Progress heeft de eerste stap gezet in het realiseren van de Universal Application Architecture (UAA), zijn nieuwe visie op IT-architecturen. Daarin integreert het de nieuwe versies van Webspeed (3.0) en Progress (9.0).
Het nieuwe product, codenaam Skywalker, wordt in de tweede helft van dit jaar gerealiseerd. In 1990 volgt de Java-omgeving Apptivity en de testtool Protospeed.
UAA is gebaseerd op Corba. Het hart bestaat uitbusiness logic: de regels en principes die de bedrijfsvoering beschrijven. Vanuit dit hart voorziet Progress onafhankelijke interfaces naar databases, applicaties en client-machines.
Als één van de laatste ontplooit Progress zijn architectuurvisie. Microsoft heeft DNA, Oracle NCA en IBM CBA. Met het integreren van alle producten op basis van Corba, de Java-tool en de geplande interfaces met Active X-componenten claimt Progress echter technologisch met de marktleiders te concurreren.
De in de ontwikkelomgeving ingebedde versie 9.0 van Progress’ database, die met Skywalker uitkomt, werkt met een nieuw opslagprincipe, heeft verbeterdequery-optimalisatie en ondersteunttriggers enstored procedures in Java, een voorwaarde voor het succes van Java als programmeertaal voor bedrijfsapplicaties. "Over twee jaar ontwikkelen de meeste organisaties bedrijfssoftware in Java en over tien jaar worden de meeste applicaties in Java geschreven", stelt Rick Reidy, verantwoordelijk voor de ontwikkeltools van Progress.
Objectrelationele databases, waar alle leveranciers behalve Progress het afgelopen jaar mee geschermd hebben, leveren volgens hem nauwelijks oplossingen voor bedrijfsproblemen. Progress verwacht veel van de gekochte Java-ontwikkelomgeving Apptivity. Partners en andere gebruikers kunnen naar keuze een applicatie-component in Progress-4GL of Java ontwikkelen. Ook is software van andere leveranciers in te passen.