Onder de codenaam Moab werkt Novell al geruime tijd aan een nieuwe versie van netwerkbesturingssysteem Netware. De belangrijkste kenmerken zijn TCP/IP-ondersteuning en clustering (tot zestien Intel-servers) met ‘evenredige belasting’ en ‘hoge beschikbaarheid’.
Naast het Internet-protocol blijft Novell zijn eigen IPX-protocol ondersteunen. Moab gaat eind dit jaar de testfase in en moet midden volgend jaar leverbaar zijn.
Orion, de clusteringtechnologie die bovenop Moab draait, maakt het mogelijk om zestien Intel-servers tot een logisch geheel te combineren. Daarbij valt een hoge graad van beschikbaarheid te behalen. Orion komt iets later beschikbaar dan Moab. De eerste versie ondersteunt zowel IPX als TCP/IP. Orion is gebaseerd op de door Novell ontwikkelde Wolf Mountain-technologie.
Moab ondersteunt een reeks objectmodellen en talen: Java, Corba/Iiop en Activex. Daarbij wordt gebruik gemaakt van Novells Directory Services (NDS). Orion heeft geavanceerde eigenschappen alsload balancing, waarbij de hoeveelheid werk wordt verdeeld over de beschikbare servers.
Novell wil NDS tot een industriestandaard maken. Volgende maand wordt NDS for NT leverbaar. Daarmee kunnen NT-gebruikers hun servers en applicaties beheren met NDS. Windows NT-beheerders die overstappen op NDS zouden daarmee verlost zijn van de beperkingen van Microsofts Windows NT-domeinstructuur. Dat resulteert in lagere beheerkosten. Een licentie voor vijf gebruikers van NDS for NT gaat 345 dollar kosten. De overstap naar NDS is eenvoudig: laat NDS for NT op een primaire server draaien. Een Windows NT-site hoeft geen enkele Novell Netware-server te gebruiken.