Het onvermijdelijke is gebeurd, en geen dag te vroeg. Microsofts vlaggenschip, Windows NT, krijgt eindelijk trekken van een multi-user systeem met de aankondiging van NT terminal server (NTTS).
De codenaam is Hydra, naar de veelkoppige draak uit de Griekse mythologie. Vandaag de dag is NT een single-user besturingssysteem voor client/server-applicaties. Voor een systeem met N gebruikers zijn tenminste N+1 besturingssystemen nodig. Maar als NT op den duur schaalbaar wordt (clustering) en multi-user faciliteiten biedt (Hydra), dan verliest Unix veel van zijn huidige toegevoegde waarde.
NT Terminal Server lijkt op een multi-user systeem, maar is het niet helemaal. Het is vergelijkbaar met Citrix Winframe; het biedt meerdere virtuele NT-machines op één groot NT-systeem. Er is geen gemeenschappelijke code, zodat twintig Word-gebruikers evenzoveel applicaties moeten draaien. Effectief biedt Ntts meerdere clients in één kast; elke client kan worden gekoppeld aan elke willekeurige server, net als bij gewone PC-clients.
Het is interessant om te zien of en wanneer servers en clients samen op één server kunnen draaien, zoals bij Unix. Dit zal noodzakelijk worden naarmate multiprocessor NT-systemen groter worden. Op lange termijn zal Microsoft het probleem van gemeenschappelijke code ook oplossen, maar Hydra is een begin. Ntts is niet zo goed als de beproefde Motif-applicaties met X-terminals op Unix-systemen, maar heeft het voordeel dat bestaande Windows-clients gewoon gebruikt kunnen worden, met inbegrip van de persoonlijke applicaties als Microsoft Office.
Deze enorm dikke client-applicaties zijn erg populair. Voor de ondersteuning van meerdere clients zal echter een zwaar systeem nodig zijn. Naarmate de ontwikkeling van nieuwe applicaties op basis van het dunne client-model vordert – met name voor transactiesystemen zoals SAP of Baan, die slechts incidenteel gebruik maken van Office-producten – zal een NT-server met vier processoren honderden clients aan kunnen. Dat het accent op PC-applicaties ligt, betekent dat Terminal Server een puur Intel-product wordt. Dit is de zoveelste nagel aan de doodskist van NT voor Risc-hardware.
In principe is Hydra gebaseerd op de technologie van Citrix Winframe, al is niet duidelijk of er echt Citrix-technologie gebruikt is. Deze technologie is weer gebaseerd op X-terminals. Het is amusant dat Hydra de PC weer helemaal terugbrengt naar het reeds vele jaren bestaande X-concept van MIT Athena. X wordt tegenwoordig gebruikt in combinatie met Motif-applicaties, terwijl Hydra en Winframe gebruik maken van het NT gui-interface. In tegenstelling tot X zat de bijbehorende ‘mapping’ niet in het oorspronkelijke ontwerp. Het pleit voor de technici van Citrix dat ze zo’n efficiënt systeem hebben kunnen bouwen. De ervaring leert dat de standaard Office-producten prima werken met een 28.8Kbps-modem, en dat is meer dan gezegd kan worden van het X.11-protocol.
Hydra en Citrix Winframe verschillen in de gebruikte communicatieprotocollen en waarschijnlijk ook in het gebruikte afbeeldingsformaat. Microsoft gebruikt voor het Hydra T.share-protocol een telecommunicatieprotocol, T.120. Ze hebben de Windows-terminal gespecificeerd en hebben terminal-leveranciers gestimuleerd om hardwareproducten te bouwen. Er zijn ook terminal-emulatoren voor bestaande PC Windows-systemen. In tegenstelling hiermee heeft Citrix zijn client gebaseerd op een veel geavanceerder protocol, ICA. Microsoft heeft hier een licentie op, maar gebruikt het niet voor de Terminal Server. ICA is een protocol voor multiplexing, zodat naast de Winframe-terminal zelf ook andere apparaten aan de client-kant kunnen worden aangesloten. Dit maakt een uitgebreide ondersteuning van randapparatuur mogelijk. Ook bestandsoverdracht, speciale terminals (zoals Epos-terminals) en een breed scala aan computersystemen en besturingssystemen behoren tot de mogelijkheden.
Terminal Server zal goedkoper zijn dan Winframe en zou Citrix hierdoor uit de markt kunnen prijzen. Dit zal waarschijnlijk niet gebeuren. Citrix heeft immers nog steeds zijn Enterprise-server, die bestaat uit groepen servers (‘farms’) die de werklast onderling kunnen verdelen. Ook is er een aantrekkelijk geprijsde versie voor afdelingsgebruik. Daarnaast is pICAsso aangekondigd, een tegen meerprijs leverbare uitbreiding op Hydra, waarmee de basisuitvoering van Microsoft Terminal Server alle van ICA afgeleide uitbreidingen biedt.
Hydra is een serieus product dat NT voor zakelijke klanten stukken aantrekkelijker zal maken. De meest intrigerende vraag is wel hoe Microsoft zijn omzet denkt te kunnen behouden. In een typische omgeving met 50 gebruikers rekent Microsoft nu op 51 NT-licenties en een Office-licentie voor 50 gebruikers. Met Hydra is dat één licentie voor de Terminal Server en een licentie voor, zeg, 24 actieve Office-gebruikers. De omzet daalt omdat bestaande PC’s als terminal kunnen worden gebruikt. Dit punt verdient alle aandacht, omdat het in contrast staat met de licentiestructuur van Unix, dat is gebaseerd op multi-user met NT. En dat is weer gebaseerd op meerdere individuele gebruikers.
Tenslotte zij opgemerkt dat de leveranciers van X-terminals en NC’s Citrix-clients hebben geïmplementeerd om continuïteit met bestaande PC-applicaties te waarborgen en de migratie van PC-applicaties naar Java mogelijk te maken.
Als Microsoft de NT terminal-specificatie onder licentie vrijgeeft – en ik denk dat ze daar op den duur niet aan kunnen ontkomen – dan leveren ze technologie waarmee de NC het van de PC kan winnen. Zaagt Microsoft de poten onder zijn eigen stoel vandaan?