Microsoft voelt zich bedreigd door de komst van de NC en heeft geen adequaat antwoord. Het bedrijf komt met argumenten aandragen die weinig overtuigend zijn, vindt J.M. Waldorp van Integrated Services.
Onder het motto ‘Open your eyes: oplossingen voor intranet en Internet’, organiseert Microsoft een serie Direct Access Briefings voor de professionele ontwikkelaar. De bedoeling is de ontwikkelaar de ogen te openen voor de kansen die intranet en Internet te bieden hebben.
Wie op de uitnodiging ingaat, wordt getrakteerd op een ochtend of middag vol Microsoft-marketingpraat. Met een niet te stuiten stortvloed van termen, producten en bundles schetst de spreker een beeld van het Microsoft-landschap. Na afloop weet je zeker dat je zonder het advies van een Microsoft-consultant het verkeerde product zult kiezen.
Microsoft neemt Internet serieus. In één van de demonstraties wordt getoond hoe je vanuit Internet Explorer 4.0 toegang kunt krijgen tot Excel. Fantastisch! Nu kan ik dus vanuit elke werkplek applicaties gebruiken op een NT-server! Nee, mis. Zo werkt het niet. Microsoft heeft niet de applicaties aangepast aan Internet, maar de browser aan Windows. Microsoft zet de Internet-technologie op zijn kop. De toehoorder wordt gefopt. Excel draait lokaal.
Interessanter dan de marketingpraat en de demo’s is echter de wijze waarop Microsoft zich afzet tegen zijn concurrenten. Vooral Sun en de Netwerk Computer moeten het ontgelden. Het is duidelijk. Bill slaapt onrustig.
Microsoft voelt zich – misschien wel voor het eerst in haar geschiedenis – bedreigd door een ontwikkeling, waarop zij geen antwoord heeft. De argumenten tegen de NC zijn weinig overtuigend. Het verhaal dat de NC de gebruiker zijn vrijheid ontneemt en volledig afhankelijk maakt van de server, doet een beroep op oude sentimenten. Zeker, de PC betekende vrijheid voor de gebruiker, weg van de afhankelijkheid van het rekencentrum, alles in eigen hand. Dit vrijheidsverhaal is echter geheel passé. Met Microsofts Zero Administration Kit (Zak) heeft de gebruiker niets op zijn eigen PC in te brengen. Ook de afhankelijkheid van de server is in feite niet minder dan bij de NC. Server plat betekent geen gebruikersdata en geen printfaciliteiten.
Dan komt het argument dat Java zoveel bandbreedte nodig heeft. Ja, het laden van een applicatie over het netwerk kost meer bandbreedte dan wanneer deze lokaal op schijf staat. Maar is dat een probleem? In het kantoorlandschap – en daar gaat het toch om, als we het hebben over kostenbesparingen – is genoeg bandbreedte te creëren. 100-base-T begint normaal te worden en gigabit Ethernet komt in zicht. Een terugkeer naar een meer centralistisch model zal investeringen vragen in de infrastructuur. Ook superkrachtige servers horen daarbij, misschien wel met het meest schaalbare besturingssysteem.
Tot slot zou Java langzaam zijn. Het voorbeeld van de Corel Office Suite for Java wordt aangehaald. Het peil van de discussie daalt tot een dieptepunt. Het is onzinnig om met de tekortkomingen van een eerste poging een kantoorapplicatie in Java te maken, een stigma op de gehele Java-ontwikkeling te plakken. De maker Corel liet met deze nog niet geslaagde poging zien technologisch voorop te willen lopen. Microsoft lijkt dat spoor verlaten te hebben. In een wanhopige poging haar aandeel in de desktop-markt te behouden, heeft zij zich ingegraven in haar oude Windows-techniek. Inderdaad: ‘Open your eyes’.
J.M. Waldorp,
directeur Integrated Services
uit Waddinxveen
(een bedrijf dat opleiding en advies geeft op het gebied van Unix-systemen en netwerken)