De razendsnelle technologische ontwikkelingen hebben in de IT-sector gezorgd voor een nieuw soort werknemer: leergierig, meedenkend en bereid te veranderen. De monomane IT-deskundige bestaat niet, zegt Trude Maas van Origin Nederland. Over de flexibele specialist.
Heb je je eindelijk gespecialiseerd als deskundige binnen je IT-onderneming, ben je ein-de-lijk dé autoriteit op het gebied van, zeg, Cobol – blijkt ineens dat er vanuit de markt helemaal geen behoefte meer is aan programma’s in Cobol. Daar zit je dan als monomane specialist – zielig en alleen achter je computertje. Weg autoriteit, weg machtsbasis, weg toekomst.
Een veel voorkomend probleem? Geen sprake van, zegt Trude Maas, directielid van Origin Nederland. De monomane specialist bestaat in Nederland niet of nauwelijks. De technologische ontwikkelingen hebben de afgelopen jaren juist bijgedragen aan de komst van een nieuw soort medewerker: een specialist die zich indien nodig razendsnel kan omscholen als de markt daarom vraagt, die leergierig en meedenkend is.
Maas is sinds 1988 directielid van Origin Nederland en geldt als autoriteit op het gebied van kennis, kennismanagement en nieuwe technologie. Ze heeft vanuit haar positie een goede kijk op het functioneren van de IT-medewerkers binnen het eigen bedrijf en daarbuiten. En het moet gezegd: ze is uiterst positief over de ontwikkelingen die IT’ers hebben weten door te maken. Want het is inderdaad waar, zo zegt ze, in weinig andere sectoren gaat het allemaal zo snel als in de IT-sector. ‘Bij ons komen de draden samen. Net als alle andere branches hebben ook wij te maken met die technologische ontwikkelingen, maar we zijn ook nog eens initiator van die ontwikkelingen. De techniek maakt het leven in het bedrijf tegelijkertijd lastig en spannend – en het biedt bovendien oplossingen voor kennisproblemen. Dat alles samen maakt het allemaal nog wel eens verwarrend.’
Levenslang leren
Verwarrend of niet, de huidige lichting IT’ers weet uitstekend om te gaan met de wisselende mate van chaos die in de sector huishoudt. Dat blijkt volgens Maas onder andere uit de veranderende manier waarop mensen aan een baan beginnen. Vroeger volgde je een opleiding en kreeg je vervolgens desnoods een interne opleiding, waarna je als benoemd deskundige dat werk bleef doen tot je er expliciet genoeg van had. ‘Tegenwoordig start een medewerker al met de gedachte dat het werk waar hij aan begint slechts van tijdelijke aard is. Daarom is hij ook, veel meer dan voorheen, bereid bij te leren, zich om te scholen, kennis op te doen. Er wordt al twintig jaar gesproken over de noodzaak van een éducation permanente voor werknemers. Nou, dat is in de IT-industrie allang aan de gang.’
Kijk maar om je heen, zegt Maas. Er komen steeds meer varianten in zogeheten leeromgevingen. Er zijn studieverloven, trainingen, cursussen, sabbatical years. ‘In allerlei opzichten kunnen werknemers hun leerbehoefte vervullen. En het aardige is: de werknemer is er zelf verantwoordelijk voor. Vroeger werden veranderingen door het bedrijf ingeleid, tegenwoordig laat hij zelf weten wat hij wil. Ze mogen niet alleen op cursus, ze willen vooral op cursus. Veel meer dan voorheen zijn ze, om het zo te zeggen, employable.’
Het gevolg van het feit dat werknemers het lot in eigen hand nemen, is volgens Maas al goed te zien in een gemiddeld IT- bedrijf. ‘Als ze zelf besluiten mogen nemen, hebben ze het veel beter naar hun zin. Ik merk in ons bedrijf dat de sfeer beter is dan een jaar of wat geleden. Onze werknemers zijn alert en bereid tot handelen, bereid zichzelf om te laten scholen – en dat is in andere bedrijven die ik bezoek echt niet anders.’
De veranderende houding van de IT’er is een weerspiegeling van algemene maatschappelijke veranderingen en van een andere kijk binnen de IT-sector op het eigen functioneren. Niet voor niets presenteert de branche zichzelf sinds enige tijd met de C van communicatie in de afkorting. Het is ICT, en dat is niet zonder reden. ‘Teams werken multidisciplinair aan projecten, waaraan ook niet-IT’ers een bijdrage leveren. Bij zulke projecten gaat het om een goede communicatie. Je merkt dat werknemers wat dat betreft over de gehele linie communicatiever worden, zich beter presenteren. Ze durven bijvoorbeeld gewoon te zeggen dat ze iets niet weten. Dat was een jaar of wat geleden echt wel anders. Dan was zoiets een bewijs van je gebrek aan kunde.’ Het komt er op neer, aldus Maas, dat de aanwezigheid van vakkennis als normaal wordt beschouwd. ‘Sociale vaardigheden worden belangrijker.’
Anticiperen op ontwikkelingen
Natuurlijk, zegt Maas, er zijn meer dan genoeg banen waarbij duidelijk is dat het werk van aflopende aard is, zoals de IT’ers die zich bezighouden met het Jaar 2000-probleem, of met de invoering van de euro. En er zijn ook banen waarvan kan worden aangenomen dat ze op zeker moment zullen ophouden: in de concurrentiestrijd tussen bedrijven als Novell en Microsoft mag toch worden verondersteld dat er hoe dan ook verschuivingen zullen plaatsvinden, naar welke kant dan ook. Zodra die golfbeweging goed is ingezet, zullen er banen ‘droogvallen’.
In dat laatste geval, aldus Maas, is het een kwestie als bedrijf de marktontwikkelingen in de gaten te houden en daarop te anticiperen. ‘Je ziet wat er gaat gebeuren en daar kun je op reageren. En ik weet zeker dat dat op deze manier gebeurt in onze sector. Er is geen bedrijf waarvan een specialist op een ochtend achter zijn pc gaat zitten en zegt "hé, dat is toch ook lastig, ik heb helemaal niets meer te doen, wat nu". Dat is van te voren gezien en er is een oplossing voor bedacht.’
Tot op zekere hoogte geldt dit verhaal ook voor de invoering van de euro en het oplossen van de Jaar 2000-problematiek, aldus Maas. ‘Als je goed om je heen kijkt, heb je echt wel door wat er aan de hand is.’ Het is de verantwoordelijkheid van de ondernemer om te voorkomen dat mensen overbodig worden. ‘Het wordt alleen maar een probleem als je als onderneming niet aan trendwatching doet, slechts met oogkleppen op één kant opkijkt. Maar dan heb je de eigen organisatie ook zo verdraaid slecht ingericht dat je je gerust mag afvragen of je überhaupt overlevingskansen hebt binnen de sector.’
Flexibele specialisten
De markt groeit, en dus neemt aantal IT’ers toe. Ook het aantal IT-specialisten neemt toe. Maar het aardige is: het zijn geen statische specialisten meer. ‘In mijn optiek kun je tegenwoordig het beste spreken over flexibele specialisten. Mannen en vrouwen die figuurlijk gesproken beweeglijk zijn in hun werkkring, vertrouwen hebben in zichzelf en in hun collega’s, en die voor elkaar zorgen.’
Nee, nee, bezweert Maas, dit is geen idyllisch praatje over super-medewerkers die sporadisch binnen het bedrijf voorkomen. ‘Ik zie het overal om me heen. Mensen met veel plezier in hun werk. Mensen die heel snel in staat zijn van functie te veranderen, die met buitengewoon veel genoegen naar kantoor gaan. Die op succesvolle wijze bouwen aan een intern netwerk van collega’s om op die manier snel kennis en ervaring over te kunnen nemen.’
De monomane specialist bestaat dus niet, wil Maas maar zeggen, hoewel ze toch een uitzondering wil maken. Want in kleine kamertjes van het IT-gebouw bevinden zich de bedrijven die zich specifiek hebben toegelegd op één onderdeel van de markt; de niche-spelers. Hier is de specialist in de oude zin van het woord nog in volle glorie aanwezig. Ook deze – kleine – bedrijven komen op zeker moment echter op het punt dat het werk verricht is. ‘Ook voor hen geldt dat ze moeten vooruitzien. Ze hebben wellicht een aardige niche-markt, dat wil niet zeggen dat ze dat kunnen blijven doen. En het nadeel van een klein gespecialiseerd bedrijf is dat de deur gelijk definitief op slot kan als er niet tijdig actie wordt ondernomen.’
Aanpassen moet
Zeker is dat binnen de IT-branche de ontwikkelingen razendsnel gaan. Wat vandaag state of the art is, is morgen achterhaald. Dat geldt voor producten en projecten, en dus ook voor functies. Het is evenwel niet iets typisch voor de IT-industrie – al krijgt de sector nog zo graag dat stempel van ‘uitzonderlijk’ en ‘nog-nooit-meegemaakt’, aldus het Origin-directielid. ‘We moeten absoluut de ontwikkelingen in andere sectoren niet onderschatten. In veel gevallen zijn de gevolgen ervan minstens zo groot als bij ons.’
Neem bijvoorbeeld de wereld van de uitgeverijen: van bijna de ene op de andere dag zijn er nieuwe concurrenten, die online op veel goedkopere en snellere wijze de klanten proberen weg te trekken. ‘Dat is nogal heftig hoor.’ Of neem de banksector. Juristen en economen die in minder dan geen tijd alles moeten weten over de gevolgen van de invoering van de euro, die zich razendsnel moeten ontwikkelen tot specialisten op dat gebied. ‘Het is in het geheel niet nodig dat de IT-industrie zich wat dat betreft bijzonder acht.’
Vrijwel alle branches, aldus Maas, hebben zich de afgelopen twee jaren, met dank aan de technologische ontwikkelingen, moeten aanpassen. De telecommunicatiesector, waar plotseling concurrentie mogelijk bleek, en waar nieuwe technieken ingevoerd moesten worden. ‘Dat heeft heel wat gevergd van de mensen in die sectoren. Specialisten moesten snel worden omgeschoold. Er moest ook in tal van andere sectoren snel worden gehandeld en veel worden geïnvesteerd. En ook daar is dat trouwens over het algemeen goed gegaan, lijkt me.’