstelsel op de helling, waardoor veel chauffeurs hun pensioenvoorziening dreigen kwijt te raken. Misschien gaat het interieur van de Amsterdamse taxi daarom steeds meer lijken op dat van een moderne gevechtshelikopter. Naast het bestaande arsenaal aan tellers, meters, GSM-telefoons en de bekende krakende mobilofoon zijn veel Amsterdamse taxi’s tegenwoordig uitgerust met een compact beeldscherm.
De chauffeur van de taxi waar ik vanavond instap kan na het aanzetten van de meter een zucht niet onderdrukken. Het beeldscherm toont de volgende melding: ‘Systeemfout, neem contact op met Dice.’ De taxichauffeur pakt zijn mobiele telefoon. "Taxi 437. Ik heb een systeemfout. Dat is de derde vandaag. Ik word hier niet vrolijk van moet ik zeggen. Ja. Goedenavond." Tegen mij: "Dat is de derde keer. Het is een mooi systeem hoor. Maar kinderziektes, hè."
"Wat is het voor een systeem?" vraag ik hem. "Ridas," antwoordt hij. "Op het beeldscherm kun je zien waar je volgende vrachtje, eh, klant staat. Alleen de taxi die het dichtste bij is krijgt dat te zien. Dus je weet zeker dat niet iemand anders je klant voor je neus wegkaapt." De chauffeur ontwijkt een fietser. "Het werkt met de satelliet. Er zit een soort schoteltje op het dak." Ik vraag hem of hij tevreden over het systeem is. "Het scheelt toch een hoop. Kijk, ik breng u nou daarheen. Vroeger moest ik het hele stuk leeg weer terugrijden. Nou rijd ik meteen naar de volgende klant, dan kan ik vol weer terug. Tenminste, als hij het doet, ha, ha. En als er een klant is natuurlijk. Het is een mooi systeem hoor."
"Wat betekent Ridas?" vraag ik. "Ja, wat betekent dat, ritten distributie afhandelingssysteem geloof ik. Het apparaat is van een Canadees bedrijf." Dice, opper ik? "Nee, Dice is het dienstencentrum. Ze bellen me zo terug. Dan hoor ik hoe laat ik langs kan komen. Ze moeten hem opnieuw instellen. Een keertje is niet zo erg, maar drie keer is wat veel van het goede. Hier rechts?" De telefoon gaat. "Taxi 437. Goedenavond. Twaalf uur kan ik niet. Twaalf uur vanavond? Dat gaat wel lukken. Dank u wel." Tegen mij: "Ik weet wel hoe het komt hoor, die systeemfout. Het systeem is zwaar beveiligd. Dus als er een storing is, dan kun je er niets meer aan doen. Moet je terug naar het dienstencentrum. Het is overbeveiligd, zeg maar." Ik vraag of het een duur systeem is. "Acht miljoen heeft het gekost. Kost ons 265 gulden per maand. Dat haal je er wel uit hoor. Het is een toeslag op de bijdrage. En die zal er wel niet meer van afgaan, ha, ha. Ze zullen het toch moeten onderhouden." Hoeveel taxi’s maken nu gebruik van dit systeem? "Nu een stuk of tweehonderd, van de zes-, zevenhonderd. De rest komt wel hoor. Straks moeten ze wel. De mobilofoon gaat eruit hè." "Kan het systeem nog meer?" vraag ik. "Ja, ja. Bonnetjes printen. Straks kan hij credit cards accepteren. Van alles. Het is een mooi systeem. Als het werkt. Hier links?"
Hier links. De gebruiker van het Ridas-systeem draait de straat in en levert me voor de deur af. De bon wordt met de hand geschreven. "Normaal kan ik hem uitprinten, maar nu niet, vanwege die systeemfout hè. Geeft niks, ik heb voor de zekerheid altijd mijn bonnetjes bij me. Goedenavond, heer." En weg is hij weer, op naar het dienstencentrum.