Banken geven miljarden uit aan informatietechnologie. Het rendement ervan is echter lastig te meten. Volgens dr. A. Rinnooy Kan, lid van de Raad van Bestuur van ING Groep, kunnen topmanagers hun investeringen beter toetsen aan de strategische bedrijfsdoelstellingen. Alleen moeten ze dan wel hun IT-kennis bijspijkeren.
Rinnooy Kan was donderdag 18 september gastspreker bij de uitreiking van de door Kas-Associatie gewonnen Computable IT Award 1997. Volgens hem geven ondernemingen steeds meer middelen uit aan ontwikkeling, exploitatie en onderhoud van hun informatievoorziening. "Het onderwerp van baten en lasten van IT-investeringen staat hoog op de agenda van de Raden van Bestuur. Zij staren verbaasd naar het enorme bedrag dat aan automatisering wordt uitgegeven en vragen zich af hoe dit te rechtvaardigen valt."
Het meten van het rendement op IT-investeringen is lastig omdat kosten/baten-analyses complexer zijn geworden. Rinnooy Kan schetst drie ontwikkelingen die hieraan ten grondslag liggen. Allereerst
is binnen ondernemingen een ontwikkeling gaande van platte automatisering (de makkelijk meetbare administratieve toepassingen) naar de inzet van strategische informatiesystemen waarmee de onderneming wordt gestuurd. Daarnaast wenden veel ondernemers IT aan als hefboom om hun bedrijfsprocessen zo te ontwerpen dat zij klantgerichter kunnen werken. Een derde ontwikkeling is de groeiende stroom investeringen in een hoogwaardige technologische infrastructuur.
Raamwerk
Om inzicht te krijgen in deze trends schiet volgens Rinnooy Kan een technocratische aanpak, waarbij de IT-afdeling een kosten/baten-analyse van een investering opstelt, tekort. Ook het analyseren vanuit een economische theorie biedt weinig soelaas. De ING-bestuurder pleit ervoor de IT-investeringen te toetsen aan de strategische visie op de ontwikkeling van de onderneming. Hierbij moet in ieder geval aandacht worden besteed aan de volgende perspectieven: het financieel rendement van die investeringen voor aandeelhouders en de bijdragen die ze leveren aan de klanttevredenheid, de effectiviteit van bedrijfsprocessen, en het innovatievermogen van de onderneming. De beoordeling kan worden uitgevoerd aan de hand van een balanced score card met aandachtspunten, zoals concurrentiekracht, flexibiliteit, productiviteit, klanttevredenheid, kwaliteit, verspilling enzovoort.
Rinnooy Kan ziet zelf meer heil in de toepassing van het zogeheten Raamwerk voor het afleiden van prestatiemaatstaven van Lynch en Cross. Dit raamwerk kent een vergelijkbare opzet als een ‘balanced score card’, maar hanteert ook een onderverdeling in bedrijfsonderdelen, bedrijfsprocessen en afdelingen. Het bankconcern heeft een taakgroep IT Economics in het leven geroepen die hulpmiddelen aandraagt om de besluitvorming over IT-investeringen te ondersteunen.
Bijpraten
Rinnooy Kan vindt dat het topmanagement veel meer dan vroeger moet beslissen over investeringen in automatisering. Gevraagd naar zijn mening over hoeveel IT-kennis de huidige Nederlandse bedrijfstop in huis heeft, antwoordde hij dat dat beter kan. "Er is sprake van een gemengde situatie. Bij sommige ondernemingen is er genoeg kennis en betrokkenheid in huis, maar bij andere bedrijven is het topmanagement niet op de hoogte van de technologische ontwikkelingen." Zijn voorstel is om IT niet in de portefeuille van één bestuurder te houden, maar dat de top van een bedrijf zich regelmatig laat bijpraten. "Bij ons trekt de Raad van Bestuur daarvoor regelmatig tijd uit."