‘Never change a winning formula’. Een bord met deze parafrase hangt ongetwijfeld in de ruimte waar de organisatoren van het evenement Software Automation regelmatig vergaderen. De tweede editie van de beurs annex conferentie borduurt voort op een beproefde en succesvolle formule. Zij het dat er wel enkele accentverschillen zijn op te merken. Die verschillen betreffen zowel enkele praktische zaken als de inhoud van de gekozen beursthema’s.
Wanneer je de uitslagen van de enquêtes leest die vorig jaar onder de bezoekers en de standhouders zijn gehouden, dan geven die nauwelijks aanleiding om iets te veranderen", aldus Rick van der Lans, voorzitter van de stuurgroep die de thema’s van Software Automation vaststelt. In 1996 startte in Nederland het evenement dat is gebaseerd op een formule die al een aantal jaren in België wordt gehanteerd. Vorig jaar kwamen zo’n 5000 mensen een kijkje nemen in de Utrechtse Jaarbeurs waar 75 exposanten hun producten lieten zien voor het ontwikkelen en beheren van applicaties, zoals ontwikkeltools, databases, middleware en systeemmanagementtools. "Het is zo dat we meer de nadruk leggen op de kwaliteit van de bezoekers dan op de kwantiteit. Het blijkt dat de helft van de bezoekers in een leidinggevende functie zat, dan wel als beroep projectmanager opgaf. Daarbij kwam dat de bezoekers gemiddeld vier uur binnen de poorten van de Jaarbeurs vertoefden. Dat is buitengewoon lang en tekenend voor de belangstelling", meent Van der Lans, die op basis van de waarderingscijfers die zowel de exposanten als de bezoekers aan de enquêteurs doorgaven, geen aanleiding heeft gezien ingrijpende wijzigingen aan te brengen. "Het enige grote verschil met vorig jaar is, dat we de eerste dag de deuren tot negen uur ’s avonds openhouden. Daardoor willen we met name de consultants van de softwarehuizen de gelegenheid bieden om de beurs te bezoeken. Dat zijn immers mensen die overdag bij klanten zitten om hun declarabele uren te maken", aldus Van der Lans, die als managing director van R20/Consultancy exact weet hoe het er in de advieswereld aan toegaat.
De verwachting is dat de aantallen bezoekers en exposanten dit jaar hoger zullen uitvallen dan die van vorig jaar. Van der Lans: "Ook nu hebben we heel bewust en selectief leveranciers benaderd met de vraag of ze op de beurs aanwezig willen zijn. We hebben wel enigszins gestuurd om een aantal leveranciers op de beurs te krijgen ter ondersteuning van de thema’s. We hebben in de Jaarbeurs zo’n beetje alle leveranciers bij elkaar die op het gebied van applicatie-ontwikkeling en -beheer iets te betekenen hebben. Ook Microsoft is er dit jaar bij. Daar zijn we als organisatie best blij mee, omdat Microsoft zich steeds meer op de servermarkt gaat bewegen."
Vijf thema’s
Dit jaar zijn er door de stuurgroep vijf thema’s geselecteerd die op het congres behandeld worden. De verandering ten opzichte van vorig jaar bestaat uit de uitbreiding van het aantal thema’s. De avond dat het evenement toegankelijk is, wordt ook een presentatie gegeven. "De onderwerpen hebben een nauwe relatie met de thema’s die vorig jaar zijn behandeld. Alleen worden ze op een andere manier belicht dan wel uitgediept. Vorig jaar is er bijvoorbeeld een algemene inleiding op Internet gegeven. Nu hebben we Rob Creemers van Techno Trends uitgenodigd om het fenomeen Internet/intranet in bedrijfseconomische termen te behandelen. Dus geen verhaal over Java versus Activex, maar over de vraag welke toepassingen er mogelijk zijn. Overigens komen degenen die echt de Internet-techniek in willen, ook aan hun trekken. We hebben Martien van Steenbergen van Sun Microsystems gevraagd en bereid gevonden om ons een blik te gunnen in de keuken waar Java wordt ontwikkeld. Hiermee hebben we een uitzondering gemaakt op ons principe om alleen onafhankelijke sprekers uit te nodigen. Aan de andere kant is het zo dat Sun Microsystems niet op de beurs staat. Java is zo’n belangrijk onderwerp voor de toekomst van de applicatie-ontwikkeling, dat het niet op onze congresagenda mocht ontbreken. En wie kan er beter over vertellen dan iemand van Sun die zich tooit met de functiebenaming Java-ambassador?", aldus Van der Lans.
De lezing van Pieter Adriaans, directeur van Syllogic, is te beschouwen als een vervolg op het verhaal dat Van der Lans vorig jaar over datawarehouses en Olap heeft gehouden. Adriaans diept er een deelaspect van uit: datamining. Als internationaal gewaardeerd en veel gevraagd spreker is Adriaans in staat om in rake bewoordingen de mystiek rond datamining weg te halen.
Object-relationeel en -georiënteerd
Van der Lans spreekt zelf ook op het congres. Het onderwerp van zijn voordracht zijn object-relationele databases. "Professor Van den Bulcke heeft vorig jaar het fundament voor mijn presentatie gelegd. Hij heeft toen in den brede gesproken over object-oriëntatie. Ik ga uiteenzetten wat de belangrijkste database-leveranciers IBM, Informix, Oracle, Sybase en Microsoft op dat terrein doen. Ze zijn allemaal op een of andere manier bezig om OO-technieken in hun relationele producten te implementeren. Daarbij hebben ze voor een eigen aanpak gekozen. Bovendien zoeken ze naar object-relationele oplossingen voor verschillende problemen. Overigens is het heel interessant om te zien in welke richting de rdbms-leveranciers zich ontwikkelen. Naar mijn overtuiging zitten we nu midden in een transformatiefase. Vroeger kon je een heel duidelijk onderscheid maken tussen een database en een ontwikkeltool. Het waren gescheiden werelden. Toen kwam middleware, software die in eerste instantie wat instructies van de applicatie over het netwerk naar de database transporteerde. Dat was heel sober. Maar in die middleware-laag werden steeds meer taken ingebed. Nu zitten we in de overgang naar een derde fase, waarin de drie lagen door elkaar heen gaan lopen en de scheidslijnen heel moeilijk zijn te trekken. Alles, zowel de database engine, de middleware als de applicaties worden opgedeeld in componenten, die je naar je eigen behoefte in allerlei samenstellingen kunt gebruiken. Overigens denk ik dat we pas midden 1998 echt zinvolle dingen kunnen zeggen over de ontwikkelingen die nu gaande zijn op object-relationeel gebied en de componententechnologie", meent Van der Lans die in zijn presentatie probeert de lijnen naar midden volgend jaar door te trekken. Gelet op de contacten die hij met kopstukken in de laboratoria van de databaseleveranciers onderhoudt, zullen de lijnen niet allemaal in het oneindige oplossen. Terwijl Van der Lans spreekt over de grensvervaging vanuit de databasetechnologie, houdt professor Jacques van den Bulcke een lezing over grensoverschrijdende ontwikkelingen op het gebied van applicatie-ontwikkeling.
Invloed componententechnologie
"Van den Bulcke heeft het over componententechnologie en haar invloed op de manier waarop applicaties worden gebouwd. Zijn verhaal is afgestemd op de echte automatiseerder, want het gaat ondermeer over de vraag welke aspecten in het ontwikkelwerk veranderen wanneer we op componenten overstappen. Stel dat je met bestaande componenten, of modules, die op de markt beschikbaar zijn, een financiële applicatie wilt bouwen, waarbij het overigens niet uitmaakt of die stukjes nu met OO-technologie dan wel in Cobol zijn gebouwd. Hoe doe je dat, wat zijn de consequenties, hoe test je zo’n applicatie? Stel ook dat binnen een bedrijf duizenden componenten worden ingezet in verschillende applicaties. Hoe kan een nieuwe programmeur zijn weg vinden in dat oerwoud van componenten? Het zijn een paar vragen die Van den Bulcke aan de orde stelt en beantwoordt", aldus Van der Lans.
Vorig jaar bezochten een kleine 1000 van de 4000 bezoekers aan Software Automation tenminste één presentatie. Van der Lans is ervan overtuigd dat dit jaar minimaal hetzelfde aantal wordt gehaald. De gekozen onderwerpen staan immers in het middelpunt van de belangstelling van zowel de automatiseerder als het algemeen management.
Cok de Zwart,
freelance medewerker Computable