Het jubilerende Automatiseringscentrum van de Belastingdienst probeert de scheve verhouding tussen eigen personeel en inhuurkrachten recht te trekken. Nu huurt het centrum duizend externe krachten in tegenover 1750 eigen mensen. In 1998 mag het aantal eigen formatieplaatsen groeien naar 1900.
De Belastingdienst heeft behoefte aan ervaren projectmanagers en systeemontwerpers. Voor de laatste functie waren in het laatste kwartaal van 1997 zeventig nieuwe mensen nodig, en dat aantal is niet gehaald. Deze maand start een grote wervingscampagne.
De ongezonde situatie ontstond enkele jaren geleden toen de overheid minder personeel aannam. Het werk bij de Belastingdienst, die meer ging inspelen op de mogelijkheden van ict (informatie- en communicatietechnologie), nam juist toe. Dat is opgevangen door inhuren.
Om de afhankelijkheid van externen terug te dringen, vulde het Automatiseringscentrum vanaf september 1996 de strategische functies al met eigen mensen. Dat is volgens een woordvoerder ‘grotendeels’ gelukt. De afdeling haalde daarbij niet alleen detacheringspersoneel binnen. Om de risico’s te beperken, kregen externe bedrijven medeverantwoordelijkheid voor de resultaten van hun werk. Nu wil het Automatiseringscentrum ook voor minder strategische functies de inhuur terugdringen. Systeem- en netwerkbeheer moet volledig in eigen handen komen. Bij systeemontwikkeling overtreft het aantal inhuurkrachten het eigen personeel: circa 550. Dat moet meer in evenwicht komen.
Minder inhuren is ook van belang omdat de Belastingdienst regelmatig voorop loopt met innovaties. Via externen kan waardevolle kennis wegvloeien. Externe krachten kunnen elders scoren met de specifieke ervaring die ze bij de Belastingdienst hebben opgedaan.
Volgens een woordvoerder ligt het probleem niet in de arbeidsvoorwaarden. Gekwalificeerde krachten zijn gewoon schaars en moeten bovendien de hindernis van een negatief overheidsimago nemen.