Met het imago van het Nederlands Genootschap voor Informatici (NGI) is het niet best gesteld. Dat blijkt uit een steekproef onder de leden. Die omschrijven het NGI als "een oude mannenclub". De gemiddelde leeftijd van de respondenten lag op ruim 46 jaar; vrouwelijke leden ontbreken vrijwel volkomen. Ook op punten als marktgerichtheid, vernieuwingsgezindheid en ‘moderniteit’ scoort het genootschap niet erg hoog bij de eigen leden.
De ondervraagden zijn kritisch over de activiteiten van het NGI. Een kwart van hen vindt dat onderwerpen pragmatischer moeten worden behandeld. Ruim de helft vindt dat niveau en inhoud van de activiteiten te wensen overlaten. Lezingen zijn ofwel ’te specifiek’ ofwel ’te algemeen’. Tenslotte oefenen de leden ook kritiek op elkaar uit. Er wordt wel veel kennis gehaald binnen het NGI, maar er wordt weinig door de leden ingebracht.
Het NGI heeft het onderzoek gestart omdat men moeite heeft met het verzorgen van de interne en externe communicatie. Een onlangs opgezette Internetsite blijkt bij 65 procent van de geënquêteerden volstrekt onbekend. Ondanks dit alles roept het NGI de leden op het genootschap "vooral als een dynamische eenheid naar buiten te presenteren". SJ