Het aanpassen van gemeentelijke systemen, waaronder de GBA, door wijzigingen in de wet- en regelgeving kost bijna zeven miljoen gulden. Gemeenten krijgen de kosten vrijwel volledig door het rijk vergoed. Enkele GBA-leveranciers die doorgaans lage offertes indienen, beschouwen deze gang van zaken als bevoordeling van de concurrentie.
Voorheen kregen gemeenten een vast bedrag per inwoner als een nieuw Logisch Ontwerp voor de GBA werd ingevoerd. Bij LO 3.0 namen Amsterdam en Den Haag, met een duur GBA-systeem, daar echter geen genoegen mee. LO 3.0 is daarom uitgesteld en Binnenlandse Zaken is aan een nieuwe regeling gaan werken. Omdat enkele wijzigingen niet konden wachten, kwam tussentijds LO 2.4. De offertes daarvoor vertoonden enorme prijsverschillen. In de commotie rond ‘3.0’ had GBA-projectleider Cees Meesters verklaard dat vergoeding van de reële kosten een bonus zou zijn voor de keuze van een dure leverancier. Nu blijken de gemeenten de kosten toch terug te krijgen. Dit is bij zowel Procura als K+V Van Alphen in het verkeerde keelgat geschoten.
Meesters ziet de regeling niet als premie voor dure GBA-systemen. Van vier dure leveranciers is de offerte aan een contra-expertise onderworpen, waarna Biza de vergoeding aan gemeenten die daar klant zijn heeft gemaximeerd. Tussen de offertes die na toetsing zijn ‘bijgesteld’ en de uiteindelijke rekening kan toch nog een verschil zitten. Gemeenten zien dan niet alles gecompenseerd. Meesters zegt echter niet te weten of dat echt het geval is. Hij rechtvaardigt de aanpak verder met het eenmalige karakter ervan. Wim Hoekstra van K+V Van Alphen wijst erop dat Meesters heeft gezegd dat na de bijstelling nog altijd sprake was van een prijsverschil van een factor twaalf.