Het is april 1995. Het nog jonge Netscape Communications groeit als kool: het snelst groeiende softwarebedrijf dat tot dan toe is waargenomen. James Barksdale is dan sinds drie maanden ceo van het bedrijf uit het Californische Mountain View en voelt zich uiteraard ‘on top of the world’.
De halfhartige bekering van Microsoft tot de Internet-religie baart hem kennelijk geen zorgen. Microsofts browser? "Ik ben er van overtuigd dat die browser niet zo goed zal zijn als die van Netscape", zegt Barksdale zelfverzekerd. "Mensen zullen Microsofts browser alleen gebruiken om de Navigator van het net te downloaden."
Nu, bijna drie jaar later, ziet alles er minder rooskleurig uit. Microsofts Internet Explorer heeft zich ontpopt als een sluipmoordenaar die langzaam maar zeker het marktaandeel van Netscape’s browser opslokt. Netscape lijdt over het laatste kwartaal van 1997 een verlies van veertien miljoen dollar; vierhonderd mensen in Mountain View kunnen hun biezen pakken. De minzame ‘southern drawl’ van de inmiddels 55-jarige Barksdale krijgt een scherpe ondertoon wanneer hij spreekt over de monopolistische en illegale marktstrategieën van Microsoft. Barksdale’s persoonlijke vijand in Redmond is Microsoft vice-president Steve Ballmer.
Te grabbel
De strijd tussen Microsoft en Netscape produceert zoveel rook en vuur dat het de aandacht trekt van het Amerikaanse ministerie van Justitie. Wanneer een Amerikaanse rechter Microsoft op de vingers tikt voor het koppelen van de Internet Explorer aan Windows, besluit Barksdale ook zelf iets te ondernemen om zijn zinkende browser te redden. De actie is spectaculair. Netscape besluit niet alleen dat voortaan de Internet-browser gratis is – veel mensen haalden die browser toch al zonder te betalen van Internet – maar geeft ook de broncode vrij. Het ontwerp van de Communicator 5.0 ligt op straat, te grabbel. Fase twee van de browseroorlog is begonnen.
Leiding geven
Barksdale is gewend leiding te geven aan explosief groeiende bedrijven. Hij werkt in de jaren tachtig bij Federal Express, het eerste Amerikaanse bedrijf dat er in slaagt om binnen tien jaar na de start een omzet te halen van meer dan een miljard dollar per jaar. James – voor zijn vrienden Jim – is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van het ‘package tracking systeem’. Nadat hij in 1983 ‘chief operating officer’ wordt van FedEx groeit de omzet van het bedrijf in een paar jaar van één miljard naar 7,7 miljard dollar. Vervolgens werkt hij zij-aan-zij met de gedreven telecommunicatie visionair Craig McCaw. Hun doelstelling is McCaw Cellular Communications het grootste cellulaire telefoonbedrijf in de wereld te maken.
Wanneer McCaw Cellular in september 1994 wordt overgenomen door AT&T scheiden de wegen van McCaw en Barksdale. McCaw meent dat de mens in wezen een nomade is die gevangen zit in huizen en steden. Hij ontwikkelt samen met Bill Gates het plan voor een satellietsysteem in de ruimte dat de cybermens zijn nomadische vrijheid zal teruggeven: Teledesic. Barksdale – twintig miljoen dollar rijker door de verkoop van McCaw Cellular – wordt voor korte tijd directeur van AT&T Wireless Services.
In geen van de functies die Barksdale bekleedt in zijn carrière heeft hij direct te maken met het ontwikkelen van software. Door zijn werk bij Federal Express, McCaw Cellular en AT&T behoort hij wel tot de grootste inkopers van software in de Verenigde Staten. Barksdale zelf zegt meer software gekocht en geïmplementeerd te hebben dan welke ceo ter wereld, zelfs meer dan Bill Gates, Larry Ellison, of Scott McNealy.
Teamspeler
Wanneer Netscape eind 1994 op zoek is naar een geroutineerde directeur die leiding kan geven aan een jong en onstuimig bedrijf, komt de naam van Barksdale niet uit de lucht vallen. Barksdale heeft zich geprofileerd als een man die in staat is tegengestelde krachten in een bedrijf in balans te kunnen brengen. Hij is een voorstander van open communicatie en is als geen ander in staat mensen te motiveren. Ondanks zijn grote liefde voor boeken over militaire strategie en beroemde generaals is Barksdale meer een teamspeler dan een houwdegen. Voor een aantrekkelijk salaris en 7,6 procent van de aandelen loodst investeerder John Doerr Barksdale in januari 1995 binnen bij Netscape; het bedrijf telt dan nog niet meer dan honderd personeelsleden. De omvang van het bedrijf deert hem niet: "Ik wil een bedrijf opbouwen rondom een fantastisch idee."
Elektronisch zakendoen
In januari 1998 is wel duidelijk dat geen enkel bedrijf meer rijk zal worden met het fantastische idee dat ‘browser’ heet. Zeker niet wanneer Microsoft zijn browser gratis aanbiedt. Barksdale’s belangrijkste taak is dan ook niet zozeer het winnen van de browseroorlog met Microsoft als wel ervoor te zorgen dat Netscape financieel minder afhankelijk wordt van de browser. De browser blijft echter belangrijk als het vlaggenschip van Netscape en als opstapje naar andere softwareproducten op het gebied van elektronisch zakendoen. Begin januari 1998 zegt Barksdale in Computerworld: "De inkomsten (van de Netscape browser, TZ) vormen nu nog slechts 13 procent van onze totale inkomsten. Ik denk dat ik nu een belangrijke beslissing kan nemen." Die beslissing blijkt het weggeven van de browser en het vrijgeven van de broncode.
Nieuwe impulsen
Nu het ontwerp van Netscape’s Communicator 5.0 op straat ligt, hoopt Barksdale dat honderden software-ontwerpers een deel van het vuile werk voor Netscape gaan opknappen. Ze moeten de browser nieuwe impulsen geven. Ondertussen kan Barksdale verder werken aan de eigenlijke bestemming van Netscape: een dominante factor worden op het gebied van elektronische handel. Barksdale heeft daarvoor een drie-fasenstrategie ontwikkeld: een intranet in ieder bedrijf, het verbinden van bedrijven door extranetten en ten derde het verbinden van bedrijven met klanten via Internet. Om deze strategie succesvol in te voeren, heeft Netscape een joint venture met General Electric in het leven geroepen: Actra.
Virtuele gemeenschap
James Barksdale is zelf echter al actief in een – nog niet officieel gelanceerde – vierde fase. In deze fase wil Netscape de gereedschappen ontwikkelen waarmee ondernemers virtuele gemeenschappen kunnen vormen. Het gaat dan om gemeenschappen waarin elektronische ondernemers met overeenkomstige interesses ervaringen kunnen uitwisselen en gezamenlijk acties kunnen ondernemen. Het gaat om het perfectioneren van software die nu gebruikt wordt voor babbelgroepen en Internet-forums. Een voorbeeld van zo’n virtuele gemeenschap is TechNet, een elektronische actiegroep die James Barksdale in het leven heeft geroepen samen met John Doerr, de man die hem binnenhaalde bij Netscape. TechNet is een politieke pressiegroep die opkomt voor de belangen van Silicon Valley en elektronische-handelsbedrijven op uiteenlopende gebieden als onderwijs, migratiepolitiek en veilige betaling over Internet.
Barksdale kortom, is drukdoende. Hij browst, ofwel hij struint naar nieuwe mogelijkheden met Internet en andere netwerken.