Software-bouwer Baan laat ongeveer de helft van de software voor zijn nieuwe erp-versie (enterprise resource planning) ontwikkelen in het Indiase Hyderabat.
Volgens Laurens van der Tang, verantwoordelijk voor R&D bij Baan, blijven sleutelactiviteiten als algemene architectuur en samenstellen van de verschillende software-onderdelen behouden in Nederland.
"Onze groei wordt in Nederland beperkt door de arbeidsmarkt", meent Van der Tang. Sinds tien jaar heeft Baan een ontwikkellaboratorium in India. Ongeveer 30 tot 40 procent van de productontwikkeling vindt er plaats.
Volgens Van der Tang is de belangrijkste reden om voor Baan V intensiever gebruik te maken van de ‘India-route’ het gebrek aan gekwalificeerd personeel in Nederland: "In Nederland studeren jaarlijks niet meer dan enkele honderden mensen af in een IT-richting. In India kunnen we veel makkelijker talent aantrekken." Ook de lagere loonkosten spelen volgens de R&D-manager een rol. Met een relatief laag budget kan veel ontwikkelwerk snel verricht worden.
Een gedistribueerd ontwikkelteam stelt wel bepaalde eisen aan de coördinatie. Zo wordt onder andere gebruikt gemaakt van een gedistribueerde ontwikkelomgeving en software configuratie management en integraal projectmanagement. Daarnaast is er regelmatig uitwisseling van mensen.
Baan is niet de enige softwareleverancier met een ontwikkellaboratorium in India. Vorige week maakte Computer Associates bekend een ontwikkelcentrum in de voormalige Britse kolonie op te starten. Ook bedrijven als Microsoft, SCO, SAS Institute en Novell zijn hier al enige jaren actief.