‘De automatiseringsbranche kampt vaak met het imago van tweedehands-autoverkopers. De verdienste van Sylvia Roelofs is dat zij dit beeld voor een deel heeft bijgesteld.’ Deze uitspraak uit de kringen rond Fenit typeert de first lady van de Nederlandse IT-industrie. Zij heeft nieuw élan in de branchevereniging geblazen en wil de automatisering een positiever gezicht geven in de samenleving.
Sinds 1 februari 1995 is Sylvia Roelofs directeur van Fenit, de Federatie van Nederlandse ondernemingen in de informatietechnologie. De benoeming van een vrouw aan de top van de branchevereniging was opmerkelijk. Niet alleen omdat aan Fenit een oude-mannenlucht hing, maar ook omdat de IT-wereld bij uitstek door kerels wordt gedomineerd, grofweg te onderscheiden in de in zichzelf gekeerde techneuten en de zich snel op de borst kloppende commerciële medewerkers.
Roelofs heeft jarenlang in de advocatuur gewerkt. Als advocaat is zij getraind in het formuleren van standpunten, een handigheid die goed van pas komt in haar huidige functie. Na zeven jaar was ze in 1991 toe aan iets anders. Via Van Spaendock Secretariaten en Directievoering in Den Haag bekleedde ze een aantal directie- en nevenfuncties. Twee daarvan vormden een springplank naar Fenit: het algemeen secretarisschap van Vefica, de branche-organisatie voor de kabeltelevisie-industrie, en de functie van secretaris van de Stichting Vrouwennetwerk Nederland, die ijvert voor een doorstroming van vrouwen naar hogere functies. Een van de netwerkleden herinnert zich nog dat Roelofs als notulist altijd vriendelijk bleef en het hoofd koel hield tijdens vergaderingen. Dat was volgens haar bewonderenswaardig want het was bij tijd en wijle een "hectisch kippenhok".
Kok
Het kostte Roelofs de nodige moeite om zich kennis, visie en denken in de IT-wereld tot haar domein te maken. Dat wist ze ook, vandaar dat ze in het begin veel tijd uittrok voor gesprekken met topmanagers en opinieleiders binnen de IT-wereld. Zij vindt dat Fenit de stem en het gezicht van de branche moet zijn, zowel binnen als buiten de automatisering. Lobbyen is hiervoor in haar ogen een uitstekend instrument. De eerste uitvalsbasis van Fenit was een kantoortje in het Haagse Babylon, zodat ze dicht bij het politieke vuur zat. Stof voor gesprekken met politici was er volop, zoals de elektronische snelweg, de afnemende belangstelling voor het IT-vak onder jongeren, software-innovatie en het Jaar 2000. Vooral met het laatste onderwerp kreeg ze Fenit op de publicitaire landkaart. Roelofs wist er zelfs – als eerste IT-branchevertegenwoordiger – het NOS Journaal mee te halen. Dat was ook voor het Journaal even wennen, want de naam Fenit werd in de 18.00 uur-uitzending verbasterd tot Venut, of iets dergelijks. Op ‘prime time’ was deze fout gelukkig hersteld.
In dezelfde periode stuurden zowel Fenit als VNO/NCW een brandbrief over het Jaar 2000 naar minister-president Kok. Saillant detail is het verschil in aanhef. Waar de werkgeversvereniging de brief opende met het formele ‘Excellentie’, begon Roelofs met het meer persoonlijke ‘Geachte heer Kok’. Kennelijk attendeerde iemand haar op het feit dat de aanhef niet ‘comme il faut’ was, want in latere kopieën was de aanhef veranderd in ‘Excellentie’. Roelofs’ aanspreektitel was echter op zijn plaats: onderzoek heeft aangetoond dat persoonlijk getinte brieven eerder op ministeriële bureaus terechtkomen dan formele.
Voor de branche zelf wil Fenit meer aan belangenbehartiging doen. Knelpunt daarbij is dat de eisen die de leden stellen, sterk van elkaar verschillen. De grote leden vragen van Fenit een actieve public affairs-rol: zij moet op overheidsniveau de gemeenschappelijke belangen dienen. De middelgrote en kleine leden willen waar voor hun hoge contributie en verlangen praktische ondersteuning. Dat lukt niet altijd, al boekte Fenit succes met het afsluiten van een collectief PTT-contract met kortingen op telefoontarieven.
Charme
De nu veertigjarige prima donna van Fenit is geboren in Ubbergen, een fraai gelegen plaatsje in de bossen rond Nijmegen. Ze volgde het gymnasium aan het bekende Nijmeegse Canisiuscollege en studeerde Nederlands recht aan de Katholieke Universiteit aldaar. Haar politieke bloedgroep is CDA, waar ze rond 1990 actief in participeerde. Tegenwoordig woont ze in een groot oud huis in Voorburg met haar man René. Ze heeft bewust niet voor kinderen gekozen, omdat ze, zoals ze dat in een interview verwoordde, veel van haar vak houdt en daar zoveel energie in steekt dat er geen ruimte overblijft voor iets dat veel van haar zou vergen. De weinige uurtjes dat ze thuiszit, luistert ze graag naar Queen en Tina Turner. Sigaren roken is er echter niet meer bij, daar is ze een aantal jaren geleden mee gestopt.
Roelofs’ verschijning wordt als charmant en vriendelijk ervaren. Presentatie is in haar ogen belangrijk. Ze zorgt er altijd voor dat ze tip-top geknipt en gekleed is, waardoor ze al snel een opvallende verschijning vormt in de grijze-pakken-wereld. Bij belangrijke ontmoetingen prijkt de Fenit-speld op het mantelpakje-met-schoudervulling.
Haar vrouwelijke charme opent deuren. De andere kant van de medaille is dat de meeste mannelijke roergangers wel vriendelijk zijn, maar haar niet al te serieus nemen. Zo’n cultuurverandering gaat niet van de ene op de andere dag. Volgens een insider is dit niet "niet goed voor de branche en niet goed voor Sylvia. Maar ze is zich daar terdege van bewust en heeft iets om te overwinnen."
Hardeware-boeren
Natuurlijk staat Roelofs niet in haar eentje. Ze wordt ondersteund door een bureau met een achttal medewerkers. Daarnaast heeft ze een bestuur boven zich, waar ze een goede verstandhouding mee heeft, en kent de vereniging diverse commissies waarin de belangen van de leden worden behartigd. Als directeur stelt Roelofs hoge eisen aan haar medewerkers. Er heerst een cultuur van hard werken en laat naar huis. Ze is geen baas die over haar troepen waakt, maar doet wel een groot beroep op haar mensen. Wie het werk niet afkrijgt, moet maar prioriteiten stellen. Daar doet zich ook het probleem van een klein bureau met grote ambities voor. Roelofs moppert nog wel eens dat zaken sneller geregeld moeten worden.
Haar moeilijkste opdracht is het in goede banen leiden van de samenwerking met andere brancheverenigingen. Fenit komt voort uit de fusie tussen Cosso en Vifka Informatica. Een proces dat heel wat voeten in de aarde had. Met steun van de net afgetreden Fenit-voorzitter Eykel moesten heel wat Cosso-leden worden omgepraat om het samengaan met de ‘hardware-boeren’ goed te keuren. Woerden werd de nieuwe standplaats. Fenit moest weg uit Den Haag, terwijl Vifka Informatica, dat in De Meern zat, eigenlijk alleen van ‘plaats’ hoefde te wisselen. Niet iedereen was daar even blij mee.
Inmiddels is de Vereniging Informatie- en Communicatietechnologie Nederland opgericht, waarbinnen Fenit en twee andere Vifka-organisaties gaan samenwerken. De directeur daarvan is Joost Struijk, afkomstig van Vifka en de tegenspeler van Roelofs. Hoe die samenwerking uitpakt is nog onduidelijk. Vooralsnog blijft Roelofs directeur van Fenit, maar het zal niemand verbazen als ze binnen nu en afzienbare tijd door een headhunter wordt weggekocht.