Vier jaar leefde Rob van Kesteren in een droomwereld. Tot hij op maandagavond 22 juli 1997 plotsklaps wakker werd geschud door een telefoontje van mede-compagnon en meerderheidsaandeelhouder Miguel Rys. Deze bleek Netbuilding te hebben verkocht aan Simac; Van Kesteren moest zijn aandelen ook inleveren. Drie maanden later trok hij weer aan het langste eind: tegenstrijdige belangen noopte Simac ertoe Netbuilding Nederland te verzelfstandigen.
In vijf jaar tijd groeide Netbuilding Nederland uit tot een bedrijf met veertig medewerkers en een omzet van zestien miljoen gulden. Dit jaar verwacht de directeur een groei naar 20 tot 25 miljoen. Netbuilding verkoopt producten van Bay Networks, Cisco, Shiva en Xylan, biedt netwerkoplossingen aan, beheert netwerkomgevingen op afstand en beconcurreert Prolin met helpdesksoftware. Het bedrijf fungeert geregeld als onderaannemer bij integratieprojecten van grote IT-bedrijven als EDS en CMG. Tot de klantenkring behoren ondermeer Moret Ernst & Young, ingenieursbureau ABB Lummus Global, ING, ABN Amro en Deloitte & Touche.
Pot en pint
De management buy-out van oktober 1997 vormt het sluitstuk van een ontstaansproces waarin Netbuilding Nederland in korte tijd is uitgegroeid tot een goeddraaiende aanbieder van netwerkdiensten. Van Kesteren verliet in 1993 zijn toenmalige werkgever Impact – eveneens een netwerkdienstverlener – en zette samen met zijn vrouw een Nederlandse vestiging op van Netbuilding België, een bedrijfje in bekabelingsoplossingen, switches, routers en hubs. De toenmalige Parijse eigenaar Atlanta Group achtte een Nederlands, autonoom opererend filiaal verstandig, omdat Netbuilding België geen kans van slagen zou hebben op de Nederlandse markt. Van Kesteren: "Het lukt maar heel weinig Nederlandse bedrijven om met een Nederlandse blik succesvol zaken te doen in België. Andersom geldt dat ook. In Nederland leveren we strijd om iedere meter; in België gebeurt alles tussen ‘pot en pint’."
Per kilo
Van Kesteren zag al snel dat met het alleen leveren van ‘ijzer’ niet veel meer te verdienen was. "De marges namen af en de distributeurs handelden de bestellingen van grootverbruikers af. Tot een paar jaar terug had een switch iets magisch. Tegenwoordig gaan ze per kilo over de toonbank. In mijn overtuiging lag onze meerwaarde in het aanbieden van diensten rond die datacommunicatie, zeg maar het servicemanagement-gedeelte, en het geven van advies over de invulling van een netwerk op de langere termijn. Een van mijn eerste acties was het overnemen van de Nederlandse vestiging van BIM, een bedrijf dat gespecialiseerd was in client/server-technologie. Verder boden we als beheerhulpmiddel Tivoli aan. Een mooi product, maar wij verkochten het nauwelijks. Tivoli vereist een andere manier van omgaan met IT in een onderneming en wij waren te klein om zulke ingrijpende processen te begeleiden. Uit noodzaak besloot ik over te gaan op het verkopen van eenvoudiger hulpmiddelen."
Wormvormig
In 1994 kocht Netbuilding België de Franse eigenaar uit. Om de eigendomsstructuur te verduidelijken riepen Rys en Van Kesteren in 1996 de holding Netbuilding Benelux in het leven waarvan ‘België’ en ‘Nederland’ deel uitmaakten. Simac liet in 1997 zijn oog vallen op de Belgische vestiging. In België ontbeerde Simac commerciële stootkracht, terwijl Netbuilding België financiële slagkracht nodig had. Van Kesteren ondervond dat Netbuilding Nederland "als een wormvormig aanhangsel ergens in de organisatie werd weggestopt. Toen ben ik voor de deur gaan liggen, net zolang tot er een voor ons werkende constructie ontstond. Dat leidde in eerste instantie tot een 50 procentsbelang van Simac in ons bedrijf. Maar we kwamen pas echt in de problemen toen bleek dat een aantal partners ons plotseling als concurrent zagen, omdat Simac net als zij een systeemintegrator is. Zij dreigden opdrachten af te zeggen. Dit leidde tot de verzelfstandiging, eind oktober. Simac is nu een van onze partners."
Proefkonijn
Behalve een ontluikende vraag naar spraak/datacommunicatie ziet Van Kesteren een toenemende roep om state-of-the-art bandbreedte-technologie, zoals ATM en Gigabit Ethernet. "Bedrijven schakelen over op snellere PC’s, laten grote erp-pakketten van SAP of Baan installeren en willen Internet/intranet gebruiken. Zij vragen om steeds meer beschikbaarheid. De markt dwingt leveranciers daarom tot het vervroegd lanceren van nieuwe producten, waarvan vaak maar 60 à 70 procent echt werkt. Gebruikers zijn vaak proefkonijn zonder dat ze het weten. Zij moeten zichzelf meer rekenschap geven van wat de huidige technologie kan."
Het grootste probleem bij netwerken blijft de controle, constateert de Ridderkerker. "Er bestaat geen enkele leverancier die alles kan beheren, zelfs IBM met Tivoli niet. Ik signaleer de tendens dat het beheer van het netwerk wordt gesplitst over de componenten met gebruikmaking van webbrowsertechnologieën. Daarnaast verwacht ik veel van rapportagehulpmiddelen, die inzicht geven in de prestaties van het netwerk."