Het is briljant hoe Microsoft de dreiging van Internet heeft omgezet in een commerciële kans. Ook al duurde het wel eventjes voordat Microsoft inzag dat bij Internet de nadruk lag op communicatie, waardoor op termijn de PC vervangen zou kunnen worden door intelligente communicatiemachines, ook bekend als netwerkcomputers (NC’s).
Microsoft streeft ernaar zo’n driehonderd dollar per gebruiker te verdienen. Met PC’s haal je dat makkelijk. Met centrale verwerking wordt het een stuk moeilijker. Daarom richtte Microsoft alle aandacht op de server; daar moet straks immers de winst vandaan komen. Hierbij volgde het bedrijf geen ‘ik ook’-strategie door een dbms of een web-server te leveren. De concurrentie van Oracle, Netscape, Sybase en dergelijke is daarvoor simpelweg te sterk. In plaats daarvan volgde Microsoft op listige wijze het AS/400-model en maakte NT het brandpunt van alle ontwikkelingen.
NT is een besturingssysteem en onderscheidt zich daarmee niet van Unix of OS/2. NT is voor Oracle en de andere net zo aantrekkelijk als de andere systemen. Maar nu komt het AS/400-model in beeld: Microsoft bundelt zijn eigen server-producten met NT. Die producten werken uitsluitend in combinatie met NT en niet met een concurrerend besturingssysteem. Het enige verschil is dat het Microsoft-pakket uitsluitend draait op een reeks Intel-processoren, terwijl OS/400 alleen draait op IBM-hardware. Zou het daarom niet verstandiger zijn de NT-servers gewoon te negeren? Voor de meeste organisaties is dit niet haalbaar omdat gebruikers met een enorme toewijding proberen Microsoft-producten aan de praat te krijgen, tegen torenhoge kosten voor het bedrijf waar ze voor zouden moeten wérken. Er verandert dan ook helemaal niets.
Om historische redenen zal Microsoft daarom de server-markt domineren en zo eindelijk, via de kantoorsystemen, IBM van de troon kunnen stoten. File- en printdiensten, alsmede de noodzakelijke e-mail (Exchange) en webservices (Iis) zijn daarom snel uitgegroeid tot de ruggengraat van Microsoft Backoffice.
Microsofts database-server, SQL Server, wordt ook meegeleverd met NT Backoffice. Dat lijkt gratis, maar is het niet. Het systeem zelf is wel gratis, maar alleen voor een gebruikersaantal van nul. Voor elke gebruiker moet worden bijbetaald. Alleen Microsoft kan zo’n stunt uithalen en het is duidelijk bedoeld om concurrerende producten als Oracle, DB2 en Informix de wind uit de zeilen te nemen. Een gedetailleerde vergelijking van SQL Server met deze producten levert interessante stof op. SQL Server verliest op de meeste punten (met inbegrip van reproduceerbare fouten), behalve op het gemak waarmee de database-server kan worden geïnstalleerd. En zo installeren organisaties heel gemakkelijk grote aantallen SQL Server-systemen, waarna ze deze ongelooflijk complexe, ongehoord dure en zeer onbetrouwbare omgeving moeten ombouwen tot iets dat lijkt op één normaal mainframe- of midrange-systeem. Microsoft is ook niet gek en weet best dat ze de vergelijking met andere server-producten nog niet aankan; juist daarom mikken ze op kleinere afdelingen.
Ten lange leste zal Microsoft winnen. IBM’s mainframe-databases en TP-monitors waren ook niet de beste producten, maar de omvang kweekte een solide basis en op dit moment zijn DB2 en Cics uitgegroeid tot uitstekende producten die de mainframe-wereld domineren. De parallellen met de status en de ontwikkeling van Microsoft Backoffice zijn opvallend.
SQL Server opent misschien deuren voor Microsoft, maar is alleen geschikt voor kleinere afdelingstoepassingen die gebaseerd zijn op het dikke client-model. Daarbij genereert een PC-programma in Visualbasic SQL en SQL-procedures die zijn opgeslagen op een SQL Server. De beperkingen van dit model zijn inmiddels algemeen bekend, vooral de slechte onderhoudbaarheid en dito uitbreidbaarheid van de resulterende code. De professionele wereld kijkt daarom reikhalzend uit naar dunne client-applicaties op basis van Web-browsers. Met andere woorden: de serverkant van het dikke client-model is reeds overbevolkt door Oracle en dergelijke. Om op de door Microsoft gewenste schaal in professionele gegevensverwerkende applicaties in te breken is iets meer nodig dan SQL Server.
Microsoft heeft de bal aan het rollen gebracht met SQL Server en IIS. Het bedrijf gaat nu een stap verder en gaat zijn server-producten uitbreiden in de richting van grootschalige professionele systemen, inclusief bedrijfskritische transactiesystemen. Schaalbaarheid is nog steeds een zwak punt en dat zal nog wel een aantal jaren zo blijven. Maar nu bedrijven als Tandem en Digital expertise op het gebied van grootschalige systemen inbrengen, zullen multiprocessor-systemen en NT-clusters net zo lang worden verbeterd totdat ze kunnen concurreren met Unix-systemen van HP en Sun – zelfs met MVS/S390. Toch blijft het zwak dat NT en NT-applicaties uitsluitend op Intel gebaseerd zijn. Ik denk dan ook dat Microsoft een grote fout maakt door de samenwerking met Intel exclusief te houden en Motorola en de Power-PC buiten de deur te houden. Digital en de Alpha-processor? Wie weet?