De Informatica-opleidingen moeten meer aandacht besteden aan de sociale en communicatieve vaardigheden van de studenten.
Dat blijkt uit het rapport `Keep IT simple’ van de commissie Onderwijs van de Fenit. Het document zet uiteen aan welke startende werknemers het bedrijfsleven behoefte heeft. De ervaring van de branche-organisatie leert dat de aansluiting tussen de beroepspraktijk en het onderwijs verre van optimaal is. Uit een onderzoek dat de Fenit in 1996 heeft uitgevoerd bleek dat de ondernemingen weinig behoefte hebben aan techneuten, maar op zoek zijn naar breed inzetbare werknemers. De instromers moeten naast een goede inhoudelijke en technische kennis ook over communicatieve vaardigheden beschikken. Daar wringt de schoen, want bij de opleidingen spelen deze communicatieve aspecten een ondergeschikte rol, melden de samenstellers van het rapport. Door de kloof tussen onderwijs en praktijk, moeten bedrijven teveel aandacht besteden aan de opzet van opleidingsprogramma’s voor de nieuwe werknemers. Gemiddeld moeten organisaties de afgestudeerden zes maanden bijscholen. De kosten van deze opleidingen voor bedrijven bedragen ongeveer 25.000 gulden.
Discussiestuk
Om duidelijkheid te scheppen heeft de commissie profielen geformuleerd waaraan behoefte is in het bedrijfsleven. De komende jaren wensen de ondernemingen instroom van IT-specialisten, ontwikkelaars, IT-architecten en beheerders. Verder is er behoefte aan business-consultants, project-managers en EDP-auditors. Aan de laatste drie profielen kunnen starters nog niet voldoen. De Fenit legt bij deze profielen nadruk op de communicatieve vaardigheden waarover starters moeten beschikken. Werken in een team, geven en ontvangen van kritiek, aanpassen van het gedrag aan de teamleden, het motiveren van anderen en klantgericht handelen zijn daarbij de belangrijkste vaardigheden. Het rapport is opgesteld als discussiestuk. Naar aanleiding van reacties hoopt de Fenit op termijn met de overheid en onderwijsinstellingen gemeenschappelijke profielen te formuleren. MC