‘Misschien moet u Healey eens uitleggen dat scheiding van interface en applicatielogica al jaren mogelijk is.’ R. Voskuijl is het oneens met de stelling dat het gebruik van Visual Basic leidt tot ononderhoudbare applicaties.
Met toenemende verontwaardiging en daarmee gepaard gaande ergernis neem ik wekelijks kennis van de column van uw goeroe, de heer M. Healey. Het is mij bekend dat in ons vakgebied veel mensen rondlopen die ongestraft de meest grote onzin mogen spuien, maar het geval Healey begint zo langzamerhand het stadium van lachwekkend te passeren.
Om te beginnen moet u hem eens aanraden zijn aandelen IBM, Sun en Oracle te verkopen. Misschien komt dat de neutraliteit enigszins ten goede. Tevens moet u hem meedelen dat zijn columns tekenen vertonen van ‘koersorkestratie’ (het door middel van onjuiste berichtgeving manipuleren van aandelenkoersen). Dit is internationaal strafbaar.
Wat is namelijk het geval. Zijn berichten bestaan voornamelijk uit twee items. Het ene gaat over de ‘zegeningen’ van het onvolprezen virtuele thin-client-concept, en het daarbij behorende onvolledige Java-platform. Het andere gaat, en dat kan uiteraard niet missen, over de gewetenloze schurken uit Redwood die ons al jaren terroriseren met producten die gewoon leverbaar zijn, en nog blijken te werken ook.
De enige verrassing is welk item wekelijks aan de orde komt. Gelukkig is daar de Computable van week 51, en jawel, grote verrassing, dit keer een onzinnig stuk over Visual Basic. Zijn stelling is dat het leidt tot slecht onderhoudbare applicaties. Daarbij meent hij dat een ondeskundige systeemontwikkelaar, die alle logica in de front-end stopt (dus ook de applicatie- en database-logica), ononderhoudbare applicaties oplevert. Dat is dan uiteraard de schuld van Visual Basic.
Ernstig dwaalspoor
Ja, daar haal je de koekoek! Kennelijk maakt een ondeskundige ontwikkelaar wel prima Java- of C++-applicaties. Wat een grote onzin! Misschien moet u Healey eens uitleggen dat er ook nog zo iets bestaat als stored procedures en triggers, en dat scheiding van interface en applicatielogica al jaren mogelijk is.
Mijn organisatie is, begrijp ik, op een ernstig dwaalspoor en behoort dus tot de verdoemden. Wij maken immers gebruik van NT4.0, Visual Basic 5.0, SQL*Server 6.5 en Office97. Voor de middleware gebruiken wij Remote Data Objects 2.0, een supervriendelijke en simpele objectschil rondom de Odbc-api. Onze ontwikkelaars zijn zeer productief, maken snel onderhoudsvriendelijke (jawel Martin, dat kan!) applicaties, waarmee de eindgebruiker nog eens zeer tevreden is ook.
Maar goed, ik begrijp dat ik hiermee moet stoppen, want ik moet volgens Healey naar thin-clients en Java. Een nog lang niet uitgewerkt concept, waarbij je je begint af te vragen of het er ook nog eens van komt. Volwassen toepassingen ben ik in ieder geval nog niet tegengekomen. Feit is dat er meer over Java is gesproken dan dat er in is geschreven.
Voorlopig zal ik mij dus moeten blijven ergeren aan zijn stukjes. Mocht u overwegen Healey met pensioen te sturen, en de vrijgekomen ruimte over te laten aan iemand met een wel onafhankelijke visie op het vakgebied, dan ben ik bereid om bij te dragen aan het afscheidscadeau. Ik dacht aan een scheerapparaatje (met Java-code).
R. Voskuijl
Hoofd Informatisering
Stichting Toezicht Effectenverkeer
Naschrift
Het is altijd prettig te vernemen dat iemand mijn column leest, zelfs als hij alleen maar leest wat hij wil lezen: die vreselijke cijfers over het falen van ’thick client’-applicaties komen niet van mij; ik ben slechts schuldig aan het aanhalen van de bevindingen van alle consultancies (vooral Amerikaanse, vrees ik). Verder heb ik iedereen nadrukkelijk gewaarschuwd niet overhaast op Java over te stappen, domweg omdat die nog te onvolgroeid is. Mijn punt is dat Java waarschijnlijk de juiste oplossing is op de lange termijn, zodat het nu tijd is om er ervaringen mee op te doen en nieuwe toepassingen te bouwen die zowel op PC- als op NC-desktops draaien. Ik beveel niet aan, en heb nooit aanbevolen, Java al te gebruiken voor het schrijven van softwarecode op de server.
Er is ook niets mis met het gebruik van Visual Basic om ‘gui- front ends’ te bouwen, en server-procedures op te roepen via een van de vele RPC-procedures die op de markt zijn. Het probleem met het thick client-model is de noodzaak de logica in een ouderwetse derde generatie-taal als Visual Basic te schrijven, terwijl er op servers een hele reeks gereedschappen beschikbaar is, inclusief Cobol. We hadden die oude technieken eigenlijk allang achter ons moeten laten.
En daarom zanik ik permanent over IBM en Microsoft: dat zij ons vastpinnen op verouderde technieken en zo de ontwikkeling van betere gereedschappen vertragen. Hoe valt anders de enorme kloof te verklaren tussen de betrouwbaarheid van hardware en die van software?
Invloed marketing
Marketing heeft veel te veel invloed op software-producten, maar het doet mij deugd dat u denkt dat mijn invloed ertoe kan bijdragen dat er tegenwicht wordt geboden tegen de enorme overmacht van Microsoft en er een evenwichtiger kijk op de zaak ontstaat!
Voor de volledigheid: ik bezit geen enkel aandeel in enig IT-bedrijf, en ik ben zeker niet van plan die te kopen omdat ze permanent overgewaardeerd zijn.
In elk geval, mijnheer Voskuijl, wens ik u in 1998 veel geluk met uw applicaties, en houd uw medewerkers in ere – de rest van de wereld zit te springen om mensen die zo productief kunnen zijn.
Prof. Martin Healey
Technology Concepts