In de IT-industrie heb je twee soorten bedrijven: bedrijven die groeien en bedrijven die groeien. Bedrijven in de eerste categorie groeien doordat ze meer opdrachten krijgen of meer computers verkopen en dus meer mensen kunnen aannemen. Sommige mensen noemen dat autonome groei. Veel IT-bedrijven groeien autonoom hard. Soms groeien ze autonoom uit hun verband.
Bedrijven in de tweede categorie groeien door het opslokken van andere bedrijven. Slokoppen groeien meestal harder dan autonomen. Maar omdat ze kant-en-klare, voorgekauwde maaltijden opslokken groeien ze niet zo snel uit hun verband. Geen wonder dat opslokken tegenwoordig zo populair is. Je groeit sneller en het kost je minder moeite.
De laatste weken worden er wel erg veel IT-bedrijven opgeslokt. De slokoppen en de opgeslokten willen graag mondiale spelers worden. Dat is hun goed recht. De planeet is van iedereen.
Soms vraag je je af waar ze het geld vandaan halen. Opslokken is niet goedkoop. Gelukkig zijn er een heleboel manieren om op te slokken en opgeslokt te worden. Overnames, fusies, aandelenfusies, samenwerkingsverbanden. Alles is mogelijk. Veel slokoppen hebben een zogenaamde oorlogskas. Een grote zak met geld waar ze gemakkelijk hun maaltje van kunnen betalen. Andere slokoppen hebben geen oorlogskas. Toch hebben ze honger. In dat geval slokken ze eerst een klein bedrijfje op. Soms betalen ze met hun laatste restje zakgeld, meestal geven ze aandelen weg in ruil voor de aandelen van het opgeslokte bedrijf. Beleggers vinden opslokken prachtig. Na de maaltijd zijn de aandelen van de slokop gestegen. Met dat extra geld, dat eigenlijk helemaal geen geld is, kan de volgende opslok weer betaald worden. Waarna de koers weer een beetje stijgt. Enzovoort.
Een voorbeeld is Worldcom. Worldcom is de op drie na grootste telecomboer in Amerika. De baas heet Bernard Ebbers. Bernard is een echte slokop. Hij heeft de afgelopen drie jaar elke maand wel een paar andere bedrijven opgeslokt. Na elke maaltijd is de koers een beetje gestegen. Nu wil Worldcom MCI opslokken. MCI is het op één na grootste telecombedrijf van Amerika. Bernard heeft een bod van 30 miljard dollar uitgebracht: het hoogste opslokbod in de Amerikaanse geschiedenis. Jammer voor BT, het grootste telecombedrijf van Engeland. BT was net van plan om MCI voor veel minder geld op te slokken. Maar ja, in Amerika is het zo dat de hoogste bieder wint.
Een ander voorbeeld is Getronics. Getronics maakte vroeger stoplichten en is nu het grootste IT-bedrijf in Nederland. De baas heet Ton Risseeuw. Ton is niet zo’n grote slokop als Bernard, maar autonoom groeien gaat hem toch niet hard genoeg. Ton is al jaren van plan om Roccade te kopen. Roccade is het nieuwe oude IT-bedrijf van de overheid. De overheid vindt opslokken al jaren een goed idee. Maar zomaar opgeslokt worden zou niet netjes zijn. Het zou ook niet mogen. In Europa moet iedereen een eerlijke kans krijgen. IBM mocht daarom ook meedoen. Getronics bracht een bod uit. IBM bracht een hoger bod uit. Getronics won. Jammer voor IBM, het grootste IT-bedrijf ter wereld. Getronics slokt Roccade op. IBM slokt niets op. Behalve spek en bonen en gebakken peren.
U ziet dat de spelregels bij ons anders zijn dan aan de andere kant van de oceaan. Bij ons is het zo dat de laagste bieder wint. Het is even wennen, maar als u het onder de knie heeft kunt u er veel plezier van beleven. Koopt u een huis: bied duizend gulden en het huis is van u. Koopt u een tweedehands auto: bied vijfentwintig gulden en u kunt hem zo meenemen. Doet u boodschappen: weiger te betalen. Wie weet krijgt u de hele supermarkt wel cadeau.