De komende tijd zal de strijd tussen Unix en NT zich toespitsen op het gebied van de werkgroep-servers. Sun beschouwt de ‘enterprise-server’-markt als de huidige en toekomstige groeimarkt. Daar zal het nog enkele jaren duren voordat concurrentie van Microsoft wordt gevoeld.
Als je de media moet geloven is er, na de recente ontwikkelingen rond Apple, nog maar één grote concurrentiestrijd gaande: die tussen Microsoft en Sun Microsystems. Beide partijen zijn afkomstig uit verschillende marktsegmenten en houden er totaal verschillende opinies op na. Op het eerste gezicht lijkt het verschil duidelijk: de een is een softwarebedrijf en de ander van oorsprong een hardware-producent. Maar inmiddels is die scheidslijn niet meer zo scherp. In toenemende mate komen Sun en Microsoft elkaar tegen. Of het nu gaat om Internet of intranet, de doorbraak van Java of de verovering van de ‘enterprise server’ markt. Rationele en zinnige argumenten worden afgewisseld met demagogie.
Groeimarkt
Eens in de zoveel tijd steekt het verhaal weer de kop op: met de steeds krachtiger processoren van Intel en de groeiende populariteit van Windows NT zal Sun het steeds moeilijker krijgen. Vijf jaar geleden repten artikelen al over ‘Sparc is out of gas’. Voor de goede orde: Sparc is Sun’s risc-processor architectuur. Unix had indertijd ook al zijn langste tijd gehad en het zou niet lang meer duren of Sun zou marktaandeel gaan verliezen. Niets is minder waar gebleken. Intel heeft inderdaad zijn processoren spectaculair verbeterd. Maar met de Ultrasparc II heeft Sun in die tussentijd ook een aanzienlijke prestatieverbetering bereikt. Het netto-resultaat is dat Windows NT op Intel is gegroeid aan de onderkant van de markt van werkstations. Die groei is niet ten koste gegaan van Sun. Het zijn veeleer andere leveranciers geweest, zoals SGI en DEC die hiervan de pijn hebben gevoeld. Recente IDC-rapporten maken duidelijk dat voor de high-end werkstation-applicaties nog steeds onverminderd Sun-systemen aangeschaft worden. Een veel belangrijker verschil met de situatie van drie jaar geleden is dat Sun inmiddels nog voor minder dan vijftig procent van zijn omzet afhankelijk is van die markt voor werkstations. De huidige en toekomstige groeimarkt voor Sun is de markt van de ‘enterprise servers’. Met een reeks nieuwe systemen, voorzien van mainframe-eigenschappen als high availability, uitgebreide storage, reliability, schaalbaarheid, clustering en domain partitioning heeft Sun in deze markt een spectaculaire groei doorgemaakt. Windows NT groeit (procentueel) ook snel in de servermarkt, maar binnen een tijdsbestek van een maand hebben diverse gerenommeerde onderzoeksbureaus als Dataquest, IDC, The Aberdeen Group en de Standish Group, onafhankelijk van elkaar onderzoeksrapporten gepubliceerd waaruit blijkt dat het nog jaren zal duren voor Windows NT ook maar in de buurt komt van Unix als het gaat om bedrijfskritische servertoepassingen. Neem bijvoorbeeld het Network File System, al tien jaar een functie van Solaris. Nog steeds ontbreekt iets dergelijks in Windows NT. Maar hoe kun je zonder zo’n functie aan network computing doen? In gedetailleerde vergelijkingen scoorde Sun’s Unix-versie Solaris op onderwerpen als schaalbaarheid, beheersbaarheid, betrouwbaarheid, beveiliging, openheid en high availability beter dan Windows NT. Niet verwonderlijk, wanneer je bedenkt dat Unix al veel volwassener en verder ontwikkeld is dan Windows NT.
De resultaten van deze onderzoeken zijn voor Microsoft natuurlijk niet leuk en het bedrijf heeft dan ook onmiddellijk een (ongewoon heftige) aanval geopend op de boodschapper van het slechte nieuws. Het onderzoek van de Standish Group werd in een persbericht afgedaan als een ‘ridicuul onderzoek’, ofschoon op onderzoekmethode en uitkomsten weinig aan te merken valt. De medewerking van Microsoft aan het onderzoek was gering en de reacties op gesignaleerde bottlenecks niet erg bemoedigend. Zo werd op vragen over problemen met high availability geantwoord dat het nu mogelijk was om vijftig procent sneller te rebooten. Maar als je systeem nooit down gaat, waarom zou je dan snel willen rebooten?
Uiteindelijk is het natuurlijk de markt die beslist. Op dit moment zorgt die ervoor dat de groei van Unix, in geld gemeten, aanzienlijk groter is dan de groei van Windows NT (The Aberdeen Group). Veelbetekenend in dat opzicht is ook de recente keuze van NCR om voor haar WorldMark Enterprise server-lijn Solaris als strategisch, 64-bits, besturingssysteem te kiezen.
Werkgroep-servers
Lijkt er op de ‘enterprise server’ markt nog niet al te veel concurrentiestrijd te zijn tussen Unix en NT, op het gebied van werkgroep-servers ligt dit anders. Hierop zal de strijd zich op korte termijn toespitsen. Sun Microsystems is begin augustus uitgekomen met de Ultra Enterprise 450 server, speciaal gericht op het werkgroepsegment, en als zodanig ook concurrerend geprijsd. Sun heeft als concurrentievoordeel dat eigenschappen als betrouwbaarheid, schaalbaarheid en beveiliging door de ervaringen opgedaan in de enterprise markt, automatisch aanwezig zijn. De concurrentie opereert met de (stand-alone) PC-technologie als basis. Dat resulteert in beperkte netwerkcapaciteiten en een schaalbaarheid tot maximaal vier processoren op een Windows NT-server.
Aangezien de Sun-systemen van het kleinste desktopsysteem tot en met de grootste 64 processor-server gebruik maken van het Solaris-besturingssysteem zijn op het gebied van schaalbaarheid en volledige compatibiliteit voordelen te bereiken die andere systemen niet bieden. Ook de interoperabiliteit met niet-Sun-systemen is uitstekend geregeld en functioneert veel beter dan de gebrekkige compatibiliteit tussen DOS, Windows 3.1, Windows 95 en Windows 97. Aangezien de werkgroep-server ook een belangrijke rol zal spelen als Internet/intranet server, is Sun’s jarenlange ervaring op dit terrein een groot voordeel.
Java
Tenslotte is er dan nog Java. Een vinding van Sun, maar met zulke verstrekkende gevolgen dat de gehele industrie zich ermee bezig houdt. Ook hier voeren beide bedrijven een scherpe strijd, waarbij het er vooral om gaat hoe platform-onafhankelijk Java eigenlijk is, en of de markt daar wel bij gebaat is. Microsoft claimt dat Java niet platform-onafhankelijk is en illustreert dit met de eigen Java producten als Jdirect, die inderdaad zijn geoptimaliseerd voor het Windows-platform en dus ook nergens anders op draaien. Zou Microsoft zich echter aan de richtlijnen van het 100 procent Pure Java-initiatief houden, dan zou de platform-onafhankelijkheid gegarandeerd zijn. Dat Java twee jaar na de introductie nog niet alle problemen heeft kunnen oplossen, mag duidelijk zijn, Gezien de krampachtige reactie van Microsoft is in ieder geval een gevoelige snaar geraakt. Hoewel er altijd behoefte zal blijven aan zwaardere desktop-systemen, is er een belangrijk deel van de markt dat uitstekend gebruik kan maken van thin clients, tegen lagere kosten. Voor Sun ligt het belang overigens niet primair in de verkoop van die thin clients, de Javastations. Het hart van het hele networkcomputing-concept zijn de servers. Het is juist deze markt waarop Sun zo sterk groeit en succesvol is. Dat het bedrijf daarbij voorop loopt met Internet-technologie en Java is dan natuurlijk mooi meegenomen. De omarming van Java door de gehele bedrijfstak is overigens innig. Momenteel werken er bijvoorbeeld bij IBM al meer mensen aan de ontwikkeling van Java dan bij Sun. Een paar jaar geleden had McNealy het steeds over de drie oorlogen: op het gebied van chiptechnologie, op het gebied van besturingssystemen en op het gebied van objecten. Op de eerste twee gebieden lijkt de shake-out in volle gang, met als winnende partijen Intel en Sparc, en Unix en Windows NT. De objectenstrijd lijkt wat geluwd, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de Java- en Internet(browser)-strijd. Ook hier is Sun Microsystems weer een partij, evenals Microsoft. De laatste zet van Microsoft is het belang dat het genomen heeft in Apple. Hierdoor wordt de enige echte concurrent op Microsofts kernmarkt, de PC, feitelijk uitgeschakeld. Gegeven het feit dat alle andere grote spelers in de markt als IBM, HP en DEC ook een deel van hun omzet met Microsoft doen, blijft er voor Microsoft ook maar één partij over om alle pijlen op te richten. Het zal nog lang onrustig blijven in de media.
Hans Appel is marketingmanager van Sun Microsystems Nederland
De laatste maanden is een aantal verhalen verschenen over Java, NC en NetPC. De protagonisten van deze fenomenen, Sun Microsystems en Microsoft, reageren op de gevoerde discussie. Hun beider bijdragen vormen de afsluiting van de serie.