Nederland is straks nog het enige land in de Europese Unie waar frequenties door de minister in plaats van door een onafhankelijke telecom-autoriteit worden uitgegeven.
Deze kritiek is van professor Jens Arnbak, voorzitter van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (Opta). Dit zelfstandige bestuursorgaan is op 1 augustus 1997 ingesteld. Arnbak had echter ook graag invloed gehad op de toedeling van telefoonnummers. Verder betreurt hij het dat zijn organisatie zich alleen mag bemoeien met bestaande telecommunicatiediensten. Wanneer jonge aanbieders van nieuwe diensten anti-competitief gedrag vertonen, moet Arnbak aan de zijlijn blijven zitten.
Ook de onlangs door minister Wijers (Economische Zaken) opgerichte Nieuwe Mededingings Autoriteit (NMA) is een doorn in het oog. Als Opta in haar rol van toezichthouder een besluit neemt dat raakt aan de concurrentieverhoudingen dan moet ze dat eerst aan de NMA melden. De minister van Economische Zaken kan de Opta dan door middel van een aanwijzing terugfluiten. Via het NMA kan deze bewindsman samen met zijn ambtsgenoot van Verkeer en Waterstaat dus besluiten van de Opta terugdraaien, aldus Arnbak tijdens het Telecongres te Bussum. Hij vindt dat onjuist omdat de overheid nog aandelen in KPN bezit. CORR.