Automatiseerders bij de overheid denken dat ze minder boeiend werk verrichten dan hun collega’s in de private sector. Dit blijkt uit een onderzoek van de Stichting voor Economisch Onderzoek (SEO) van de Universiteit van Amsterdam. Volgens professor Bernard van Praag blijkt hieruit dat de overheid te kampen heeft met imago -problemen.
De ambtenaren vinden hun eigen werk best boeiend. Ze geven als rapportcijfer een 7,6. Maar ze denken dat het werk in het bedrijfsleven een 7,9 waard is. Automatiseerders in de private sector menen dat er een groter verschil bestaat. Zij beoordelen hun eigen werk met een 8,4, terwijl ze een baan bij de overheid een 6,6 geven. De SEO verrichtte het onderzoek in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De overheid wil zijn positie op de arbeidsmarkt vergelijken met die van de concurrentie. In tijden van schaarste is het immers belangrijk om te zien hoe potentiële werknemers over de wervende partijen denken en wat ze sterke en zwakke punten vinden. "De kwaliteit van een product hangt sterk af van de prestaties op de arbeidsmarkt. Het Rijk is als groot orgaan toch een trendsetter op deze markt", meent Van Praag. Voor het onderzoek stelden de professoren Van Praag en Hartog in samenwerking met onderzoeksbureau Intomart vragen aan 350 lezers van Computable. Uit de resultaten blijkt eens te meer dat er veel vooroordelen bestaan over het ambtenarenbestaan. "Al in de negentiende eeuw leefde de gedachte dat een baan in de private sector veel dynamischer is. Dat lijkt me niet altijd terecht, maar de overheid worstelt er wel mee", licht Van Praag toe.
Lange werkweek
De onderzoeksresultaten zijn zeker niet dramatisch voor de overheid. Op een paar punten scoort ze hoger dan het bedrijfsleven. Zo denken automatiseerders in beide sectoren dat bij het Rijk de kans op ontslag kleiner is. Ruim 26 procent van de IT-professionals dat voor een bedrijf werkt, acht de kans op ontslag behoorlijk; 6 procent noemt de kans zelfs groot. Bij de ambtenaren is dit respectievelijk 4 en 2 procent. De werkdruk in de private sector wordt algemeen groter geacht. Wat pensioen en zekerheid betreft, denken beide sectoren dat hun voorwaarden beter zijn. Ze vermoeden eveneens dat de werksfeer in hun eigen omgeving beter is, hoewel de bedrijfsautomatiseerders het verschil groter achten. Op het gebied van promotiekansen scoort het bedrijfsleven beter. Opvallend is dat de optimale duur van de werkweek volgens de automatiseerders nog niet is bereikt; de ondervraagden uit het bedrijfsleven vinden de werkweek te lang, een opvallend aantal ambtenaren noemt hun werkweek ’te kort’. Verder werkt een tijdelijk dienstverband binnen de private sector demotiverend, terwijl deze gevolgen in de automatiseringsafdelingen van de overheid niet zichtbaar zijn.
Menselijk kapitaal
Van Praag concludeert dat de overheid ondanks de imago-problemen in staat moet zijn voldoende automatiseerders aan te trekken. "Het Rijk moet meer nadruk leggen op de arbeidsomstandigheden. Nu wordt er nog te veel in termen van salaris gesproken. Aandacht voor niet-monetaire voorwaarden is op zijn plaats." De IT-professionals zien het belang hiervan best in, meent de econoom. "Ze waarderen scholing en andere investeringen in menselijk kapitaal. De aantrekkingskracht van een werkgever bestaat steeds meer uit de hiërarchische verhoudingen en de hoeveelheid interne conflicten. Wat dat betreft staat de overheid er goed voor." Van Praag vermoedt dat er al een grote zelfselectie plaatsvindt op de arbeidsmarkt. "Veel mensen voelen zich om verschillende redenen aangetrokken tot de overheid en gaan daar werken. De overgang van een ambtenaar naar de private sector komt niet vaak voor."