Eindelijk heerst er een bruisende sfeer op de Universiteit van Zambia (Unza); de studenten zijn weer terug. Acht maanden geen studenten maakt voor het Computer Centrum (CC) niet uit. Salarissen worden doorbetaald en de invoering van een nieuw financieel systeem gaat gewoon door. Maar het lijkt alsof er een einde komt aan een roerige periode, die veel invloed op mijn werk heeft.
Het begon voordat ik bij Unza werkte. De overheid is erg slordig met het uitbetalen van de studententoelages en de studentenverblijven worden slecht onderhouden. Na twee dagen rellen wordt Unza gesloten, regels zijn regels.
In de eerste weken van mijn nieuwe baan wordt het managementteam geschorst wegens onduidelijke financiële praktijken. Ik probeer een aantal bankrekeningen te openen voor de invoering van het nieuwe financiële systeem. Maar niemand durft hiervoor te tekenen, laat staan geld over te maken. Iedereen is bang geworden voor verantwoordelijkheden.
Na enkele weken wordt een tijdelijk managementteam aangesteld. Ik grijp mijn kans en loop elke dag met de aanvraagformulieren van de bankrekeningen rond. In mijn andere hand heb ik het strategisch plan van Unza waarin de doelstelling van het nieuwe financiële systeem staat. Opnieuw tegenwerking. Een nieuw decentraal financieel systeem decentraliseert ook de macht. Met horten en stoten gaan de eerste faculteiten uiteindelijk over op het nieuwe systeem.
Al enige tijd onderhandelen de universiteitsvakbonden over een nieuwe cao. Het is inmiddels augustus. Op stel en sprong krijgt iedereen een salarisverhoging van 50 procent. Grote paniek! Veel salarissen gaan over de miljoen-grens heen. Ons twintigjaar oude salarissysteem kan dit niet aan. Wij zijn nog bezig deze te vervangen door het nieuwe systeem. Als aan het eind van deze maand de salarisverhoging niet uitbetaald wordt, kunnen we weer stakingen verwachten. Tot twee uur ’s nachts werken we door, zodat de salarisstrookjes en bankoverboekingen zeven cijfers aankunnen. Ik vraag mij af waarom het probleem pas een week voor de uitbetaling gesignaleerd werd, maar haal opgelucht adem.
Maar dan is er alweer onrust. Het inkomen van de Universiteit wordt gehalveerd. Net na de uitbetaling van de salarisverhogingen blijkt de overheid cash-problemen te hebben. De overheidstoelage aan Unza wordt met onmiddellijke ingang gehalveerd. Deze toelage is niet eens voldoende om de netto-salarissen te betalen. De afdeling Financiën heeft geen tijd meer voor het nieuwe systeem, maar is bezig geld bij elkaar te sprokkelen. Regelmatig ben ik de enige die aanwezig is op de voortgangsbesprekingen. Een halfjaar oude rekening voor de softwarelicentie van het financiële pakket wordt maar niet betaald. Via telefoon en e-mail ontvang ik dringende vragen van de leverancier. Over de nieuwe licentie en noodzakelijke uitbreidingen willen ze niet praten. Straks draait ons nieuwe financiële systeem niet eens meer!
Gekoppeld aan het nieuwe decentrale financiële systeem krijgt elke faculteit maandelijks een toelage. Ondanks toezeggingen worden er geen bedragen overgemaakt naar de faculteiten. Het nieuwe systeem is weer lam gelegd en wordt alleen gebruikt voor het inkomen van buiten Unza, voornamelijk consultancy en buitenlandse sponsors.
Die maken overigens niet graag geld over aan een universiteit die zes maanden zonder studenten zit. Verschillende ambassades dreigen hun projecten stop te zetten en hun Unza-personeel terug te trekken. Voor het computercentrum heeft dit grote gevolgen: ons afdelingshoofd terug naar Nederland; geen investeringsprojecten meer, dat wil zeggen geen nieuwe software, geen nieuwe PC’s, geen uitbreiding van ons netwerk en geen toevoegingen op het Unza-salaris voor de belangrijkste afdelingen van het CC, ofwel leegloop van personeel.
De hightech-omgeving van het CC is -relatief gezien- een belangrijke motivatie voor de werknemers om voor Unza te blijven werken, ondanks het lage salaris. Inmiddels is de overheidstoelage al drie maanden te laag om de netto-salarissen te betalen. De financiële afdeling adviseert om iedereen met onbetaald verlof naar huis te sturen. Ik bedenk wat voor werk ik buiten de universiteit kan doen.
Unza staat onder druk om zijn poorten te openen. Na weken van onzekerheid besluit Unza om hiertoe over te gaan. De sponsors glimlachen weer, de overheid verhoogt de toelage. Gelukkig!
Maar dan zijn er geweerschoten te horen. ’s Ochtends om 6.00 uur meldt Kapitein Solo dat er een militaire coupe heeft plaats gevonden in het stabiele Zambia. Ik vraag mij af wat dit betekent. Binnen drie uur meldt de president dat hij is overmeesterd. Alleen een extra vrije dag dus.
Unza gaat weer open. De studenten zijn rustig, hoewel de studentenverblijven nog steeds lekken. De overheidstoelage is omhoog gegaan, maar nog niet voldoende om de faculteiten weer hun eigen maandelijkse budget te geven. Maar ik heb goede hoop voor volgende maand en haal weer opgelucht adem.