Object-oriëntatie (OO) is geen revolutie, meer een evolutie. Het heeft als modewoord zijn glans verloren, zonder aan conceptuele kracht in te boeten. Een kleine, maar belangrijke toevoeging aan het instrumentarium van een systeemontwikkelaar. Het OO-voorbeeldsysteem Smalltalk was indertijd vooral voer voor ‘academen’.
OO-databases hebben het nog steeds moeilijk. De Next met het besturingssysteem OO-NextStep van Steve Jobs haalde het niet zelfstandig op de massamarkt en is nu onderdeel van het kwakkelende Apple. De Next was zijn tijd te ver vooruit. Ondertussen integreerde C++ OO-eigenschappen in een standaardprogrammeertaal. Dit kronkelpad leidde uiteindelijk tot succes: programmeurs binnen Sun baseerden de Internettaal Java op C++, die nu door iedere webbrowser ondersteund wordt.
Het OO-ideaal is dat systeemontwikkeling een natuurlijke logica volgt. Onze wereld bestaat uit objecten met eigenschappen en methoden om deze objecten te manipuleren, en objecten communiceren. Wat is OO ook alweer? Op de Javasoft-site is een goede beschrijving te vinden. We komen op de bekende eigenschappen inkapseling, polymorfisme, overerving, en dynamische binding. Inkapseling implementeert het verbergen van informatie en modulariteit. Polymorfisme maakt het mogelijk dat dezelfde boodschap, verzonden naar verschillende objecten, leidt tot verschillend gedrag afhankelijk van de aard van het ontvangende object. Overerving houdt in dat nieuwe klassen objecten gedrag kunnen overerven van reeds bestaande, om hergebruik van code en code-organisatie te bevorderen. Dynamische binding tenslotte staat toe dat objecten overal vandaan kunnen komen, mogelijk via een netwerk, en dat boodschappen verstuurd worden naar objecten zonder hun type van te voren precies te kennen. Dynamische binding biedt een maximale flexibiliteit tijdens programma-uitvoering.
Nu even terug naar Java. Java is de spraakmakende OO-ontwikkelomgeving waarmee webpagina’s geschreven kunnen worden met toevoeging van dynamische objecten: bijvoorbeeld een draaiend wereldbolletje, een kleine animatie van een springende kikker in een biologiepagina, etcetera. De Javasoft-site biedt een uitgebreide beschrijving. Het verkoopverhaal luidt dat door Java’s OO-karakter het mogelijk is gedistribueerde client/server-applicaties te schrijven, die bovendien ‘multithreaded’ zijn, om een hoge snelheid te halen in applicaties waarin meerdere gelijktijdige activiteiten moeten worden uitgevoerd. Dit is handig voor multimedia. Java is verder een interpretatietaal (geen compilatieslag) om maximale overdraagbaarheid en dynamische functies mogelijk te maken. Het veelgenoemde efficiëntievoordeel is dat Java-programmeurs bestaande objectbibliotheken kunnen raadplegen om objecten met basisfunctionaliteit op te vragen. Nieuw gedrag kan aan de bibliotheken worden toegevoegd. Een bekende Java-applicatie is de Hot Java Webbrowser. Geheel in deze lijn roemt Michael Moeller in ‘PC Week Online’ het hergebruik van Javabonen om steeds complexere objecten steeds makkelijker en sneller voor complete webapplicaties te gebruiken.
De keerzijde van Java openbaart zich al direct bij een kijkje op de Java-homepage, opgezet door Sun, de uitvinder van Java. Enkele uitgedijde Java-applets houden me minutenlang op de homepage vast. Het duurt behoorlijk lang voordat mijn – blijkbaar alweer te trage – Pentium weer vooruit te branden is.
Toch is Java een succes te noemen. Met de groei van de financiële koek nemen ook de zakelijke belangentegenstellingen toe. Actueel is de rechtszaak Scott McNealy van Sun versus Bill Gates van Microsoft, waarin Sun Microsoft beschuldigt van een onvolledige implementatie van Java. Microsoft gebruikt haar site om zich te verweren tegen de publieke opinie in de media. Boeiend is de integrale tekst op de site van Microsoft met diens schriftelijke verweer in reactie op gerechtelijke vragen. Overigens vindt 85 procent van de lezers van ‘@Computer Weekly’ – de online versie van het gelijknamige blad – dat Sun gelijk heeft: ‘Java mag niet verminkt worden door extensies van Microsoft’. Wanneer Microsoft verliest loopt het het risico Internet Explorer 4.0 van de markt te moeten halen in zijn huidige vorm. Dat zou een dramatische klap zijn.
Daarentegen wordt met enige humor in ‘Dan’s homepage’ uitgehaald naar Sun. Op zijn site merkt Dan op dat de claim van Sun – dat Java een handelsmerk is – op zijn minst bevreemding wekt, omdat dit de naam is van het ons welbekende Indonesische eiland. Voor de grap wordt beschreven hoe de inwoners van Java de naam wilden veranderen in ‘Visu Albasic’ maar na een klacht van Microsoft weer snel alles bij het oude lieten.
Humor, strijd en serieuze artikelen strijden om de aandacht op het Web. Gelukkig dat er niet al teveel Java-beans ingezet worden op de bezochte sites, want dan was deze column door tijdgebrek niet tot stand gekomen.
Het lijkt erop dat we geen actueel IT-onderwerp meer kunnen aansnijden of Microsoft duikt op, over de ‘Bühne’ duikelend met een concurrent in een fel gevecht, op leven en dood.
Om de vier weken schrijft dr. Martijn Hoogeveen, manager Partnerships & Service Development bij PTT Telecom Internetdiensten, over de beste Internet-sites rond een interessant IT-onderwerp.
Alle http-adressen van de genoemde sites staan in Computable Online: https://www.computable.nl/internet.