Vanwege de sterke binding met de universitaire wereld heeft Sun Microsystems enorm geprofiteerd van de groei van het Internet. De beurskoers is omhoog geschoten. Het bedrijf heeft met de programmeertaal Java ook zijn naamsbekendheid en geloofwaardigheid vergroot.
In tegenstelling tot menig andere leverancier heeft Sun vrienden gemaakt door de eigen software gratis weg te geven. De onderneming verdient ook geld aan technologie-licenties. Eerst was dat het filesysteem NFS met de bijbehorende XDR- en RPC-protocollen; nu is het Java. Door deze open instelling verdient Sun commercieel succes.
Sun is in het verleden actief betrokken geweest bij de standaardisatie van Unix en was de belangrijkste ontwikkelaar van Unix V4-code, waarop het huidige besturingssysteem Solaris is gebaseerd. Sun heeft ook een leidende rol gespeeld bij de ontwikkeling van de Risc-technologie. De Motorola 68000-processor werd al snel vervangen door Suns eigen Sparc-processor. Zelf verbaast het me dat Sun de Sparc blijft doorontwikkelen; ik had verwacht dat ze nu wel overgestapt zouden zijn op de Power PC-processor van IBM/Motorola.
Vanwege zijn vooraanstaande positie in de markt voor servers en werkstations heeft Sun zich geconcentreerd op gedistribueerde systeemarchitecturen. Zijn klantenkring is erg gesteld op een netwerk van Sun-servers met diverse terminals, werkstations en PC’s op de desktop. Maar net als voor de rest van de Unix-industrie vormt Windows NT nu ook voor Sun een bedreiging, omdat clustering over niet al te lange tijd schaalbaar lijkt te gaan worden. Sun denkt daarom diep na over zijn strategie, al blijft de huidige server-strategie voorlopig intact.
De katalysator heet Java; deze verandert de standaard-Internet webbrowser in een aantrekkelijke gui-terminal, maar dan zonder de onderhoudskosten van een desktop-PC. Sun steunt dan ook – met enig succes – de revolutionaire ontwikkeling van de netwerkcomputer (NC). Een belangrijke invloedsfactor hierbij zijn de universiteiten. Academici zijn hoogst geïnteresseerd in objecttechnologie, maar gefrustreerd door het ontbreken van geschikte tools. De enige beschikbare producten zijn Smalltalk en Eiffel; daarnaast werken ze met hybride varianten zoals C++, Visualbasic of Delphi. Doordat IBM, Oracle en andere leveranciers de technologie van Sun steunen, is Java nu tegen relatief lage kosten algemeen beschikbaar. Java is objectgeoriënteerd en zal daarom uitgroeien tot de meest gebruikte taal in academische kringen. Dit betekent dat de zeer invloedrijke nieuwkomers in de IT-industrie over twee of drie jaar om Java zullen vragen en geen genoegen zullen nemen met Visualbasic of C. Ondanks Microsofts pogingen om Java met Activex in diskrediet te brengen zal de NC dus aan invloed winnen. Omdat PC’s browsers in software kunnen draaien, zal het voor nieuwe systemen eenvoudig zijn om binnen een jaar of zo te migreren van PC’s naar NC’s, mits het gebruik van Activex vermeden wordt.
Het effect van deze migratie, die in 2000 tussen de 10 en 90 procent van alle desktop-systemen zou kunnen beïnvloeden, is een terugkeer naar centrale systemen. Niet naar de oude ivoren toren, maar naar centrale verwerkingseenheden met intelligente terminals (NC’s). Grote, centrale systemen zijn echter het domein van IBM-mainframes en compatibles, niet van Unix-systemen.
Het is natuurlijk mogelijk om meerdere servers op één netwerk aan te sluiten, maar twee systemen combineren om er één over te houden is een dure grap. De hardware mag dan goedkoop zijn, de beheerskosten zijn hoog. Daarom praat HP over toekomstige SMP-machines met 250 processoren, praat Microsoft over geclusterde NT-machines, en heeft Sun zojuist zijn eerste mainframe geïntroduceerd, de Enterprise 10000.
Een mainframe is niet uitsluitend een krachtiger computersysteem, maar biedt ook partitionering. Partities heten op mainframes "Lpars"; MVS biedt meerdere partities die dynamisch kunnen worden geconfigureerd, met gemeenschappelijke of geïsoleerde I/O. Bij een veel voorkomende indeling in partities wordt onderscheid gemaakt tussen on-line transactieverwerking, batch, test, ontwikkeling en dergelijke. De batch-partitie is ’s nachts vaak groter dan overdag, hetgeen ten koste gaat van de interactieve partitie.
Met de Enterprise 10000 – Sun had wel een betere naam mogen bedenken – heeft het bedrijf een SMP-machine gebouwd die tot op maximaal vijf partities kan worden ingedeeld. Elke partitie heeft zijn eigen processor die is gekoppeld aan een I/O-subsysteem, maar de andere processoren kunnen worden verspreid over meerdere partities. Elke partitie draait een instantie van het Solaris-besturingssysteem. Voor de eerste keer biedt Unix nu de mogelijkheid om batch en interactief op verschillende manieren te optimaliseren.
Het zal zeer interessant zijn om te zien hoe deze systemen zich qua prijs/prestatie verhouden tot de IBM Multiprise S/390-server. Het zal er om spannen. Hoe dan ook: welkom terug in de wereld van het mainframe!