Met de aankondiging van een nieuwe versie van Unixware en de ‘universele applicatieserver’ Tarantella wil SCO een rol blijven spelen in de Unix-wereld. Beide producten komen eind 1997 beschikbaar.
SCO’s Unix-systemen, Openserver en Unixware, draaien op PC-servers en zijn vooral gericht op het Intel-platform. De nieuwe Unixware integreert de vorige versie met Openserver en is compatibel met SCO’s twee huidige systemen. SCO gaat met één besturingssysteem verder, maar ondersteunt Openserver nog enkele jaren. Universal Development Kit (UDK), een ontwikkelomgeving gebaseerd op C/C++, moet een soepele migratie naar Unixware mogelijk maken.
SCO leed vorig jaar en het afgelopen kwartaal verlies. Dat was volgens SCO niet te wijten aan de opmars van NT, maar aan de afschrijving van het acquisitiebedrag van Unixware, de overgang naar een nieuwe distributiestrategie en een reorganisatie. Kernprobleem van SCO zijn de marketing en de verkoop. SCO-Unix is altijd indirect verkocht, waardoor de naamsbekendheid laag is. Tarantella zou de naamsbekendheid vergroten omdat het een voor de eindgebruiker zichtbaar product is. Verder kondigde SCO gezamenlijke marketingactiviteiten met Compaq aan.
De nieuwe basistechnologie voor de Unixware-productlijn, SVR5, is ontwikkelt voor netwerkcomputing en draait uitsluitend op het Intel-platform. SCO belooft een prestatietoename van 250 procent ten opzichte van SVR4. Verder zouden de schaalbaarheid, betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van het systeem toenemen en bevat SVR5 een Java Virtual Machine. Het nieuwe systeem ondersteunt 64-bits technologie, hoewel de 64-bits Intel-processor, met de codenaam Merced, niet voor 1999 uitkomt.