"Insinueren dat Cobol de schuld is van het ‘jaar 2000’-probleem is hetzelfde als 200 km per uur rijden op de A2 en tegen de politie zeggen dat het aan de Porsche te wijten is." Volgens consultant René van Oevelen heeft in of uit de mode niets te maken met succesvol zijn.
Met belangstelling en plezier heb ik uw speciale uitgave ‘Werk & Automatisering’ (Computable, 19 september) gelezen, totdat ik bij het artikel ‘IT’ers moeten zelf aan hun carrière werken’ van Stan de Jong kwam. Met de strekking van zijn artikel ben ik het volledig eens, maar van zijn uitspraken over Cobol kreeg ik krullende tenen.
‘Cobol is een programmeertaal die lange tijd zeer populair was voor het maken van berekeningen op zware mainframe-computers’. Onmiddellijk twee fouten in deze eerste zin, waarin het woord Cobol voorkomt. Cobol wordt (niet werd!) niet speciaal op mainframes gebruikt voor berekeningen (daar zijn andere programmeertalen soms veel krachtiger in), maar omdat de taal toegesneden is op het beschrijven van administratieve processen. Natuurlijk vinden in een boekhouding of voorraadsysteem berekeningen plaats, maar dat is niet dé reden waarom Cobol gebruikt wordt.
De eenduidige wijze van invoer en uitvoer, de nauwkeurigheid en snelheid, de duidelijke segmentering en zelfdocumenterende eigenschappen zijn belangrijkere eigenschappen.
De tweede fout is dat Cobol alleen op mainframes gebruikt zou worden. Er is geen computer (PC, werkstation, mini of mainframe) te noemen waarop geen Cobol-omgeving draait. Zelfs voor een shareware besturingssyteem als Linux zijn ontwikkelomgevingen leverbaar.
‘Maar toen raakte Cobol uit de mode. Er was geen droog brood meer mee te verdienen.’ Cobol is inderdaad niet zo sexy als Java en C++, maar uit de mode, nee! Een Amerikaanse deskundige zei enkele jaren geleden vrij vertaald ‘de schreeuwers roepen om C, maar het grote geld vraagt om Cobol’. Cobol heeft al veel talen die haar even zouden vervangen, zien komen en ook weer gaan. Toen ik in 1977 bij Philips in de automatisering stapte, was PL/1 de Cobol-killer. Wie hoort er vandaag de dag nog van PL/1? Toen de Unix-hausse kwam, meenden velen het lonkende C achterna te moeten gaan. Inmiddels kennen we de vele verhalen van ondoorgrondelijke en ononderhoudbare C-code die reeds na enkele jaren in de vuilnisbak verdween.
Kijk naar de Stones
De Rolling Stones zijn ook oud en uit de mode, maar hun nieuwe Amerikaanse tournee was bij aanvang al voor 95 procent uitverkocht. In of uit de mode zijn heeft niets te maken met succesvol zijn!
Sinds 1977 werk ik met Cobol en gelukkig heb ik altijd een goed belegde boterham gehad. Niet dat ik niets anders geprobeerd heb, maar het meeste geld was iedere keer weer met Cobol te verdienen, en ondanks alle negatieve beeldvorming in de pers, het is nog leuk ook! Client-server, gui, rdbms, oo en andere moderne technieken staan mij ter beschikking. Hoezo ouderwets? Insinueren dat Cobol de schuld is van het ‘jaar 2000’-probleem is hetzelfde als 200 km per uur rijden op de A2 en tegen de politie zeggen dat het aan de Porsche te wijten is. Als al die fraaie vierde-generatietalen enkele jaren geleden enig marktaandeel hadden gehad, dan had je nu exact dezelfde problemen met die zogenaamde moderne systemen. De schuld ligt dan ook puur bij de ontwerpers van die systemen en nergens anders.
Dat Cobol-programmeurs na het jaar 2002 niets meer te doen zullen hebben kan ik bestrijden noch bevestigen. Degene die in ons vak kan voorspellen wat er over vijf jaar zal gebeuren, is dan inmiddels steenrijk. Vorig jaar was ik op een software-conferentie waarop één van de sprekers twee dia’s met tientallen softwareproducten liet zien die vijf jaar eerder in de pers in het midden van de belangstelling stonden.
Slechts twee producten hadden het overleefd (één was MS Windows). Met andere woorden: het is een unicum dat Cobol zich zo lang gehandhaafd heeft. Wellicht gaat de taal nog twintig jaar mee.
De meeste software-specialisten van vandaag hebben in het verleden hun eerste programmeerervaringen met Cobol opgedaan. Momenteel werken ze misschien met C++, Java of een vierde-generatietaal.
Een echte vakman die nu de kost verdient met Cobol, is morgen in staat om zijn brood mét beleg te verdienen met een andere ontwikkelomgeving. Een aap die in al die jaren slechts één kunstje heeft geleerd, heeft dan wel problemen. Vandaar dat ik er tegen ben om met korte opleidingen snel wat mensen op te leiden voor millennium-werkzaamheden. Je moet hen geen kunstje leren, maar een vak. Zo niet, dan kunnen ze in 2002 hun tijd vullen met bananen eten. Breed opgeleide Cobol-specialisten weten zich dan echt wel te redden.
In het Cobol-vak lopen inderdaad mensen rond die sinds ze hun Ambi gehaald hebben, niets meer aan hun vakkennis gedaan hebben. Maar dergelijke personen kom je ook in andere specialismen tegen. De goedbelegde IT-boterham maakt lui. Tel daarbij ook nog eens de vaak lange ‘werkdagen’ (veel tijd gaat verloren met reizen!) en het benodigde excuus is gevonden. Maar permanente educatie is in ons vak absoluut nodig. Daarover hoeven we niet te discussiëren.
René van Oevelen, consultant en Cobol-specialist