Vincent Everts ontmoetten we op een receptie ter gelegenheid van de lancering van een boek. Dat hebben we geweten. Het doopfeestje werd gevierd in de intieme, met rood velours beklede bar van het Mediaplaza in Utrecht. Everts zwaait daar de scepter. Hij kon het niet laten zijn enthousiasme over internet uit te dragen.
Vliegensvlug bewoog zijn vinger over een soort aanraakgevoelig filmdoek. De websites schoten over het scherm. Op een goed ogenblik zagen we zelfs een grijzende heer enthousiast opspringen. Kijk nou toch eens!, riep hij naar zijn vrouw. Vincent Everts, de even extroverte als enthousiaste directeur van Mediaplaza, het landelijk Internet demonstratiecentrum in de Utrechtse Jaarbeurs, moet dat deugd doen. Daarvoor is hij immers ingehuurd. Mensen, vooral directieleden, enthousiast maken voor internet. Dat mag wat kosten. Voor een bedrag van zo’n vijfentwintig miljoen gulden, bijeen gebracht door een onafzienbare rij sponsors (inclusief minister Wijers), krijgt Everts drie jaar de tijd om van de vele Nederlandse agnosten in de directies, gelovigen te maken.
Wie is Vincent Everts (38) eigenlijk? Begin jaren tachtig, in zijn studententijd, richt hij samen met een mede-student, Bart Mellink (nu Gartner Group), Cyco op. Dat was een automatiseringsclub die zich wierp op groeimarkten als PC-netwerken en Cad/Cam. Everts is, hoewel niet actief betrokken, nog steeds aandeelhouder van Cyco. Hoeveel aandelen hij bezit wil hij niet kwijt, maar we houden het er op dat hij zich financieel onafhankelijk kan noemen.
Klus met een luchtje
De eerste opdracht voor Cyco kwam van haringhandelaar Ouwehand, waarvoor een haringweegsysteem werd ontwikkeld. "Je moet je voorstellen", vertelt Everts, "dat vijftig vrouwen daar glazen potten met haringen vullen. Ze doen zeven haringen in zo’n potje, in totaal ongeveer vijftigduizend potten per dag. Maar daarvan was ongeveer 70 procent te zwaar of te licht. Aan het einde van de lopende band stond een weegschaal die alle te lichte en te zware potten er uit haalde."
"We hebben toen die intelligente weegschaaltje gemaakt. Als er zes haringen in het potje waren gestopt, gingen er lampjes branden. Bij vier lampjes moest er nog een dikke haring bij, bij drie lampjes een normale, bij twee lampjes een dunne. Zo wisten we het gemiddelde gewicht terug te brengen van 550 gram potgewicht (er moest 500 gram in) naar 510 gram. Dat is dus veertig gram per potje maal vijftigduizend is tweeduizend kilo maal drie gulden, oftewel zesduizend gulden per dag winst."
"Wij maakten die weegschaaltjes thuis op onze studentenkamer. Al onze vrienden werden ingeschakeld. Die moesten dan solderen of in een teiltje de apparatuur op waterdichtheid testen. De weegschalen kostten drieduizend gulden per stuk. We hebben maanden gewerkt om er veertig te produceren."
Het in 1984 gestarte Cyco schakelde al snel over van computerweegschalen naar PC-netwerken. Rond 1989 had men 45 mensen op de loonlijst staan. Voor Everts was de spanning er toen al vanaf. "Ik ben terug gegaan naar school om mijn studie bedrijfskunde af te ronden." Maar het duurde niet lang of Everts vertrok toch met een aantal handige programmaatjes naar de Comdex, de belangrijke Amerikaanse vakbeurs. Een paar van die applicaties werden een hit. Bijvoorbeeld Parac, een datacommunicatie programma, en Perfectview, voor adressenbeheer, gingen in de tienduizenden exemplaren over de toonbank. "Eigenlijk", zegt Everts, "ging ik naar de Comdex om Cyco’s Automanager te verkopen, een viewer voor Autocad-files. Daar hebben we later een documentfile-systeem van gemaakt. Er zijn inmiddels honderdvijftigduizend stuks van verkocht."
Zuid-Afrika
Zo’n drie jaar geleden vond Everts het tijd voor een sabbatsjaar. "Ik ben naar Zuid-Afrika gegaan, heb bergen beklommen. Ook ging ik langs bij mijn zus in Zimbabwe die daar ontwikkelingswerker is. Daar heb ik een aantal afgedankte PC’s neergezet om de communicatie te verbeteren. Mijn zus was nooit te bereiken. Een brief doet er zes weken over om in Nederland te arriveren. Ik heb een softwarepakketje geïnstalleerd, dat heette Mangonet. Dat is net een soort Fidonet (een door PC-amateurs gedreven internet-achtig netwerk), voor ontwikkelingswerkers."
Daarmee belde je naar een lokaal telefoonnummer. Opeens kon je voor twee Nederlandse centen drie of vier (elektronische) brieven over de hele wereld versturen die bovendien de volgende dag aankwamen. Het hele leven in het dorp veranderde op slag. Na een paar weken zaten kinderen blootsvoets met professoren te e-mailen uit Californië. Terug in Nederland ben ik gaan kijken wat dat internet allemaal voor mogelijkheden bood. Ik heb me letterlijk vier maanden opgesloten. Toen liep ik Leo Roobol (ex-Novell) tegen het lijf, die inmiddels bij de KPN was gaan werken. Hij vertelde dat ze iets gingen doen voor de promotie van internet in Nederland. Ik ben daar in eerste instantie bijgekomen als adviseur, later vroegen ze me of ik de kar wilde trekken."
Studie-hopper
Everts achtergrond is bont geschakeerd. Hij studeert aanvankelijk natuurkunde in Nijmegen, maar stapt al na een jaar over op politicologie. "Dat is", aldus Everts, "sociaal interessanter. Ik ben vooral geïnteresseerd in macht en besluitvormingsprocessen. Interessant is het om te zien dat die processen veranderen onder invloed van technologie." In Nijmegen bevindt Everts zich onder het gehoor van ondermeer docent Roel in ’t Veld. De onrustige Everts stapt vervolgens van politicologie over op economie. "Dat vind ik een mooie combinatie van wiskunde en sociale wetenschappen. Volgens mij zit economie immers vol met emotie. Ik heb bovendien mijn lesbevoegdheid behaald, zodat ik altijd ergens op terug kan vallen."
Vervolgens doet Everts nog een kopstudie bedrijfskunde in Delft. "We hadden daar als bijzonderheid, we praten over 1982, dat elke student een Olivetti M24 PC moest kopen, een van mooist vormgegeven computers. Dat ding kostte tienduizend gulden. Het hele onderwijs werd rond die machine georganiseerd. Al de studenten wisten dus veel van PC’s en organisaties. In Delft doceerde onder andere professor Jo van Nunen. Hij doet nu een project voor ICT, waarbij in de hele havens vrachtwagenchauffeurs zich kunnen identificeren met hun hand. Biologische herkenning dus. De chauffeurs leggen bij ICT hun hand op een machine, worden herkend, om vervolgens naar de juiste terminal verwezen te worden. Dat levert tijdwinst op. In plaats van de gebruikelijke tweeënhalf uur laadt en lost men nu in een kwartier. Het gemeentelijk havenbedrijf wil dat systeem in de hele haven doorvoeren."
Met Everts lijkt Mediaplaza een onconventionele internet pleitbezorger ingehuurd te hebben, die over een wijdvertakt netwerk beschikt. Het lijkt Everts voor de wind te gaan. Een nieuwe baan en sinds kort ook een nieuwe partner. Ontmoet via het internet, uiteraard.
Krijg ik van Google een melding over een nieuw artikel.
Begin je te lezen en blijkt het uit 1997 (!!) te komen.
Hoezo zorgt internet ervoor dat we bijblijven?