Door middel van clustering kan NT op enigszins onhandige wijze de markt voor grote systemen penetreren. Om er een echt aantrekkelijk bedrijfskritisch transactiesysteem van te maken, zijn aanvullende faciliteiten nodig.
De belangrijkste diensten voor de applicaties van vandaag de dag zijn:
- database-replicatie voor sommige gedistribueerde applicaties;
- mainframe-koppeling; ondanks de sterke groei van Microsoft vindt de meeste transactieverwerking nog steeds plaats op IBM MVS;
- berichtendiensten; e-mail is niet voldoende, al zijn programmeer-interfaces als Mapi toe te passen;
- gedistribueerde objectgeoriënteerde diensten voor de ondersteuning van applicaties met objecten op meerdere gedistribueerde platformen. Corba is hier de industriestandaard, die Microsoft niet volgt maar beconcurreert met Dole;
- een TP-monitor. Hierdoor zal NT worden uitgebreid tot een multi user-omgeving. Citrix Winframe biedt een conventioneel interactief multi user-NT, zodat de combinatie van NT en Winframe vergeleken kan worden met MVS/TSO, terwijl NT en MTS meer weg hebben van MVS/Cics, al biedt NT natuurlijk niet de partitioneringsmogelijkheden van een mainframe;
- ondersteuning van browser-clients, zodat PC-clients vervangen kunnen worden. Microsoft biedt zoiets met IIS maar door de integratie van Java en Activex probeert Microsoft ervoor te zorgen dat de browser alleen op een PC met Windows draait in plaats van op een PC.
Hieraan is een adequaat groupware-product toe te voegen, om te kunnen concurreren met Lotus Notes. Een overgang van Html naar XML kan ervoor zorgen dat toekomstige webservers op goedkope wijze kunnen dienen als systemen voor het beheer van documenten en handboeken.
Microsoft heeft zijn eigen Mapi-georiënteerde berichtenservers geïmplementeerd in de vorm van Microsoft Message Queue Server (Msmq, voorheen Falcon). Deze server biedt robuuste transactieverwerking tussen NT-platformen. Msmq concurreert met IBM’s MQ-serie, die zowel voor NT als voor de meeste andere platformen beschikbaar zijn. MQ is dan ook de beste keuze; in de gemiddelde omgeving moet NT nu eenmaal samenwerken met andere systemen. Ook hier wint Microsoft het echter weer als het gaat om eenvoud van installatie. Bovendien wordt Msmq samen met NT gebundeld. In de praktijk zal er daarom helaas een gateway tussen MQ en Msmq nodig zijn.
Het gedistribueerde objectmodel vormt een probleem, omdat Microsoft niet alleen de integratie tussen NT en legacy-systemen stimuleert (met Cedar en SNA Server) maar tegelijkertijd probeert gebruikers aan NT te binden (met Ole). Het probleem is dat Ole niet echt objectgeoriënteerd is; een belangrijke eigenschap als polymorfisme zit er niet in. Ole ondersteunt echter weer wel ‘encapsulatie’, en dus herbruikbare componenten. Niet de pure herbruikbare objecten die de OO-broederschap graag zou zien, maar herbruikbare componenten die draaien op één PC onder Windows 95 of NT. De noodzaak om deze dingen te ondersteunen en tegelijkertijd het NC-concept te vernietigen door uitbreidingen op Java heeft geleid tot de integratie van Ole-componenten en Java-componenten in Internet Explorer. De uitgebreide versie van Ole is Activex genoemd. Merk op dat Activex ook Ole-uitbreidingen op de server ondersteunt, zoals integratie met MTS (transactieserver) en IIS. Op de client is Activex niet meer dan een virus dat speciaal is ontwikkeld om ervoor te zorgen dat nieuwe browser-georiënteerde applicaties op een PC draaien in plaats van op een NC. Blijf uit de buurt! De Object Management Group heeft een protocolsuite ontwikkeld voor de interoperabiliteit tussen objecten binnen een gedistribueerde, heterogene omgeving: Corba. Om Corba te pareren heeft Microsoft een Ole-uitbreiding gedefinieerd, Dole, en probeert het nu met hulp van Software AG en Digital deze nieuwe Ole-versie naar MVS en Unix te poorten. Hier kom ik later nog op terug.