Nu de fusie tussen Getronics en Roccade niet doorgaat blijft Origin het grootste Nederlandse automatiseringsbedrijf. Met betrekking tot de omzet wel te verstaan. Met het concept ‘joint re-sourcing’ verwacht de Philips-dochter de weg naar winstgevendheid te hebben gevonden.
Origin wil zijn positie op de markt van uitbesteding verbeteren. Joost Wintermans, directeur strategic sales force, onderscheidt hierbij vier stadia. "De eerste twee stadia zijn systeem- en applicatiebeheer. Op het derde niveau ligt de nadruk op uitbesteding in samenhang met transformatie en innovaties. Bovenaan staat business proces outsourcing, waarbij niet alleen het automatiseringssysteem wordt uitbesteed maar ook de bijbehorende zakelijke processen."
Transformatievragen
"Hoe hoger het stadium, des te meer waarde IT heeft voor organisaties en des te intensiever de rol van Origin hierbij is. De opbrengsten van de eerste twee stadia zijn relatief laag. Dat zijn marges van een paar procent. Daarvan kunnen we niet leven. Origin wil zich meer gaan bezighouden met transformatievragen: hoe tillen we de IT-infrastructuur van een klant naar een hoger peil. Onze doelstelling luidt om voor 2001 tien internationale samenwerkingsverbanden op het derde of vierde niveau gesloten te hebben", stelt Wintermans.
‘Joint resourcing’
De IT-dienstverlener denkt zich te kunnen onderscheiden van de concurrentie met het concept joint resourcing. Volgens Theo Pols, een van de bedenkers van het concept, komt het neer op het verdelen van de IT-huishouding van een onderneming in blokken. "Wij bieden aan de systemen van een bedrijf in fasen om te bouwen en te integreren in een nieuwe IT-infrastructuur. Per blok werken IT-medewerkers van de opdrachtgever en van Origin samen aan de vernieuwing. Wanneer het deel klaar is, gaat het definitief over naar Origin met, indien overeengekomen, de IT-medewerkers van de klant. IT-afdelingen hebben te weinig budget en capaciteit voor zulke grote opdrachten. Door met ons een joint resourcings-traject in te gaan, ontstaat genoeg kritieke massa om zoiets uit te voeren."
Hoge kosten
Het concept biedt ondernemingen de garantie dat zij niet alleen besparen op IT-kosten, maar ook kunnen investeren in IT-innovatie. Uitgangspunt is dat de onderliggende IT-infrastructuur goed genoeg moet zijn voor zulke investeringen. Bij een verouderde structuur moet voor nieuwe functionaliteit steeds worden bijgebouwd en is onderhoud duur. "In het begin ontstaat er een bult hoge kosten", vervolgt Pols. "Maar naarmate het proces vordert komt er door een verbeterde infrastructuur en een effectievere manier van werken geld vrij dat aan innovatie kan worden besteed. Organisaties kunnen met behulp van ‘joint resourcing’ 20 à 40 procent van het IT-budget aan innovatie besteden. Wij spreken hiervoor met de klant een resultaatverplichting af."
Vorig jaar heeft Origin met verzekeraar Zürich Nederland als eerste een joint resource-contract afgesloten om de leven- en schadeverzekeringsactiviteiten te integreren. Dat de concurrentie met belangstelling over de schouder meekijkt, lees Pols af uit de opmerkingen van Getronics topman Risseeuw in het tijdschrift FEM. "Daarin zegt hij dat onze gezamenlijke, gefaseerde aanpak – door hem als outtasking bestempeld – een nieuwe stap vooruit is om greep te blijven houden op outsourcing."
Beschuldigende vinger
Het streven van Origin is ingegeven door het veranderende gedrag van klanten. Zij vragen steeds vaker om strategische ondersteuning en willen niet meer alleen over prijs en kosten praten. Illustratief is de houding van Philips. Bestuurslid J. Hommen meldde afgelopen najaar dat het concern vanaf 2000 jaarlijks 400 miljoen gulden op IT wil besparen. Hij constateerde dat automatisering op dit moment te weinig oplevert. Volgens Pols doelde Hommen op de diversiteit aan producten en leveranciers binnen Philips. "Hij wil hier wat aan doen door een standaard infrastructuur in te voeren. De organisatie van IT moet in de ogen van Hommen overzichtelijk worden ingericht om business units snel en eenvoudig te kunnen ondersteunen. Plug and play als het ware. Dat is een noodzaak voor zo’n multinationale onderneming."
In dit licht ziet Hommen een nieuwe taak voor Origin. Hij wil dat moeder en dochter minder met een beschuldigende vinger naar elkaar wijzen en elkaars partners worden. Om in de stadia van Wintermans te spreken: Origin voert nu veel beheertaken voor Philips uit, maar wil daarnaast naar boven. "Via ons internationale accountgerichte netwerk kunnen wij multinationals zoals Philips ondersteunen, bijvoorbeeld bij het implementeren van een SAP-systeem. We doen dit samen met Price Waterhouse."
Origin werkt samen met een consultancybureau als Price om op topniveau mee te kunnen praten over zakelijke problemen. Pols: "Automatiseerders blijven vakmensen en zijn niet de aangewezen personen om strategische bedrijfsadviezen te geven. Daar hebben adviseurs van Price beter zicht op."
Roerig 1997
Origin heeft een roerig jaar achter de rug. Het zware verlies van 108 miljoen gulden uit 1996 bleef het bedrijf het hele jaar achtervolgen. Geruchten over verkoop door het moederconcern Philips staken herhaaldelijk de kop op, zeker nadat adviesbureau Price Waterhouse bekendmaakte een minderheidsbelang van 25 procent te willen kopen. Al schijnen de onderhandelingen in het slop te zijn geraakt, omdat Price minder wil betalen dan Philips wil hebben.
Aan de uittocht van topmanagers leek vorig jaar maar geen einde te komen. Afgelopen december nam Hans Stellingsma, algemeen directeur Origin Nederland, ontslag na een verschil van mening over het te voeren beleid. Van de zeven man die begin 1996 in de raad van bestuur zitting hadden, stapten er vorig jaar vier op. Behalve Stellingsma waren dat Peter Overakker, Gordon Mousinho en bewindvoerder Tom Butler. Nieuwe managers werden gevonden in de persoon van financieel directeur Timothy Lomax en de van RCC Informatieservices overgekomen Leen Zevenbergen, die de post van de vertrokken Stellingsma heeft ingenomen. De opvolger van Butler hoopt men binnenkort bekend te maken.
Ondanks alle tumult groeide de omzet van Origin Nederland vorig jaar met 13 procent van 972 miljoen naar 1,1 miljoen gulden. De winst voor belastingen ligt waarschijnlijk tussen de 80 en 85 miljoen gulden. Het personeelsbestand nam toe van 4500 in 1996 naar 5600 medewerkers op 31 december 1997.