Sprei-ding. Het klinkt als een ding voor op een bed. Maar het is iets dat je doet met informatiesystemen. Het gevolg: gespreide systemen. Gespreid is het tegenovergestelde van geconcentreerd. Gespreid en geconcentreerd klinken niet erg indrukwekkend. Meestal gebruikt men daarom duurdere woorden, zoals gedistribueerd en gecentraliseerd.
In de IT-wereld is spreiding meestal geografisch bedoeld. Het systeem is dan uitgesmeerd over verschillende locaties, zoals bij een client/server-applicatie, waarbij de client en de server duizend kilometer van elkaar verwijderd kunnen zijn. Soms is spreiding organisatorisch bedoeld. Het systeem is dan uitgesmeerd over verschillende organisatorische eenheden, zoals bij een e-mail systeem, waarbij elke afdeling berichten kan uitwisselen met elke andere afdeling. Vaak is geografisch hetzelfde als organisatorisch. Het systeem is dan eigenlijk dubbel gedistribueerd.
Over de voor- en nadelen van spreiding zijn de meningen gedistribueerd. Spreiding heeft een hoop voordelen. Je kunt met elkaar communiceren. Je kunt capaciteit met elkaar delen. En met een beetje geluk kun je zelfs door blijven werken als een deel van het systeem uitvalt. Spreiding heeft ook een hoop nadelen. Je moet systemen op elkaar aansluiten. Je moet je capaciteit netjes verdelen. En met een beetje pech kun je niet meer werken als een deel van het systeem uitvalt.
Voordelen of nadelen: wat doet het er toe? Alles is al gespreid, en dat zal wel zo blijven. Wat je hebt verspreid, krijg je niet zo makkelijk weer terug.
Bij al die spreiding doet zich iets raars voor. We spreiden eigenlijk alleen in de ruimte. Dat gaat ons makkelijker af dan spreiden in de tijd. Afstand, daar kunnen we iets mee. Doet de een iets hier, doet de ander iets daar. Maar met tijd hebben we nog steeds een groot probleem.
Nog niet zo lang geleden waren afstand en tijd onafscheidelijk. De afstand hebben we klein gekregen. We verplaatsen ons met de snelheid van het geluid en praten met de snelheid van het licht. Afstand en tijd zijn voorgoed van elkaar gescheiden. Als we de tijd ook eens klein konden krijgen! Dan zouden we het een stuk minder druk hebben. We zouden onze activiteiten gewoon in de tijd kunnen spreiden.
Nu hebben we al onze activiteiten geconcentreerd in het najaar. In het najaar gaan we budgetrondes in, moeten we budgetten ook anderszins opmaken, volgen we opleidingen en cursussen, kijken we terug op het voorgaande jaar, maken we plannen voor het nieuwe jaar, voeren we spoedopdrachten uit, wachten we op de trein die niet komt, houden we beoordelingsgesprekken, krijgen we griep en worden we ziek, gaan we naar congressen en symposia, staan we in de file, doen we aan werving en selectie, snijden we het vlees op zondag en huren we externen in, omdat we het werk zelf niet meer aankunnen.
Dat geldt niet alleen voor uw bedrijf en mijn bedrijf, maar voor alle bedrijven in heel Nederland en in de hele wereld. In het najaar maken we elkaar helemaal dol. Elk jaar weer. Hoe zou dat toch komen? Misschien is het een ‘basic instinct’ dat we hebben meegekregen van onze voorouders. Die zullen elk najaar best druk bezig geweest zijn met de voorbereidingen voor de strenge winter. Maar die noodzaak is nu toch wel weggevallen. Waarom sluiten we het boekjaar niet gewoon af in mei? Waarom volgen we geen cursussen in februari? Waarom houden we geen beoordelingsronde in juli?
Als we onze activiteiten iets meer in de tijd zouden spreiden, zou het najaar er een stuk zonniger uitzien. Bovendien zouden we dan geen last hebben van die merkwaardige zomerdip, waarin alles stilligt. We zouden de pieken kunnen opvangen met de dalen.
Tijdspreiding wint langzaam terrein. We richten de dagen en weken al steeds meer in zoals het ons uitkomt. Wie werkt er nog van 9 tot 5? Met de maanden hebben we meer moeite. Maar wie weet leren we het ooit nog eens. Smeren we ons werk ook over het jaar uit. Zodat we in november nooit meer de verschrikkelijke woorden ‘druk, druk, druk’ hoeven te horen.