Toen het idee van de netwerkcomputer, de afgeslankte PC, twee jaar geleden werd gelanceerd, volgde het schampere gelach van Microsoft en consorten. Al snel bleek dat de NC wel degelijk levensvatbaar was. En dus moest er een list worden verzonnen.
Dat werd uiteindelijk de Netpc, een pc zonder floppy-drives en cd-rom. Het apparaat kan zo langzamerhand echt worden ingezet. De gebruikers zijn tevreden over bijvoorbeeld snelheid, beheermogelijkheden en geringe belasting van het netwerk, al zijn er kanttekeningen vanwege de beperkingen. "Voor onze school is de Netpc niet de definitieve oplossing."
Het was een bericht dat tot enige hilariteit leidde onder de onafhankelijke deskundigen, en dat de betrokken tegenstanders deed grimlachen. Want, zo meldde het Britse persbureau Reuters medio juni: een groepje van elf PC-fabrikanten was gereed om een nieuwe ‘domme’ personal computer op de markt te brengen. Deze zogeheten Netpc zou warempel ‘duizenden dollars per jaar besparen op de onderhoudskosten van de desktop’. Waar had de lezer dat toch eerder onder ogen gekregen? Inderdaad, toen meer dan een jaar daarvoor het idee van de netwerkcomputer werd gelanceerd. De Netpc bleek medio juni het ultieme antwoord van Microsoft’s Bill Gates en diens adepten op de ontwikkeling van de NC, afkomstig van de aartsvijanden Sun en Oracle. Nadat eerder in Nederland een aantal pilot-projecten met de NC werd aangekondigd, is het nu de beurt aan de Netpc. Er is al direct één opvallend verschil tussen beide frontberichten: daar waar de gebruikers van de NC-pilots (het Academisch Medisch Centrum AMC en het basisonderwijs in Amsterdam, zie Computable, 18 juli) bijzonder tevreden waren, houden de woordvoerders van de Netpc-cases nog wel een aantal slagen om de arm. Het betreft de zogeheten School van de Toekomst, het Koning Willem I college in Den Bosch, waar sponsor Tulip in samenwerking met Microsoft en Intel een demonstratie aan de pers geeft van de eigen Netpc, en de coöperatieve apothekersvereniging Microbais in Amsterdam. In het eerste geval gaat het om vijftien Netpc’s, in het tweede geval om liefst 450 locaties in het gehele land, waar per locatie meerdere computers geïnstalleerd zullen worden. Halverwege 1999 moet het hele project zijn afgerond, zo zeggen woordvoerders van Microbais.
‘Scholier-proof’
In Den Bosch staat een onderwijsinstelling die zich zonder schroom ‘School van de Toekomst’ noemt. Dit Koning Willem I College telt maar liefst 13.000 leerlingen, allen actief in één van de mbo-richtingen die de school rijk is.
Omwille van de pers heeft computerleverancier Tulip hier in samenwerking met Microsoft en Intel een demonstratieproject van Netpc’s opgezet. Tulip wil laten zien dat de Netpc het logische gevolg is van de zogeheten beheerbare computer, zoals de Bossche fabrikant die al twee jaar geleden met veel trompetgeschal op de markt heeft gebracht. De Netpc, zo zegt marketing manager Joep Maas van Tulip, is een personal computer die vanwege het beheergemak verminderd uitbreidbaar en toegankelijk is. "De gebruiker kan er geen floppy’s, cd-rom’s of uitbreidingskaarten insteken. De kast is een afgesloten geheel. Waar beter dan op een school kun je de voordelen van een dergelijk systeem laten zien? Scholen worden bij wijze van spreken gek van de leerlingen die floppy’s mee van huis nemen om op het schoolsystemen allerlei software te laden waarvan van te voren niet zeker is of die wel virusvrij en veilig is. Om nog maar niet te spreken van de leerlingen die op school met schroevendraaiers in de weer zijn om tijdelijk kaarten te installeren." Dat Tulip voor dit project koos, is niet zo verwonderlijk: de computerfabrikant is sponsor van de school.
"Tulip wil de demonstratie aangrijpen om duidelijk te maken wat de echte voordelen van de Netpc zijn", zegt Harm van Rumpt, die bij de fabrikant verantwoordelijk is voor het project. Het grootste voordeel is volgens hem dat de beheerder van het computersysteem volledige controle heeft over de gebruiker. Die kan namelijk niets aan de configuratie van de computers veranderen, geen software verwijderen of toevoegen, maar slechts achter het toetsenbord en beeldscherm zijn werk doen. "Dat levert een bijzonder stabiel systeem op. Je moet de bedrijven de kost geven die van die semi-systeembeheerders in dienst hebben die ongevraagd ‘even iets veranderen’ in het netwerk waardoor computers uitvallen, onbereikbaar worden of niet meer doen wat ze moeten doen. De echte beheerder moet dat vervolgens weer gaan oplossen. Dat kost bijzonder veel tijd en geld", aldus Van Rumpt.
Voor- en nadelen
De Netpc is zijns inziens om meerdere reden aanzienlijk beter voor een systeembeheerder dan een gewone PC in een netwerk. De controle van de gebruiker gaat namelijk in op het moment dat hij zich wil aanmelden. De inlog-procedure, voorzien van een wachtwoord, brengt de gebruiker via een autoboot bij zijn eigen werkplek. "De configuratie is elke keer afhankelijk van de status van de gebruiker. Neem de school: een leerling in een examenklas moet vanzelfsprekend ander werk doen dan een leerling in de brugklas. Via het inloggen bezorg je hem de werkomgeving en de applicaties waar hij mee kan of moet werken. De mens past zich niet aan de computer aan, de computer past zich aan de mens aan. Zoals het wat ons betreft ook zou moeten zijn." En terwijl de gebruiker niet met het systeem kan knoeien, kan de leerkracht – die andere bevoegdheden heeft en dus op een ander niveau het netwerk opstapt – heel eenvoudig applicaties toevoegen en verwijderen. Die kan hij oppikken van het systeem, of via het net laten aanreiken door de beheerder. Nog mooier volgens Van Rumpt is de kracht van het systeem voor de beheerder. "Hij kan op afstand, via het netwerk, systemen aanzetten, opnieuw configureren naar de wensen van de leerkracht en de gebruiker, en vervolgens – nog steeds op afstand – het systeem weer afsluiten. Als de leerling de volgende ochtend opstart, vindt hij direct de software die hij op dat moment nodig heeft. Hij kan direct aan de slag. Tijdens de werkzaamheden kan de beheerder bovendien, indien nodig, werkschermen overnemen en applicaties testen."
Over de kosten van het project willen Maas en Van Rumpt niets kwijt. Dit is immers slechts een eenvoudige demonstratie voor de pers, die betaald wordt door Tulip. Ze willen wel wat zeggen over de kosten van de Netpc in het algemeen en komen met cijfers van de Gartner Group, die eerder al had berekend dat een Netpc tot 46 procent goedkoper is dan een gewone PC. "Je beperkt de kosten die ontstaan door onvoorzien computergebruik. Ik schat dat het gemiddeld veertig procent goedkoper is", aldus Van Rumpt. "Qua kosten maakt de Netpc niet eens een slechtere indruk dan de op Java gebaseerde netwerkcomputer. Buiten de taal en het besturingssysteem is de Netpc nauwelijks anders dan de NC. De Netpc heeft een harde schijf en dat is in onze optiek juist een groot voordeel. Je krijgt een betere prestatie, omdat je lokaal, op je eigen harddisk, de belangrijkste zaken kunt opslaan, zoals applicaties waar je veel mee werkt. Op die manier wordt het netwerk volgens ons een stuk minder belast. En dat is bij het versturen van bijvoorbeeld multimedia-applicaties een groot voordeel. Wat dat betreft heeft de NC toch een bandbreedte- probleem." Daar komt nog bij, zegt Van Rumpt, dat je met je eigen systeem kunt blijven werken, ook als de server om wat voor reden dan ook uit de lucht gaat. "Offline kunnen werken, speelt zeker in de zakelijke markt een belangrijke rol. Daar wil men niet de hele tijd eerst inloggen. Als je mobiel wilt werken, heb je bijzonder weinig aan een NC."
Frans van den Dungen, hoofd beheersdienst van het Koning Willem I College laat desgevraagd weten dat het idee van een Netpc voor een beheerder geweldig is. "Je bent af van de floppy’s die leerlingen ongevraagd in PC’s van de school steken en je hoeft geen virusscans uit te voeren. Dat scheelt tijd en geld – tenslotte moet je steeds nieuwe versies van de antivirus-pakketten aanschaffen en installeren."
Toch is Van den Dungen niet onverdeeld positief. Het zal waarschijnlijk onmogelijk worden de Netpc in de hele school in te voeren. De School van de Toekomst heeft een netwerk met 1600 computers en vervangt op jaarbasis tussen de drie-en vierhonderd PC’s. Op al die PC’s worden zeer veel verschillende applicaties en softwarepakketten gedraaid, onder andere voor cursussen. "Vaak moeten leerlingen schijfjes mee naar huis nemen, of thuis dingen voorbereiden. Dat kan niet in een Netpc. Natuurlijk, je kunt dergelijke floppy’s ergens centraal in het systeem laten laden, maar dat is omslachtig. We hebben ook multimedia-pakketten, waarbij in de klaslokalen gewerkt wordt met cd-rom’s. Dat kan dan ook niet meer. De Netpc heeft veel mogelijkheden, maar er zijn ook heel veel uitzonderingen die het gebruik bemoeilijken. Als ik het zo inschat, zullen we het komende jaar wellicht Netpc’s aanschaffen, al moet de discussie daarover hier nog gevoerd worden", aldus Van den Dungen.
‘Iets’ omvangrijker dan het schoolproject in Den Bosch is het Netpc-project dat de Apothekersvereniging Microbais in Amsterdam voor zijn 430 leden dit najaar gaat uitvoeren. Tot aan medio 1999 zullen alle leden van de coöperatieve vereniging worden voorzien van Windows NT servers en Netpc’s. Het gaat daarbij om 430 servers en liefst 1620 Netpc’s – die overigens geleverd zullen worden door Unisys, één van de meer dan tien computerleveranciers die zich hebben bekeerd tot de bouw van Netpc’s. Met zijn meer dan 450 leden is Microbais één van de grootste apothekersverenigingen in Nederland. Microbais ontstond eind jaren zeventig, onder een andere naam, als gebruikersvereniging van een groep apothekers. Hij kwam terecht bij Unisys, die in 1987 weinig verrassend vaststelde dat een apothekersvereniging niet echt tot de core-business behoorde. Er volgde een verzelfstandiging, gekoppeld aan een zogeheten ‘rewrite’ van het pakket om copyright-problemen te voorkomen. In 1994 werd de apothekerspoot Varias van Raet erbij gekocht en ontstond Microbais. Op dit moment telt Nederland zo’n 1.500 apothekers, waarvan 99,9 procent geautomatiseerd is. Het aardige van een apotheek, zo zeggen Frank Sjoukes en Vincent van den Broek van Microbais, is het feit dat elke werkplek zijn eigen specifieke functie heeft. Er is een zogeheten kassaplek, en de PC aldaar heeft uitsluitend een kassafunctie. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de bestelplek en de receptenverwerking. Er is geen sprake van een integratie van de applicaties door de gehele apotheek, maar dat gaat veranderen. Want Microbais komt, tegelijkertijd met de nieuwe hardware- infrastructuur, met een compleet nieuwe software-omgeving – zo nieuw, dat er nog niet eens een naam voor bedacht is. "We zijn een coöperatie. Over iets dergelijk als een naam zullen de leden zich moeten buigen." Met de applicaties is het mogelijk het primaire proces van de apotheker te sturen. Dat gaat verder dan het bepalen van de namen van de klanten en het uitleveren van het bijbehorende geneesmiddel. Zo is te achterhalen of het te leveren geneesmiddel wel ‘compatibel’ is met andere middelen die de klant eventueel slikt. Ook kan het pakket de apotheker duidelijk maken in welke hoeveelheden de verschillende medicamenten gezamenlijk te gebruiken zijn. "Je hebt als gebruiker volledige controle. Dat gaat tot checks op bijwerkingen en het automatisch laten aanvullen van de voorraad", zegt Van den Broek. Een eerste demonstratie van het pakket was voor het aanwezige groepje apothekers een ‘schokkende ervaring’, zo zeggen de twee Microbais-managers. "De apothekers krijgen een volledig grafisch systeem. Ik schat dat het een week of twee duurt voor ze er aan gewend zijn. Ze krijgen overigens allemaal een basiscursus."
Bezwaren tegen NC
De software draait op een Windows NT-platform, waaraan dus Unisys-Netpc’s worden gehangen. Daar is voor gekozen, aldus Sjoukes, vanwege de lagere beheerskosten. Hoeveel lager die uitvallen dan de kosten voor een gewoon PC-netwerk is door Microbais niet berekend. De Netpc bleek eigenlijk het enige alternatief voor de PC, omdat er al anderhalf tot twee jaar geleden besloten is te gaan werken in een NT-omgeving. "De NC was toen nog niet in beeld. En nog altijd zijn er onvoldoende applicaties beschikbaar om met de Netpc te kunnen concurreren."
Sjoukes en Van den Broek hebben meer bezwaren tegen de huidige NC. De browsertechnologie is feitelijk te traag voor de apotheker, zeggen ze. "De selectie van een patiënt uit het systeem mag niet langer dan vijftien seconden duren, het aanmaken van een nieuw recept niet langer dan tien seconden. Dat haalt een NC op dit moment nog lang niet." Van den Broek beaamt dat de ontwikkelingen van de NC zo snel gaan, dat dergelijke problemen binnen één tot twee jaar verholpen kunnen worden. Op die termijn ziet hij ook de browser-technologie doordringen tot de apothekerswerkplek. "Voor de communicatie met de buitenwereld, bijvoorbeeld om de dienstwaarneming van de huisarts te bepalen, is heel goed een browser-toepassing te maken."
Halverwege 1999 zal volgens planning de laatste groep apothekers van Microbais worden voorzien van het nieuwe systeem.
Is de toepassing tegen die tijd niet verouderd vanwege de razendsnelle ontwikkelingen in de IT- markt?
Na enig aarzelen beamen Sjoukes en Van den Broek dat. "Aan de andere kant werken sommige van onze concurrenten op dit moment nog met software uit 1978. In die zin lopen we behoorlijk voorop. We gaan de komende maanden dan ook goed kijken naar browser-achtige oplossingen. Er zijn in Nederland tien huisartsen-systemen, zes apothekerssystemen en tien server-interfaces. Die moeten allemaal aan elkaar gekoppeld worden, bijvoorbeeld met behulp van Java."
Vooralsnog wordt de Netpc ‘in den lande uitgerold’, aldus beide heren. Dat begint binnenkort met de eerste groep apothekers. Voor de Netpc betaalt de apotheker een bedrag van 2500 gulden, voor de server 13.500 gulden. De Netpc wordt standaard voorzien van een beeldscherm, de server niet. Overige kosten die de apotheker maakt: een bedrag van 8000 gulden die hij jaarlijks aan Microbais moet betalen voor de software (het bedrag is door de ledenvergadering vastgesteld), 250 gulden voor de ontwikkeling van nieuwe software en 250 gulden als hij een verbinding wil leggen met de huisarts. "Gemiddeld kan hij op jaarbasis ongeveer 25.000 gulden besteden aan automatisering. Hij moet dus wel degelijk op de centen letten." Dat gebeurt volgens Van den Broek en Sjoukes ook omdat er met de Netpc sprake is van een gesloten netwerk. "De doe-het-zelf-apotheker kan niet zelf aan zijn systeem gaan prutsen, en dat bespaart onze helpdesk een heleboel tijd, energie en geld. Belangrijk voordeel is ook dat er niet aan de instellingen gesleuteld kan worden. Daardoor zullen er minder snel veranderingen plaatsvinden, hetgeen weer zorgt voor rust aan het front. Ook dat is voor een beheerder en een gebruiker nuttig te noemen."
André Ritsema, freelance medewerker Computable