Negen jaar geleden was ik koud twee weken doctorandus in de politicologie. Een starter, heet dat in arbeidsmarktjargon. Klaar voor de maatschappij. Met angst en beven blikte ik vooruit op de arbeidsmarkt; dat jachtveld waarvan mij, zelfs met Intermediair en Computable in de hand, de toegangshekken onvindbaar leken.
Angst, omdat het me duidelijk was dat ik mij de komende veertig jaar binnen dit domein onledig moest zien te houden. Dat leek me erg lang. Beven, omdat de baantjes niet voor het oprapen lagen, zo in het begin van de jaren negentig.
Collega-studenten met een minstens even incourante vooropleiding, ten minste waar het de aansluiting op de arbeidsmarkt betrof, lieten zich met opgewekte gezichten vervreemden van hun vooropleiding en omscholen door een clubje dat Pion heette en iets met automatisering deed. Zo zag ik menig ambitieus academicus ten prooi vallen aan De Automatisering. Sommigen deden dat op eigen kracht (een bijvakje Unix hier, een werkgroepje Informatiekunde daar) anderen met Pion-hulp.
In eerste instantie was ik verbaasd over het tempo waarin zij er in slaagden om een plekje in de automatiseringsbranche te vinden. Het leek er werkelijk op dat de slogan: ‘Automatisering: een oen kan het doen’, op waarheid berustte.
The proof of the pudding is in the eating. Zelf raakte ik door één ongelukkig telefoontje naar het grootste automatiseringsvakblad van Nederland verzeild in de automatiseringswereld. Of ze bij Computable belangstelling hadden voor een mooi achtergrondverhaal dat ik had geschreven. Natuurlijk. Case-tools, Mips, rips, risc, cisc, tis, wysiwyg, bimboware, anyware, tcp/ip, hubs, raid: binnen de kortste keren was het gesneden koek en deden de afkortingen hun intrede op de verjaardagsfeestjes. Daar zaten ze: historici, neerlandici, politicologen, natuurkundigen, een enkele chemica, en zelfs lieden zonder een noemswaardige vooropleiding. Met een flesje bier in de hand, wisten zij als de beste hoe het er voorstond in de automatisering. ‘Binnen welke programeeromgeving werk jij?’
‘Oh, een 4GL, is net op de markt. Erg veel belangstelling voor. Kortere productiecyclus. Je kent het wel: centrale repository.’
Tot overmaat van ramp is het virus van de automatisering inmiddels ook overgeslagen op mijn vriendin. Ze is bijna ingenieur in dit wonderlijke vakgebied. Dat betekent dat ze er natuurlijk veel meer verstand van heeft dan ik. In het weekend bouwen we – na een ontbijt met warme broodjes en verse jus d’orange, samen softwareprogrammaatjes met Delphi. Inderdaad: automatisering: een oen kan het doen. Wat kan het leven toch mooi zijn.
Mark Plekker, hoofdredacteur Computable