De maximaal honderd miljoen gulden die minister Wijers van Economische Zaken uittrekt voor het vorige week gepresenteerde stimuleringsplan voor de ICT-sector is absoluut te weinig.
Bodo Douqué, één van de betrokkenen in het door Roel Pieper geleide Twinning Netwerk, becijfert op eenvoudige wijze dat het investeringsfonds minimaal één tot anderhalf miljard gulden nodig heeft.
Doel van het stimuleringsplan van Philips’ nieuwe topman Roel Pieper en minister Wijers is het concurrentievermogen van de Nederlandse ICT-industrie te verhogen naar de nummer één positie in Europa. Belangrijke succesfactor is in eerste instantie het aantal startende ICT-ers te vergroten. Ingrediënten van het plan zijn begeleiding door ervaren ICT-ers en financiering van met name de prille bedrijfsactiviteiten. Volgens Pieper gaan tachtig cent van elke gulden voor de starter op aan randvoorwaarden, zoals de inrichting van zijn kantoor. Pas dan kan hij beginnen met de uitwerking van zijn ondernemingsplan.
Startblokken
De komende tien jaar wil Wijers ongeveer zeshonderd bedrijven via het Twinning-concept uit de startblokken laten schieten. Volgens Douqué falen minstens de helft van de projecten. Dit betekent volgens hem dat 1200 startende onderneming geholpen moeten worden. Per bedrijf is minimaal één tot anderhalf miljoen gulden nodig voordat het eerste product de markt opgaat. Alleen de financiering kost dus al meer dan een miljard. Daar komen de huisvesting en begeleiding van beginnende ondernemers dan nog bij. Kortom, een reservering van honderd miljoen, waar Economische Zaken vooralsnog de helft van heeft uitgetrokken, is veel te laag.
"Typisch Nederlands", aldus Douqué, "EZ presenteert met veel ‘schwung’ een initiatief en heeft er bijna niets voor over." Wijers noemt dit ‘industriebeleid nieuwe stijl’. Miljarden pompen in industrieën is volgens de opvatting van EZ niet modern. Douqué wijst er echter op dat vele miljarden verdwenen zijn in noodlijdende bedrijven als Fokker. Nieuw industriebeleid heeft volgens hem te maken met een nieuwe aanpak, en niet met kleine bedragen. "Ik doe met plezier mee aan dit initiatief, maar wat er gebeurd is nog onvoldoende."
Ook Marius Meeus, deskundige op het gebied van technologiebeleid aan de Technische Universiteit Eindhoven, wees vorige week in Computable al op het geringe financiële injectie van Wijers. EZ trekt maximaal 300.000 gulden per ondernemer uit, verspreid over drie jaar. Naast deelnemingen betreft dit ook achtergestelde leningen. "Een deel van dat geld vloeit dus weer terug in het investeringsfonds", aldus een woordvoerder van EZ.
Schot hagel
Pieper probeert de kritiek op de geringe geldelijke middelen te relativeren door het belang van begeleiding voorop te stellen. Bovendien wijst hij erop dat de tien grootste ICT-bedrijven in de Verenigde Staten allemaal met minder dan tien miljoen dollar zijn begonnen. Met die opmerking zet Pieper onbedoeld de kritiek meer kracht bij. Meeus zet verder nog een kanttekening bij de effectiviteit van de financiering. "Deze maatregelen zijn specifiek gericht op een omvangrijke en sterk gefragmenteerde sector. Daardoor is de selectie van bedrijven erg lastig en de kans erg groot dat de investeringen werken als een schot hagel: je raakt altijd iets, maar de kans op echte treffers is miniem", aldus Meeus.