Producenten van hard- en software proberen de strijd tussen Unix en NT te presenteren als een gevecht op leven en dood. Maar uit de Windows NT Adoption ’97 Study, een recent marktonderzoek van International Data Corporation (IDC), blijkt het tegendeel, aldus Frits Timmermans.
Werkelijk bedrijfskritische toepassingen zijn nog steeds het domein van Unix. Hardware-aanbieders die Unix én NT omarmen, bieden het beste van twee werelden.
Op de IDC-Website *) (http://www.idc.com) zet Tom Harris uiteen dat de belangstelling voor NT inderdaad groot is. Microsoft is nu echt klaar voor de grotere server-omgeving, zelfs voor sommige bedrijfskritische toepassingen. Onze relatie Texaco in Groot-Brittannië bijvoorbeeld heeft Sap op NT draaien voor 800 gebruikers. En eind dit jaar zullen we bij Esso dezelfde combinatie geïmplementeerd hebben voor 2000 gebruikers. Wij verwachten dan ook een drastische groei in Enterprise NT de komende twee jaar.
Criticasters wijzen erop dat NT geen open standaard is, zoals Unix. Toch ervaren onze klanten NT als zeer open. Na hardware-onafhankelijkheid geniet de gebruiker nu ook de vrije keuze van software. Service en support zijn dan ook nóg belangrijker geworden dan in de ‘proprietary’-dagen. De overstap naar NT moet in grotere omgevingen nu eenmaal technisch goed begeleid worden. Het is geen kwestie van ‘even roeren en klaar’.
Niet of maar èn
Maar de wens om Unix te kunnen blijven gebruiken náást NT doet daar niet voor onder. Interoperability is dus veeleer het toverwoord voor de komende jaren. Laat ik Bloomberg als voorbeeld nemen. Een bedrijf uit New York dat financiële informatie levert. Zij hebben een Unix-systeem staan met 64.000 terminals. Voor dit type toepassingen is NT eenvoudig nog niet robuust genoeg. Bloomberg gebruikt onze eerste generatie Numa-servers (Non Uniform Memory Access). Deze was gebaseerd op Motorola 88K-processoren waarvan er tot 32 konden worden toegepast. Het moederbord dat telkens vier processoren bevatte was door Data General zelf ontwikkeld. Sinds juni ’97 leveren we de tweede generatie Numa-servers waarin wij gebruik maken van standaard SHV-moederborden van Intel. Deze bevatten vier Pentium Pro-processoren. In theorie kunnen deze systemen tot 1024 processoren bevatten. Ze zijn al leverbaar met 32 processoren.
Wij zijn dat gaan ontwikkelen omdat er ook aan de schaalbaarheid van Unix een eind bleek te zitten; op een bepaald moment kon je geheugen en processoren toevoegen wat je wilde, het systeem werd er niet krachtiger door. Bij Sainsbury, de grote supermarktketen in Engeland, staat onze nieuwste Numa-server met 32 processoren die de uitstekende schaalbaarheid van de Numa-architectuur in de praktijk aantoont. Nieuwe technologieën maken het dus mogelijk dat Unix-systemen succesvol kunnen opereren in voormalige mainframe-omgevingen. Voor de onder- en middenkant van de Unix-markt is het van belang dat dit soort systemen is gebouwd op basis van Intel-technologie. Daarmee kan men op een gegeven moment de overstap maken van Unix naar NT.
Aan de bovenkant van het Unix-segment zien we deze systemen steeds vaker in de mainframe-omgeving. Dat kan ook omdat de robuustheid (meantime between failure) die van mainframes evenaart. Er is dan ook eerder sprake van een opwaartse beweging van Unix ten koste van de zwaardere proprietary-systemen. Dit zou betekenen dat NT Unix aan de lage en middenkant van de markt bedreigt. Er is becijferd dat voor meer dan 50 miljard dollar aan proprietary-systemen staat te ‘wachten’ om vervangen te worden. Dat biedt enorme afzetmogelijkheden.
Bij dit alles speelt natuurlijk ook een rol dat Unix al veel langer op de markt is dan NT. Een besturingssysteem dat zichzelf ‘nieuwe technologie’ noemt, heeft eenvoudig een flink aantal jaren nodig om de zwaarste eisen aan te kunnen.
Standaard componenten
Voor Data General staat het rigoureus toepassen van standaardcomponenten voorop. Wij ontlenen onze toegevoegde waarde dan ook aan de optimalisatie van systemen en maken ze geschikt voor hoge beschikbaarheid en betrouwbaarheid.
Ons bedrijf heeft in tegenstelling tot Sequent uitdrukkelijk gekozen voor het gebruik van standaard componenten. Zo gebruiken wij standaard moederborden van Intel, ook voor onze Numa-systemen, terwijl Sequent de hare heeft aangepast. Wij gebruiken de standaard ‘Scalable Coherent Interface’, Sequent heeft voor een eigen oplossing gekozen. Recente benchmarks laten zien dat die strategie systemen oplevert die zich gemakkelijk kunnen meten met of zelfs aanzienlijk beter presteren dan gevestigde namen in de markt voor fouttolerante systemen. Bijzonder is wel dat onze systemen tot een factor 2,5 goedkoper zijn! **).
Daar komt bij dat afnemers tegenwoordig kant-en-klare producten verlangen. Onze NT ‘Cluster-in-a-Box’ server/opslagcombinatie is ‘Wolfpackready’ en werkt direct nadat je de stekker in de contactdoos steekt. Dat is heel iets anders dan een set componenten die je zelf in elkaar moet passen, zoals dat bijvoorbeeld het geval is bij Compaq/Tandem.
Frits Timmermans
Managing Director Data General Nederland
*) Volgens datzelfde IDC werd Data General in 1996 met meer dan 35 procent marktaandeel wereldwijd marktleider in NT Server-systemen van 50.000 tot 100.000 dollar. In de duurdere systemen boven de 100.000 dollar is Data General na NCR een goede tweede met 18 procent.
**) Volgens Transaction Processing Council Benchmark D (TPC-D) 300 GB test op 32-processor AV 20000 NUMA Server en Oracle8 d.d. 24-12-1997.