"Internet betekent een volgende stap in het downsizen van gis", aldus Frank Ostyn, manager geografische informatiesystemen (gis) bij Autodesk, tijdens het tweede jaarcongres van de Stichting Ravi. Van een instrument voor specialisten ontwikkelt het gis zich tot een product dat ook binnen het bereik van de consument komt.
Een eerdere stap in de decentralisatie vormden de desktop-pakketten. Deze hebben gezorgd voor een brede verspreiding van gis-technologie binnen organisaties. Meer dan vijfentwintig gis-licenties in een organisatie is echter niet goed werkbaar, aldus Ostyn. Overstappen naar ‘intranet-gis’ ligt dan voor de hand. Daarnaast is er het ‘extranet-gis’, dat derden via wachtwoorden kunnen gebruiken. Verder maakt Internet gepopulariseerde toepassingen mogelijk. De publieke belangstelling daarvoor is groot, zo blijkt uit al bestaande toepassingen.
Een voorbeeld van een eenvoudige toepassing komt van Bruka Services uit Grootebroek. Dat wil begin 1998 in een site (http://www.bruka.nl) onder de naam Stede Broec een soort geografische gouden gids van zijn eigen gemeente aanbieden.
Een gouden gids voor ruimtelijke informatie zelf is het Nationaal Clearinghouse Geo-Informatie (Ncgi). Volgens dr ir A. Bregt, voorzitter van de werkgroep Bestuur & Organisatie, groeit de interesse van organisaties om hun geo-bestanden via het clearinghouse (http://www.ncgi.nl) aan te bieden. Het Ncgi maakt ruim zicht op dat aanbod en daarmee (prijs)vergelijking mogelijk. Bregt signaleert een verschuiving van gis-gebruik naar eindgebruikers en consumenten.
Naast de beschikbaarheid van digitaal kaartmateriaal groeit het aanbod van middelen om thematische gegevens aan kaarten te koppelen. Kadaster-dochter Kadata bijvoorbeeld heeft het bestand ‘Adrescoördinaten Nederland’, dat van alle ruim zeven miljoen adressen de coördinaten geeft. Dit maakt visualisatie van thema’s tot op adresniveau mogelijk.
Adressen of postcodes zijn van belang voor routeplanners. Een geavanceerd voorbeeld daarvan is de door branche-organisatie Transport en Logistiek Nederland samen met Ordis ontwikkelde ‘TLN-planner’. Deze moet de discussies oplossen tussen opdrachtgevers en -nemers over de exacte afstand tussen ophaal- en afleveradres.