Mei vorig jaar nodigde Computable een aantal ondernemers, een beleidsmaker en een adviseur aan zijn tafel om de toestand van de Nederlandse IT-industrie eens door te akkeren. Wie de presentatie van de plannen van Minister Wijers van deze week bekijkt, moet constateren dat we destijds geen luchtkastelen hebben gebouwd.
Voormalig IT-ondernemer Douqué brak toen een lans voor het helpen van de, wat hij noemde, gekke Henkies: mensen – vaak techneuten – met een goed idee, maar gespeend van geld en contacten. Hij opperde aan de aanwezige ambtenaar, verantwoordelijk voor het stimuleringsprogramma Swap 2000, een pool te vormen van ondernemers die samen met kapitaalverschaffers jonge IT’ers aan geld en kennis helpen om goede ideeën in renderende producten om te zetten.
De ambtenaar reageerde enthousiast. Langs deze weg konden goede plannen, geld en ervaren managers met elkaar in contact komen.
Douqué had één wens. Hij wilde wel meedoen, maar dan moest de overheid er geen ‘Tante Agaath’-regeling van maken, waarmee alleen een bedrijfsfeestje en de taxi betaald kan worden.
De nu door de minister aangekondigde plannen om met twee fondsen, startende (30 miljoen) en doorstartende (10 miljoen) gekke Henkies uit de Nederlandse IT-industrie op weg te helpen, zijn een duidelijke stap in de goede richting.
Wie de omvang van de budgetten bekijkt moet echter constateren dat er een gevaar op de loer ligt: wanneer er teveel goede plannen zijn, kan de regeling gemakkelijk verworden tot een Tante Agaath-oplossing.