De markten voor ondermeer telecommunicatie en software functioneren in Nederland minder goed dan in andere landen. Dit blijkt uit de concurrentietoets 1997, die minister Wijers (Economische Zaken) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Een verdere liberalisering van de telecom-markt kan in Nederland leiden tot een prijsdaling van 18 procent.
De concurrentietoets laat zien dat er nog veel vooruitgang valt te behalen. Berekeningen van de Oeso laten zien dat herregulering van bijvoorbeeld de software-sector belangrijke welvaartsverbeteringen kan opleveren. De minister werkt dit gegeven niet nader uit, want de concurrentietoets is vooral bedoeld als inventarisatie van de Nederlandse positie.
Achterstand
Die positie is niet slecht, maar Nederland verdient volgens Wijers beter dan de middenmoot. Hij vindt dat ons land weer tot de top van Europa moet gaan behoren.
Hiervoor is vergroting van het innovatieve vermogen nodig. Dit vergt permanente investeringen in kennis. Uit een internationale vergelijking blijkt dat Nederland ver achter ligt op de Verenigde Staten als het gaat om de uitgaven voor kennis en innovatie. In Nederland bedragen deze uitgaven 7,6 procent van het nationaal inkomen tegenover 9,8 procent in de Verenigde Staten. De achterstand komt vooral omdat het bedrijfsleven hier weinig aan uitgeeft. Corr.