Met de handpalm-pc, genaamd Velo, wil Philips zijn rentree maken in de computerbranche. Uit diverse testen blijkt dat de Velo een prima product is. Nu de verkoop nog. Het is niet te hopen dat de geschiedenis zich herhaalt. Het pad van Philips bij de verkoop van technisch geavanceerde producten is immers bezaaid met pijnlijke missers. Kern van het probleem is dat het bedrijf, vooral door het briljante NatLab, vaak een technische voorsprong heeft, maar verkopen gaat het concern meestal slecht af.
De P1000 die al eind jaren zestig op de markt kwam kon concurreren met mainframes van IBM. Maar de verkoop lukte niet.
Philips’ Video 2000-systeem was technisch superieur. Philips weigerde echter in zee te gaan met producenten van natuurfilms (lees porno). Het bedrijf had ook niet verwacht dat de verhuur van video’s zo’n grote vlucht zou nemen. Kortom, weer lukte de verkoop niet en werd VHS de standaard.
In 1991 verkocht Philips met een flink verlies zijn computerdeel aan Digital. En nu probeert het bedrijf het weer met de Velo. Het is kenmerkend dat de Amerikaanse directeur (Alan Soucy) van de Mobile Computing Group weggekocht is bij elektronicafabrikant Zenith.
Topman Boonstra wil het concern veranderen van een technisch georiënteerde club in een onderneming waar de verkoop van producten centraal staat. Het lijkt een goede zet om voor de verkoop nieuwe externe mensen aan te trekken. Schier onmogelijk lijkt het om de oude garde binnen Philips om te turnen. Hoe verander je techneuten in snelle verkopers?
Wim Amerongen, redactie Computable